Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren

Keuzedeel week 3

Ouder worden met een verstandelijke beperking
Ouder worden met een verstandelijke beperking. 
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Ouder worden met een verstandelijke beperking
Ouder worden met een verstandelijke beperking. 

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud van de les
  1. Presentaties
  2. Wat wil je leren tijdens dit keuzedeel?
  3. Meest voorkomende stoornis bij ouder worden
  4. Teams opdracht: wat is voor jou goed oud worden?

Slide 2 - Tekstslide

Wat wil je leren tijdens dit keuzedeel?

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Video

Wat is de meest voorkomende stoornis bij ouder worden?

Slide 5 - Open vraag

Ouder worden met een verstandelijke beperking
Tijdens het proces van ouder worden zijn ouderen met een verstandelijke beperking extra kwetsbaar (verhoogde kwetsbaarheid) op een aantal levensgebieden:


  1. Gezondheid (lichamelijk en psychisch functioneren)
  2. Woon- en leefomgeving (zelfverzorging, huishouden, algemene taken)
  3. Relaties en sociale contacten (communicatie, interactie en mobiliteit)
  4. Vrije tijd, dagbesteding (leren toepassen van kennis)                                                                                     Voor deze gebieden is extra aandacht, zorg ,ondersteuning en begeleiding nodig. 

Slide 6 - Tekstslide

Meest voorkomende problematiek tijdens het ouder worden

Verandering in de hersenen'

  • Tot het 25e levensjaar groeien de hersenen. 
  • Vanaf 35e levensjaar begint achteruitgang (hebben we nog niet door)
  • Oudere mensen merken het bij complexe taken
  • Gezondheidsproblemen versterken de achteruitgang 


Slide 7 - Tekstslide

  • Gebeurtenissen en informatie kunnen we opnemen, opslaan en opdiepen, dit gebeurt in het langetermijngeheugen (herinneringen)
  • Automatische geheugen (niet bewust bij nadenken)
  • Dementie eerst merkbaar in het bewuste geheugen
  • Automatische geheugen blijft nog lang in tact
  • Automatische geheugen = uitgangspunt voor de begeleidingsstijl


Slide 8 - Tekstslide

Dementie
  • 1 op de 5 mensen waarvan 1 op de 3 vrouwen
  • combinatie van symptomen, waarbij de verwerking van informatie in de hersenen is verstoord 

Meest voorkomende:
Ziekte van Alzheimer;
                                        Vasculaire dementie (door bloedvatschade);
           Frontotemporale dementie
Lewy-body-dementie



Slide 9 - Tekstslide

Diagnose
Geheugenstoornissen: 
Een verminderd vermogen om nieuwe informatie te leren of zich eerder geleerde informatie te herinneren.

Cognitieve stoornissen:
afasie: dit is een taalstoornis;
apraxie: een verminderd vermogen om motorische handelingen uit te voeren ondanks intacte motorische functies;
agnosie: het onvermogen om objecten te herkennen of thuis te brengen ondanks intacte sensorische functies;
stoornis in uitvoerende functies. 




Slide 10 - Tekstslide

Aantasting en herstel van de hersenen
Dementie is progressief - neemt toe en niet af

Hersenen kunnen aanpassen aan beschadigingen (nieuwe verbindingen)

Tempo van achteruitgang en de mate van herstel zijn bepalend voor de snelheid van achteruitgang 

Belangrijk is welke hersenziekte dementie veroorzaakt.
Alzheimer - geleidelijk
Vasculaire dementie - hele slechte en betere dagen

Slide 11 - Tekstslide


Stadia van dementie

Uit onderzoek is gebleken dat er vaste patronen in de achteruitgang zijn ontdekt 
Daardoor is het mogelijk de zorg nog beter af te stemmen 
Daarom wordt er gewerkt met de stadia van dementie. 

