Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren

Recreatie les 1

1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
DramaMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Module recreatie
Sport & Bewegen niveau 3 
Leerjaar 2 
Richting BSR
Module recreatie | les 1 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Wat is recreatie? 
Wat is recreatie? 

Re = her / opnieuw
Creatie = schepping / iets maken 

Woordenboek: In je vrije tijd opladen en vervolgens weer met frisse moed aan werk / school / verplichtingen beginnen.

Slide 4 - Tekstslide

Waar denk je aan bij 'recreatie'?

Slide 5 - Woordweb

Kenmerken van recreatie
  • Vindt plaats in de vrije tijd
  • Vindt in of rond het huis plaats
  • Kan ook buiten de eigen woonomgeving plaatsvinden
  • Soms alleen, soms met (grote) groepen mensen

Slide 6 - Tekstslide

Op welke momenten kun je recreëren?
Wees zo specifiek mogelijk.

Slide 7 - Woordweb

Wat moet je kunnen om in de recreatie te kunnen werken?

Slide 8 - Woordweb

Wat moet je kunnen in de recreatie? 
  • werken als anderen vrij zijn 
  • gastvrij en enthousiast zijn 
  • goede dienstverlening
  • representatief zijn 
  • kunnen presenteren en organiseren
  • goede beheersing van de Nederlandse taal
  • eventueel Duits en/of Engels 
  • sport- en spelactiviteiten begeleiden
  • entertainen
  • activiteitenprogramma opstellen
  • front- en backoffice
  • zorgen voor veiligheid (ook bij het zwembad)
  • commercieel gericht zijn

Slide 9 - Tekstslide

Definitie recreatie-activiteiten
Alle activiteiten die 
gepland
georganiseerd
en uitgevoerd
worden voor vermaak en/of ontspanning in je vrije tijd en/of vakantie. 

Slide 10 - Tekstslide

Het plannen van een activiteit
  • Wanneer is de activiteit? 
  • Welke doelgroep kun je verwachten? 
  • Welke materialen kun je inzetten? 
  • Hoeveel tijd kost de activiteit? 
  • Hoeveel deelnemers kun je verwachten? 
  • Welke locatie heb je tot je beschikking? 
  • Welke regels ga je hanteren?  

Slide 11 - Tekstslide

Het organiseren van een activiteit
Waar moet je rekening mee houden? 
  • op tijd aanwezig zijn
  • materiaal controleren en klaarzetten
  • deelnemerslijsten
  • weersomstandigheden
  • veiligheid
  • niveauverschillen
  • een alternatief programma

Slide 12 - Tekstslide

Uitvoering van een activiteit
  • Zorg altijd voor een warm welkom! 
  • PPD - praatje, plaatje, daadje
  • Eventueel aanpassingen (variëren, differentiëren)
  • Zorg voor een goede afronding van de activiteit (prijsuitreiking?) 
  • Afscheid nemen en volgend event aankondigen
  • Opruimen (met de deelnemers)
  • Evalueren en bijstellen

Slide 13 - Tekstslide

Uur recreatie 
Iedere vorm van recreatie die meestal dichtbij je huis is en niet meer dan twee klokuren duurt. 

(sporten, fitness, zwembad, bioscoop, Monkey Town, kinderfeestje, bowlingbaan, kartbaan, wedstrijd FC Twente)

Slide 14 - Tekstslide

Dagrecreatie
Iedere vorm van recreatie buiten je eigen woonomgeving die langer dan twee uren duurt, maar zonder overnachting. 

(dagje strand, dagje Amsterdam, attractiepark, dierentuin)

Slide 15 - Tekstslide

Verblijfsrecreatie
Het verblijf buiten de eigen woonomgeving voor minimaal één overnachting. 

(hotel, camping, bungalowpark, jachthaven)

Slide 16 - Tekstslide

Een dagje naar de Waarbeek met je oppaskinderen hoort bij...
A
uur recreatie
B
dagrecreatie
C
verblijfsrecreatie

Slide 17 - Quizvraag

Een weekendje weg naar Zeeland met opa & oma, omdat ze 50-jaar getrouwd zijn hoort bij:
A
dagrecreatie
B
uur recreatie
C
verblijfsrecreatie

Slide 18 - Quizvraag

Passieve recreatie
activiteit is bedoeld om naar te kijken
de recreant is alleen toeschouwer

Slide 19 - Tekstslide

Actieve recreatie
de recreant is actief betrokken bij de activiteit
er wordt een inspanning verwacht

Slide 20 - Tekstslide

Vaste groep recreanten
Je hebt een vast aantal deelnemers van begin tot einde.
Je begint met het tellen voor de activiteit begint en sluit ook met en telling weer af. 

