prothetiek
1 / 16
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
van welk materiaal zijn wegwerp lepels gemaakt.
A
metaal
B
kunststof
Slide 2 - Quizvraag
Waarom wordt er in de orthodontie een afdruklepel gebruikt die niet geperforeerd is?
A
drukt spieren weg, groter deel kaak in de afdruk.
B
omdat er nog tanden in de mond zitten.
C
anders drukt het de spieren teveel weg en staat het gebit niet goed in de afdruk
Slide 3 - Quizvraag
welk soort lepel heeft een randhoogte van ongeveer 1-2 cm
A
betande lepels en geschikt voor patiënten met tanden
B
betande lepels en geschikt voor patiënten die edentaat zijn.
C
onbetande lepels en geschikt voor patiënten met tanden
D
Onbetande lepels en geschikt voor patiënten die edentaat zijn.
Slide 4 - Quizvraag
afdruklepels zijn in twee hoofdgroepen te verdelen, wat hebben ze overeen met elkaar?
A
zijn geperforeerd
B
zijn niet geperforeerd
C
randhoogte is hetzelfde
Slide 5 - Quizvraag
van welk materiaal wordt een individuele lepel gemaakt?
A
uitgegoten in metaal
B
kunststof
C
kunsthars of plexiglas
D
alle antwoorden zijn fout
Slide 6 - Quizvraag
welk afdruk materiaal bevat alginezuur?
A
gips
B
alginaat
C
stents
D
rebasing
Slide 7 - Quizvraag
hoe kan je het beste een alginaat afdruk bewaren tot het wordt verwerkt bij het lab?
A
in een plastic zakje met wattenrollen vol vocht
B
alleen in een plastic zakje
C
in een plasticzakje met een paar druppels water
D
in een plastic zakje met droge wattenrollen.
Slide 8 - Quizvraag
wat zijn confectielepels?
A
de op maat gemaakte lepels
B
de metalen of kunststof lepels.
Slide 9 - Quizvraag
waarmee kan je controleren of de individuele lepel past?
A
fit checker
B
relining
C
isofunctional
D
dat hoef je niet te controleren past altijd.
Slide 10 - Quizvraag
waarvoor gebruikt de tandarts Stents of isofunctional?
A
bij het maken van de voorafdruk
B
bij het maken van de precisie afdruk
C
randopbouw van de prothese
D
bij het rebasen
Slide 11 - Quizvraag
Provil wordt vaak gebruikt bij de precisieafdruk, wat is het voordeel van dit materiaal?
A
hard snel uit.
B
smaak- en reukloos
C
plakt niet aan de huid
D
alle antwoorden juist
Slide 12 - Quizvraag
Waarop moet een afdruk altijd worden gecontroleerd?
Slide 13 - Open vraag
welk materiaal wordt er gebruikt bij de functionele methode?
A
tissue conditioner
B
provil
C
stents
D
alle antwoorden zijn mogelijk
Slide 14 - Quizvraag
Wanneer wordt er gebruik gemaakt van de conventionele of de functionele methode?
A
voorafdruk
B
precisie afdruk
C
relinen
D
alle antwoorden zijn onjuist