Slide 12 - Tekstslide

Fase 1
Veel behoefte aan beweging, waardoor het onrustige gevoel afneemt. 
(meehelpen tuinonderhoud of beweegactiviteiten)

Benaderingswijze:
Zo min mogelijk corrigeren, omdat de cliënt het nog wil verbergen 
Inzet van Qwiek snooze voor slaapproblemen

Slide 13 - Tekstslide

Fase 2
Voldoende begeleiding bij beweging. Cliënten zijn bang om fouten te maken. 
Stimuleren door bewegen op muziek en positieve stemming van begeleiding en een ontspannende sfeer. 


Slide 14 - Tekstslide

Fase 3
Passieve activiteiten: zitten, luisteren en genieten en vooral behoefte aan rust. 

Belevingstuin inzetten, dit kan nog activeren doordat ze geprikkeld worden

Slide 15 - Tekstslide

Fase 4
Ogen zijn vaker gesloten
Afspelen van hun favoriete muziek kan nog zorgen voor een kleine positieve prikkeling.
Aanrakingen kunnen ze als prettig ervaren

Slide 16 - Tekstslide

Dementie bij jonge clienten
Dementie op jonge leeftijd is vaak erfelijk
Enkele keer is er sprake van een specifieke hersenziekte (Creutzfeldt-Jakob) = dodelijk en verloopt zeer snel. 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

1 op de 5 mensen krijgt dementie
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Tot welk levensjaar groeien je hersenen?

Slide 20 - Open vraag

Bij welke doelgroep is de kans groter op dementie?

Slide 21 - Open vraag

Welke fase van dementie hoort er niet bij?
A
De verdwaalde ik
B
De verborgen ik
C
De verzonken ik
D
De verdrongen ik

Slide 22 - Quizvraag

Aan dementie kom je te overlijden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quizvraag

Welke soorten dementie kun je benoemen?

Slide 24 - Open vraag

Cognitieve stoornissen zijn het eerst merkbaar in het bewuste geheugen
A
waar
B
niet waar

Slide 25 - Quizvraag

Het automatische geheugen blijft nog lang intact
A
waar
B
niet waar

Slide 26 - Quizvraag

Hiervan kun je als begeleider gebruik maken bij het begeleiden van cliënten met dementie
A
Bewuste geheugen
B
Automatische geheugen

Slide 27 - Quizvraag

Preventie
  • Dementie is een optelsom van verschillende factoren
  • Ziekten en leefstijl zijn van invloed, waarom denken jullie?
  • Dementie is niet te voorkomen, maar...
  • Gezonde en actieve levensstijl verkleint het risico  
  • Lichamelijke activiteit heeft een gunstige uitwerking op de geheugenfuncties

Slide 28 - Tekstslide

Diagnostiek
Herkennen
Voordat dementie wordt vastgesteld gaat er een periode van onzekerheid aan vooraf. 
Geheugenproblemen, verandering van gedrag of karakter zijn redenen om naar de arts te gaan. 

Stappen
Eerst volgt er een screeningsgesprek, daarna lichamelijk onderzoek. Bij oudere cliënten kan verwardheid ook een andere oorzaak hebben (depressie, infectie, slechte voedingstoestand)

Diagnose 
Wordt pas gesteld na een uitgebreid medisch onderzoek en psychologische tests in een GGZ instelling/geheugenpolikliniek. 





Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Soorten onderzoeken 
MRI-SCAN - SPECT-SCAN
  • Maken de aantasting van de hersenen zichtbaar
  • Mogelijke herseninfarcten en/of bloedingen
  • Op basis van afwijkingen wordt de vorm bepaald
  • Alzheimer: Hersenschors(grijze stof) is dunner of verdwenen
  • Vasculaire dementie: Witte stof is aangetast

Slide 31 - Tekstslide

Andere soorten onderzoeken
  • Bloedonderzoek: algemene gezondheidstoestand / bloedstolling
  • Neuropsychologisch onderzoek: lichamelijke onderzoeken en testen. 
  • MMSE: Onderzoek cognitieve functies
  • GDS: Onderzoek naar depressie
Eventueel:
  • EEG: Meting electrische activiteit
  • Ruggenprik: Hersenvocht wordt afgenomen 

