In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Titel
Focus
JIT 1A 6 november 2024
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
Hoe zit je er bij?
Focus - terugblik vakantie (voor wie maandag heeft gemist) - doelen blok 2
Slide 2 - Tekstslide
Hoe zit je erbij vandaag?
Slide 3 - Tekstslide
Maar eerst...
DOELEN
Slide 4 - Tekstslide
SMART formuleren
Slide 5 - Tekstslide
the plan...
Je leert:
- waar de afkorting SMART voor staat.
- benoemen waarom doelen SMART geformuleerd moeten worden.
- beoordelen of een doel SMART is geformuleerd.
- zelf een doel SMART formuleren.
Slide 6 - Tekstslide
Waarom moeten doelen SMART geformuleerd worden?
Je weet wat je moet doen/ gericht te werk
Je vergroot daarmee de kans dat je het doel behaalt
Je kan controleren of je het doel hebt behaald
Zelfvertrouwen op te bouwen (ik kan het!)
Slide 7 - Tekstslide
Belangrijkste regel
Specifiek zijn
Waarom is meer sporten of meer afvallen geen specifiek doel?
Slide 8 - Tekstslide
Specifiek
Voorkomen dat het doel vaag is.
Wat moet ik doen om dit doen te behalen?
Wat wil je bereiken?
Wie zijn erbij betrokken?
Waar ga je het doel uitvoeren?
Is het een concreet doel?
Waarom wil je dit doel bereiken?
Slide 9 - Tekstslide
Meetbaar
Wanneer weet je of je je doel hebt bereikt? Je doel moet meetbaar zijn. Bij afvallen kun je kiezen voor aantal kilo’s. Bij sporten kun je kiezen voor het aantal sportsessies per week.
Slide 10 - Tekstslide
Acceptabel
Sluit het doel aan bij de opdracht?
Je weet waarom je het doel wilt bereiken
Slide 11 - Tekstslide
Realistisch
Is het doel haalbaar?
Niet te moeilijk en niet te makkelijk
Slide 12 - Tekstslide
Tijdgebonden
Wat is de periode dat het doel gerealiseerd moet zijn?
Wanneer ben je klaar?
Wanneer is het doel behaald?
Slide 13 - Tekstslide
Even testen of jullie het begrepen hebben...
Slide 14 - Tekstslide
Door elke dag een uurtje te fietsen wil ik na 10 weken 2,5 kilo afvallen.
A
Wel SMART geformuleerd
B
Niet SMART geformuleerd
Slide 15 - Quizvraag
Ik wil dat kindje N. tijdens het ontbijt voldoende eet.
A
Wel SMART geformuleerd
B
Niet SMART geformuleerd
Slide 16 - Quizvraag
Waarom moeten doelen SMART geformuleerd worden?
A
Dat is slimmer
B
Om te checken of ze behaald zijn
C
Het staat mooier
D
Om tussentijds te checken of je de goede dingen doet
Slide 17 - Quizvraag
Ik wil ervoor zorgen dat kindje N. pas van tafel gaat als hij zijn bord leeg heeft gegeten.
A
Wel SMART geformuleerd
B
Niet SMART geformuleerd
Slide 18 - Quizvraag
Liever meerdere kleine stapjes,
dan enkele (te grote) stappen!
Slide 19 - Tekstslide
Aan de slag met:
Classnotebook:
- Terugblik op je presentatie en
de herfstvakantie (hulpvragen)
Opdracht: SMART Doelen
en als je daarmee klaar bent... FOCUS op iets voor jezelf: Lees, teken, schrijf, kleur, puzzel
Slide 20 - Tekstslide
Terugblik hulpvragen
Hoe was je vakantie?
Welke stapjes heb je al gezet in de leerdoelen die je voor het volgende blok hebt gemaakt en op welke manier dan?
Hoe kijk je terug op je presentatie van blok 1?
Waar heb je in de vakantie op gelet?
Het fijnst deze vakantie was...
Ging de vakantie snel of langzaam voorbij en hoe kwam dat?
Heb je deze vakantie iets voor het eerst gedaan of meegemaakt?
Vat jouw vakantie samen in 3 woorden.
Wat waren je energievreters en energiegevers deze vakantie?