Slide 21 - Tekstslide

Doorlopende deelnemers
Deelnemers kunnen naar wens in- of uitstappen
Er is geen aangegeven begin- en eindtijd
Deelnemers zullen steeds wisselen

Slide 22 - Tekstslide

Een avondje bowlen met je vrienden
actieve recreatie
passieve recreatie

Slide 23 - Poll

Een avondje naar de bowlingwedstrijd van je peetoom
actieve recreatie
passieve recreatie

Slide 24 - Poll

Een middag naar de voetbalwedstrijd van
SP Rekken - De Tukkers
actieve recreatie
passieve recreatie

Slide 25 - Poll

De klootschietwedstrijd waarin jij kampioen kunt worden.
actieve recreatie
passieve recreatie

Slide 26 - Poll

Wat is de definitie van recreatie?

Slide 27 - Open vraag

Verblijfsrecreatie: toeristische gasten
- geïnteresseerd in de omgeving
- vaak gezinnen met kinderen
- blijven niet langer dan 2 tot 3 weken
- weekprogramma kan dus worden herhaald na 3 weken

Slide 28 - Tekstslide

Verblijfsrecreatie: vaste gasten
jaarplaats of seizoensplaats
eigenaar van bungalows
kiezen jarenlang voor dezelfde locatie
camping vaak niet te ver van de woonplaats
komen niet voor het recreatieprogramma

Slide 29 - Tekstslide

Redenen om activiteiten te organiseren
Reclame
mond-tot-mond reclame

Overlast
overlast van bijv. hangjongeren tegengaan

Service
service bieden aan gasten

Slide 30 - Tekstslide

Doelen voor recreatie-activiteiten
Promotioneel
nieuwe gasten werven, bestaande klanten binden, imago verbeteren, onderscheiden van andere bedrijven, verblijf verlengen

Sociaal 
sociale contacten bevorderen, sociale veiligheid vergroten, kinderen bezig houden

Educatief
informatie overbrengen, bevorderen van de creativiteit

Slide 31 - Tekstslide

Waarmee moet je rekening houden bij het organiseren, plannen en uitvoeren van de activiteiten?

Slide 32 - Open vraag

Dagrecreatie
Uur-recreatie
Verblijfsrecreatie
Bioscoop
Bowlingbaan
Pretpark
Busexcursie naar de tulpenvelden
Kartbaan
Formule 1 race op Zandvoort (alleen de zondag)
Op vakantie met je vrienden

Slide 33 - Sleepvraag

Welke activiteiten kun je organiseren als we het hebben over 'uur-recreatie'? Noem er minimaal 2.

Slide 34 - Open vraag

Welke activiteiten kunnen we organiseren als we het hebben over 'dagrecreatie'?

Slide 35 - Open vraag

Welke activiteiten zou je kunnen organiseren als je het hebt over 'verblijfsrecreatie'?

Slide 36 - Open vraag

Welke soorten gasten kennen we?
A
vervelende gasten
B
toeristische gasten
C
vaste gasten
D
vreemde gasten

Slide 37 - Quizvraag

Toeristische gasten zijn niet geïnteresseerd in een recreatieprogramma.
A
waar
B
niet waar

Slide 38 - Quizvraag

Toeristische gasten blijven vaak niet langer dan 2 tot 3 weken.
A
waar
B
niet waar

Slide 39 - Quizvraag

Vaste gasten kiezen vaak voor een camping dicht in de buurt.
A
waar
B
niet waar

Slide 40 - Quizvraag

Vaste gasten zijn vaak iets 'lastiger', omdat ze denken dat ze meer rechten hebben dan iemand die maar twee weekjes komt kamperen.
A
waar
B
niet waar

Slide 41 - Quizvraag

Bij het uitvoeren van de activiteit, is het handig om PPD te gebruiken. Wat is dat?

Slide 42 - Open vraag