Les 1b pedagogisch klimaat

• PDO
• MBO
• Studiejaar 2,4

Les 1b Pedagogisch klimaat

Doel van deze les

Aan het eind van deze les weet je

                                

                           Doel van deze les:

 Aan het einde van de les:  

 -weet je welke verschillende vormen van observeren er
   zijn. 
- kun je de juiste vorm van observeren kiezen bij de
   vraag die je hebt
 

Waarom zijn regels en structuur aanbieden essentieel voor een goed pedagogisch klimaat?

5.1 Signaleren en observeren van gedrag                                       (Profielboek Pedagogiek)

 Onderwijsbehoefte:  wat heeft een leerling nodig om tot leren te komen. 

 

Om te weten wat de onderwijsbehoeften van een leerling zijn is observeren belangrijk.

                                 Signaleren  --> observeren

Signaleren: je krijgt een signaal dat er iets aan de hand is.
Bijv: bepaald gedrag, moeite met lesstof of intuïtie.   
Signaleren is vaak subjectief.   

Signaleren doe je voortdurend.

5.1 Signaleren en observeren van gedrag                                                (Profielboek Pedagogiek)

                                 Signaleren  --> observeren

Observeren: bewust, doelgericht en systematisch waarnemen van
                        gedrag.

                              Is observeren altijd objectief? 

Je gaat dus van een signaal naar een observatie om daarna een conclusie te trekken. Met de uitkomst van die conclusie ga je aan het werk.

Wat kan je observatie allemaal beïnvloeden en subjectiever maken?

Kwalitatief observeren

Het gaat vooral om de vraag hoe het gedrag eruit ziet

bijv. onrustig, storend, onopvallend, etc.

Je schrijft tijdens de observatie al het gedrag van het kind op.
Voordeel: je ziet ook positieve momenten

 
Voorbeeld van een kwalitatieve onderzoeksvraag: 

Wat doet de leerling tijdens de rekenles?
 
Je beschrijft de situatie heel nauwkeurig.

5.1 Signaleren en observeren van gedrag

Voorbeeld 1 van een kwalitatieve observatiemethode:

Intervalobservatie:

Bijv. kiezen wanneer je een idee hebt wat de reden is van bepaald gedrag, maar nog twijfelt.

Een observatie waarbij je met tussenpozen waarneemt.

Bijv. 3 min. wel / 10 min. niet / 3 min. wel / etc... 

5.1 Signaleren en observeren van gedrag

Voorbeeld 2 van een kwalitatieve observatiemethode:

Logboek:

Kiezen: Als het gedrag dat je wilt observeren steeds in een specifieke situatie voorkomt.

Een soort dagboek.

Bijv. elke dag tijdens buitenspelen observeren.

5.1 Signaleren en observeren van gedrag

Kwantitatief observeren

Hierbij gaat het vooral om hoe vaak het gedrag voorkomt.

Voordeel: gedrag dat gevoelsmatig veel voorkomt en erg storend is, kan na observatie 'meevallen' en relativerend werken.

Je telt de gedragingen in een bepaalde periode.

Je kijkt bijvoorbeeld naar hoe vaak leerling X door de leerkracht heen praat tijdens de uitleg.

5.1 Signaleren en observeren van gedrag

Voorbeeld 2 van een kwantitatieve observatie methodes:

Checklist:

Van te voren een lijst maken. Zie IO1-2

5.1 Signaleren en observeren van gedrag

5.1 Signaleren en observeren van gedrag

                                                           Aan de slag met IO 1-1

Jij gaat door middel van een poster, infographic, prezi of op een andere creatieve manier, duidelijk maken waar volgens jou een veilig pedagogisch klimaat aan moet voldoen.
Denk hierbij aan:
•Rollen van professionals

•Regels en afspraken
•Wat zie je in de praktijk al gebeuren wat je zelf ook zo zou doen? Licht kort toe waarom.
•Wat zie je in de praktijk gebeuren en zou je zelf anders doen? Licht kort toe waarom.