Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren

Hoe worden vragen bij het examen gesteld?

Hoe worden vragen bij het examen Geschiedenis gesteld?
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoe worden vragen bij het examen Geschiedenis gesteld?

Slide 1 - Tekstslide

Leg uit
  • waardoor...
  • waarom...
  • welk(e)...
  • met een of twee voorbeelden...

Slide 2 - Tekstslide

Noem 
Geef
  • een kenmerk...
  • een reden of motief...
  • een argument...
  • een voorbeeld uit...
  • een/dit begrip...
  • een overeenkomst...
  • een verschil...
  • per onderdeel aan...
  • per omschrijving aan...
  • een verklaring...

Slide 3 - Tekstslide

Welk(e)
  • kenmerk(en) hoort/ horen...
  • standpunt(en) hoort/ horen...
  • afbeelding(en) hoort/ horen...
  • voorbeeld(en) hoort/ horen...
  • gebeurtenis(sen) hoort/horen...

Slide 4 - Tekstslide

Welk(e)

  • voorbeeld(en) is zijn/juist...
  • uitspra(a)k(en) is zijn/juist...
  • kenmerk(en) is zijn/juist...

Slide 5 - Tekstslide

Licht
  • dit toe...
  • met voorbeelden toe...
Als er gevraagd wordt naar voorbeelden uit de bron(nen), dan moet je dit ook doen!
!

Slide 6 - Tekstslide

Zet de
  • gebeurtenissen in de juiste volgorde...
  • afbeeldingen in de juiste volgorde...
  • onderdelen in de juist volgorde...
In principe altijd: van vroeger naar later.
!

Slide 7 - Tekstslide

Let op!
  • oorzaken of gevolgen...
  • voorbeelden of voordelen...
  • kies uit...
  • verschijnsel...
  • andere (voorbeelden)...
  • bruikbaar of niet bruikbaar...
  • betrouwbaar of niet betrouwbaar...
  • politiek of historisch (argument)...
  • theorie of praktijk...
Dit zijn woorden die vaak gebruikt worden. Lees dus goed wat er staat!
!

Slide 8 - Tekstslide

Bruikbaarheid bronnen
Stel jezelf de vragen:
  • Waarover geeft de bron informatie?
  • Wat is het probleem waarom het gaat?
  • Geeft de bron antwoord op dit probleem?
  • Is de bron betrouwbaar?

ja, dan bruikbaar                                                nee, niet bruikbaar

Slide 9 - Tekstslide

Betrouwbaarheid bronnen
Hoe dichter de auteur bij de gebeurtenis is, hoe meer betrouwbaar de bron is.
Ja? Dan is de bron meer betrouwbaar.
Ja? Dan is de bron meer betrouwbaar.
Kijk goed naar de bedoeling van de auteur. Wanneer hij onpartijdig is, dan is de bron betrouwbaar.

Slide 10 - Tekstslide

Een socialistische spotprent uit 1913

Slide 11 - Tekstslide

Is deze spotprent betrouwbaar?
ja
nee
geen idee

Slide 12 - Poll

Antwoord
Nee, de bron is niet betrouwbaar, omdat
- het wel uit de tijd zelf komt en de maker is betrokken bij de gebeurtenissen zelf; (dus lijkt het betrouwbaar) MAAR:
- de maker niet onpartijdig is, maar socialistisch;
- het doel is om te overtuigen met deze spotprent, wordt veel overdreven.

Slide 13 - Tekstslide

Om te 
onthouden
  • De opdracht wordt aangegeven met '⇒'...
  • Regel overslaan tussen elke opdracht...
  • Hoofdletter gebruiken bij meerkeuze...
  • Niet meer antwoorden invullen dan gevraagd...
  • Beantwoord elk onderdeel van de vraag...
  • Altijd iets invullen...
  • Het bijschrift geeft veel informatie...
  • 'Uit de bron' gebruiken, ook echt 'uit de bron' halen...
  • 'Let op!' betekent dus opletten...
  • Herstel fouten duidelijk...
  • Gebruik de juiste opdrachtnummering...
  • Werk sommige antwoorden eerst in klad uit...

Slide 14 - Tekstslide


En 'Doe het zo'....doe je ook zo!
Niet alleen voor degenen die het nakijken, maar ook omdat het je helpt bij het beantwoorden van de vraag en het formuleren van een goed antwoord!
!

Slide 15 - Tekstslide