Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren

Hoe ben jij je GELD de BAAS?

Hoe ben jij je GELD de BAAS?
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapskundeMentorles+1MBOMiddelbare schoolLeerjaar 1-6Studiejaar 1-4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Introductie

Deze interactieve les is bedoeld als introductie op de geld challenges en gaat in op het thema ‘Hoe ben jij je GELD de BAAS?’. Met dit thema zet de Week van het geld jongeren in hun kracht door ze te leren hoe ze een ware ‘baas’ worden over hun eigen financiën. De lesduur is tussen de 30 minuten tot een lesuur. Door middel van de interactieve elementen worden studenten uitgedaagd na te denken over de vraag: hoe ben jij je GELD de BAAS?.

Instructies

Met deze lessen behandel je onderwerpen als: financiële verleidingen, rekeningen, geldcriminaliteit en toekomst en daag je studenten uit om een jongerencampagne te bedenken. Het beste campagne-idee van jouw klas kun je insturen voor de Week van het geld Awards! Kijk voor meer informatie op: weekvanhetgeld.nl/awards

Deze les kan zowel met als zonder devices gegeven worden.

Met devices:
- Klik op 'Geef les'
- Zet in het scherm linksonder de vinkjes aan bij 'devices in de klas' en bij 'toon bij student'
- De studenten kunnen dan op hun eigen device de opdrachten maken

Zonder devices:
- Open vragen: In de klas vragen naar de verschillende meningen en/of ervaringen
- Sleepvragen: Haal om de beurt studenten naar voren om de opdracht op het digibord met elkaar te maken
- Poll: Laat studenten in plaats van de poll in te vullen hun hand opsteken, het antwoord op wisbordjes schrijven, etc.
- Quizvragen: Laat de klas het breedst gedragen antwoord kiezen en vul dat in

Onderdelen in deze les

Hoe ben jij je GELD de BAAS?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Legenda
Hotspot
Sleepvraag
Open vraag
Poll
Woordweb
Quizvraag

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ben jij je GELD de BAAS?
Tijdens de week van het GELD gaan we het gesprek aan over financiële onderwerpen, zoals geldcriminaliteit, influencers en achteraf betalen.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 jouw financiële
VERLEIDINGEN
jouw (toekomstige)
REKENINGEN

de werkwijze van
GELDCRIMINELEN
jouw invloed op 
je TOEKOMST
Na deze les ben jij je meer BEWUST van...

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Weet jij hoeveel GELD er nú op jouw rekening staat?

Slide 5 - Poll

Voor de docent

Instructie
Met devices:
  • De studenten klikken het antwoord aan wat het dichtst bij de waarheid ligt.
  • Hebben alle studenten geantwoord, klik dan door naar de volgende slide. Hier zal een diagram de aantallen per antwoord aangeven.
Zonder devices:
  • Werken de studenten zonder devices, dan zou je de handen per antwoord op kunnen laten steken. 
  • Schrijf de aantallen per optie op, zodat het inzichtelijk is voor de studenten wat de verdeling in de klas is.
Bespreek met de studenten dat het vaak lastig is overzicht te houden op je geldzaken. 
Veel studenten (maar ook volwassenen) weten niet wat zij (nog) te besteden hebben. 
  • Wat zegt de poll over de klas? Hebben zij een goed beeld van het geld dat zij te besteden hebben?
  • Hadden zij dit resultaat verwacht? Waarom wel/niet?
  • Zijn er studenten die uitleg willen geven bij hun keuze?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Het is zo verleidelijk om alles te willen hebben.
Hoe beslis jij wat je wel en niet koopt?
?

Slide 7 - Open vraag

Voor de docent
DOEL:
Met deze vraag worden studenten  bewust gemaakt van hun koopgedrag. Is het impulsief of denken ze vooraf na. En wat maakt dat ze impulsieve aankopen doen (of juist niet!)?

Instructie
Met devices:
  • De studenten typen het antwoord in op hun mobiel of laptop. 
  • Alle antwoorden verschijnen op het bord.
Zonder devices:
  • Deel briefjes uit en laat de studenten daarop hun antwoord schrijven.
  • Geef studenten een beurt en laat hen vertellen hoe zij hun aankoopgedrag beschrijven.
Bespreek de antwoorden op deze vraag met de groep.
Vragen die je zou kunnen stellen n.a.v. de antwoorden:
  • Hoe vaak koop je iets dat je eigenlijk niet nodig hebt?
  • Heb je achteraf spijt van impulsieve aankopen?
  • Hoe vaak kies jij er bewust voor iets níet te kopen? Wat is dan de reden dat je het niet koopt?
  • Hoe voelt het om iets te kopen waar je langer voor hebt gespaard? Voelt dat anders en waarom?
  • Geldt dat voor jou als docent hetzelfde? Of ben jij gevoeliger voor ander soort aankopen?
Tips:
  • Je kunt studenten ook in tweetallen over de vraag laten overleggen. Vraag vervolgens diverse tweetallen naar de strekken van het gesprek.