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Dementie is niet te voorkomen, maar wat verkleint het risico?
A
Veel geheugenspelletjes
B
Veel sporten
C
De client blijven uitdagen
D
Gezonde en actieve levensstijl

Slide 34 - Quizvraag

Welke drie factoren zijn een reden om naar de arts te gaan
A
Geheugenproblemen
B
Verandering gedrag
C
Verandering karakter
D
Veel afvallen/aankomen

Slide 35 - Quizvraag

Een persoonlijk begeleider kan dementie ook vaststellen
A
waar
B
niet waar

Slide 36 - Quizvraag

Oorzaken dementie 
Verschillende factoren:
  1. Hersenziekten
  2. Gezondheidstoestand 
  3. Karakter
  4. Levensloop
  5. Sociale omstandigheden 
Daardoor is iedere dementie patiënt uniek! 

Slide 37 - Tekstslide

Begeleidingsstijl
Twee belangrijke factoren:
  • Herkennen en kennen van de verschillen
  • De cliënt als persoon heel goed kennen

Slide 38 - Tekstslide

Soorten hersenziekten - Alzheimer
  • Bekendste en meest voorkomende
  • Hersencellen van de hersenschors
  • Eiwitten veranderen 
  • TAU eiwit hoopt zich op (plaques) 
  • Hierdoor vermindert de activiteit in de cellen
  • ...Waardoor hersencellen niet functioneren
  • Hersencellen krimpen en verdwijnen 

Slide 39 - Tekstslide

Alzheimer - kenmerken
  • Ontstaat tussen de 70 en 80 jaar
  • beginstadium merkt de client weinig tot niks
  • gevorderd: geheugenstoornis als eerste merkbaar
  • kortetermijngeheugen verdwijnt 
  • Geen details uit langetermijngeheugen
  • Laatste stadium hersenschors aangetast en cognitieve functies verdwijnen 

Slide 40 - Tekstslide

Alzheimer - kenmerken
Er ontstaan stoornissen in het denken en doen:
Wie weet het nog?
  1. Afasie
  2. Agnosie
  3. Apraxie 

Slide 41 - Tekstslide

Alzheimer - diagnostiek en behandeling
  • Als eerste wordt de hippocampus aangetast - de hersenschors van de slaapkwab.                           Zorgt voor het vormen van nieuwe herinneringen en oude herinneringen 
  • Verloopt geleidelijk
  • Genezing is niet mogelijk, maar kan wel vertraagd worden door medicatie
  • Reacties op medicatie zijn per persoon verschillend
  • Medicatie kan valse hoop geven, onderzoek wijst uit at de werking niet overtuigend bewezen is. 
  • Begeleiding: Succeservaringen, behouden van eigen regie, in een vertrouwde omgeving zijn
  • Zinvolle dagbesteding 

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Video

Diagnostiek
Voordat dementie wordt vastgesteld gaat er een periode van onzekerheid aan vooraf. 
Geheugenproblemen, verandering van gedrag of karakter zijn redenen om naar de arts te gaan. 

Eerst volgt er een screeningsgesprek, daarna lichamelijk onderzoek. Bij oudere cliënten kan verwardheid ook een andere oorzaak hebben (depressie, infectie, slechte voedingstoestand)

Slide 44 - Tekstslide

Wie hebben meer kans op dementie?

Slide 45 - Open vraag

1 op de 5 mensen krijgt dementie
A
waar
B
niet waar

Slide 46 - Quizvraag

Tot welk levensjaar groeien je hersenen?

Slide 47 - Open vraag

Welke fase van dementie hoort er niet bij?
A
De verdwaalde ik
B
De verborgen ik
C
De verzonken ik
D
De verdrongen ik

Slide 48 - Quizvraag

Teamsopdracht volgende week
Goed oud worden is voor iedereen anders. Hoe ziet jouw dag er uit als je oud bent? Waar woon je? Hoe wordt je verzorgd? Wat is daarin belangrijk voor jou?

Schrijf een blog over hoe jouw toekomst eruit komt te zien.

Slide 49 - Tekstslide

Bedankt voor je aandacht

Slide 50 - Tekstslide