Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren

3 Verhoudingen - SCORE Rekenen, verhoudingen, procenten, decimaal getal, verhoudingsgetal, context


              Rekencursus
              Breuken, procenten 
              en decimalen



Verhoudingen 1F
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Introductie

Rekencursus Methode: SCORE Rekenen 1F Verhoudingen Uitleg, voorbeelden, instructie, oefenen en nabespreken

Instructies

Inhoud:

1. Breuken en procenten
2. Procenten als decimaal getal
3. Rekenen met procenten
4. Procenten in een verhaalsom 
5. Rekenen met een verhoudingstabel

Onderdelen in deze les


              Rekencursus
              Breuken, procenten 
              en decimalen



Verhoudingen 1F

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In deze cursus:

1. Breuken en procenten
2. Procenten als decimaal getal
3. Rekenen met procenten
4. Procenten in een verhaalsom 
5. Rekenen met een verhoudingstabel

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarbij gebruik je procenten?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

1. Breuken en procenten

In de vorige cursus is besproken wat breuken en procenten zijn en hoe je daarmee rekent.

Weet je het nog?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Om te weten

10% = 1/10 (één tiende)
20% = 1/5 (één vijfde)
25% = 1/4 (één vierde, kwart)
50% = 1/2 (één tweede, helft)
75% = 3/4 (drie vierde, drie kwart)

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zet 60% om in een breuk.

Slide 6 - Open vraag

Je mag ook meteen vereenvoudigen:
6/10 = 3/5
2. Procenten als decimaal getal

Procenten kun je als decimaal getal schrijven, 
maar wat hebben breuken, procenten en decimale getallen eigenlijk met elkaar te maken?

Bekijk het filmpje!

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Tip

Rekenen met procenten gaat makkelijker als je weet welke breuken en decimale getallen bij de percentages horen. 

Leer het volgende rijtje uit je hoofd!

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Om te onthouden...

10% = 1/10 = 0,10
20% = 1/5 = 0,20
25% = 1/4 = 0,25
50% = 1/2 = 0,50
75% = 3/4 = 0,75

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het juiste antwoord?
10% = 1/10 = ?
A
0,11
B
0,10
C
0,01
D
0,011

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

3. Rekenen met procenten

Weet jij hoe je moet procenten moet rekenen?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld
Bij procenten ga je uit van 100.
25% betekent '25 van de honderd'
Dat is een vierde deel (1/4).

25% van 80 is dan 80 : 4 = 20.
20% is eigenlijk 100 : 5 (een vijfde deel).
20% van 200 is dan 200 : 5 = 40.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jelle krijgt 20% korting op een broek van € 60,-. Hoeveel korting krijgt hij?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

4. Procenten in een verhaalsom

Procenten kunnen in verhaalsommen voorkomen. 

Weet jij hoe je dat aanpakt? 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld

Daisy gaat winkelen. Zij krijgt op de jas die ze
koopt 25% korting en op de broek 50% korting. 
De jas kostte eerst € 160,- en de broek € 90,-.

Hoeveel euro moet Daisy betalen?

Slide 16 - Tekstslide


Voorbeeld (vervolg)

25% van € 160,- = € 40,-
50% van € 90,- = € 45,-

€ 120,- + € 45,- = € 165,-

Daisy moet € 165,- betalen.

Slide 17 - Tekstslide


Gea moet 80% van de prijs betalen.
Ze betaalt nu € 100,-.
Wat was de originele prijs?
A
€ 125,-
B
€ 150,-
C
€ 75,-
D
€ 25,-

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

4. Rekenen met een verhoudingstabel

Aan de hand van een verhoudingstabel
kun je makkelijker rekenen. Weet jij hoe je
hier gebruik van maakt?

Bekijk het filmpje!

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Als je in de verhoudingstabel aan de bovenkant met 3 vermenigvuldigt, waarmee vermenigvuldig je dan aan de onderkant?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Je hebt nu geleerd over:

    • Breuken en procenten
    • Hoe je met breuken en procenten rekent
    • Hoe je met een verhoudingstabel rekent


    Oefen hiermee in SCORE.

    Slide 22 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Nabespreking

    Slide 23 - Tekstslide

    Hoe ging les 2?
    Wat ging goed? Wat bleek lastig?
    Leerlingen: bekijk je cirkels.
    Docent: zie volgsysteem - detailscherm.
    Welke vragen heb je nog?

    Slide 24 - Open vraag

    Deze slide heeft geen instructies