Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren

Kennen- kunnen

Je leert deze les:
- wanneer je een vorm van 'kunnen' gebruikt
- wanneer je een vorm van 'kennen' gebruikt
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen, tekstslide en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Je leert deze les:
- wanneer je een vorm van 'kunnen' gebruikt
- wanneer je een vorm van 'kennen' gebruikt

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Leg hieronder in je eigen woorden het verschil tussen kennen en kunnen uit.

Slide 3 - Open vraag

Kies het juiste woord:
Ik ..... hem al heel mijn leven.
A
ken
B
kan
C
kun
D
kon

Slide 4 - Quizvraag

Kies het juiste antwoord:
Vissen ..... zwemmen.
A
kannen
B
kende
C
kennen
D
kunnen

Slide 5 - Quizvraag

Nu hij ouder wordt, ..... hij minder goed dingen onthouden.
A
ken
B
kun
C
kan
D
kon

Slide 6 - Quizvraag

Zij .... hem echt niet uitstaan!
A
ken
B
kan
C
kende
D
kant

Slide 7 - Quizvraag

Je .... best wel wat beter je best doen.
A
ken
B
kan
C
kunt
D
kent

Slide 8 - Quizvraag

Maak een zin waarin je een vorm van kunnen correct gebruikt. Gebruik minimaal 8 woorden.

Slide 9 - Open vraag

Maak een zin waarin je een vorm van kennen correct gebruikt. Gebruik minimaal 8 woorden.

Slide 10 - Open vraag