?
Waar geef jij het meeste GELD aan uit?

Slide 8 - Poll

Voor de docent
Deze opdracht toont aan waar studenten het meeste geld aan uitgeven. 

Afbeeldingen in de opdracht:
- Koptelefoon = accessoires
- Controller = Games
- IJsje = Snacks/Eten
- Lootbox = In game aankopen
- Schoen = Kleding
- Tasjes = Shoppen
- Pot met geld = Sparen
- Bitcoin = Cryptocurrency
- Scooter = Benzine
- ... = Zelf nader te bepalen
  • Hadden de studenten deze uitslag verwacht?
  • Als er werd gekozen voor de '...' waar geven die studenten dan hun geld aan uit? Herkennen andere studenten dat?
  • Hebben de studenten een idee hoeveel geld ze per maand aan deze 'verleiding' uitgeven?


Hoe komt het dat je wordt verleid tot kopen?
?

Slide 9 - Open vraag

Voor de docent

Bespreek de antwoorden op deze vraag met de groep.
Stel daarbij aanvullende vragen:
  • Hoe zouden zij die verleidingen de baas kunnen zijn? Hebben zij daar zelf ideeën bij? 
  • Hoe zouden zij andere leeftijdsgenoten hierbij willen helpen?
Dit is de uitdaging van Challenge 1 (zie de op een na laatste slide van deze les).


Welke rekeningen moet jij betalen?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Word jij wel eens verrast door het saldo van je bankrekening?

Slide 11 - Poll

Voor de docent

Bespreek met de studenten dat het vaak lastig is overzicht te houden op je geldzaken. 
Veel studenten (maar ook volwassenen) weten niet wat zij (nog) te besteden hebben. 

  • Wat zegt de poll over de klas? Hebben zij een goed beeld van het geld dat zij te besteden hebben?
  • Hadden zij dit resultaat verwacht? Waarom wel/niet?
?
Van welke dienst maak jij wel eens gebruik?
Sleep de logo's naar de portemonnee. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de voor- en nadelen van ACHTERAF BETALEN?
?
Nadelen
Voordelen

Slide 13 - Woordweb

Voor de docent
DOEL:
Achteraf betalen heeft zijn voor- en nadelen. Studenten worden bij deze vraag uitgedaagd om de beide kant van achteraf betalen te belichten. 

Instructie
Met devices:
  • De studenten toetsen hun antwoorden in op hun mobiel of laptop.
  • Deze verschijnen op het digibord
  • Verschuif de antwoorden samen met de studenten naar de Voordelen- of de Nadelen-kant.
Zonder devices:
  • Studenten kunnen antwoorden schrijven op Post-its.
  • Nadat alle antwoorden gegeven zijn, kunnen deze met elkaar opgeplakt worden aan de voor- of nadelen-kant van de muur/het bord/...
Bespreek:
  • Welke  conclusie trekt de klas na deze opdracht? Is achteraf betalen te allen tijden af te raden?
Als je 18+ bent, welke REKENINGEN moet je dan 
maandelijks betalen?
?

Slide 14 - Woordweb

Voor de docent
Voor studenten die 18 jaar worden, komt er best veel op hun pad. Ze worden ook verantwoordelijk voor hun eigen financiën.

Hoe gaan zij zorgen voor voldoende inkomsten? Weten zij deze verantwoord te besteden? Houden zij er rekening mee voorbereid te zijn op onvoorziene gebeurtenissen (verlies van je mobiel, je fiets wordt gestolen, etc). En hoe houd je met al die verantwoordelijkheden overzicht over je geldzaken?

Kortom...Hoe blijven zij hun REKENINGEN de BAAS?
Deze vraag staat centraal bij Challenge 2 (Zie slide 28).

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

GELDCRIMINALITEIT
Waar denk jij dan aan?

Slide 16 - Woordweb

Voor de docent
Geldcriminaliteit kent vele verschijningsvormen, zoals geldezels, phishing en whatsappfraude. 

Ga met de studenten in gesprek over geldcriminaliteit:
  • Wie is wel eens slachtoffer geworden van een geldcrimineel?
  • Hoe ging dat? Wat heb je gedaan?
  • Wie is zich bewust van het gevaar slachtoffer te worden?
  • Welke ervaringen zijn er in de klas? 
Herken jij de fraudeur?
Sleep een uitroepteken naar ieder kenmerk waar jij een fraudeur aan herkent.
zal je alle tijd geven om na
te denken over het verzoek
neemt onverwachts contact met je op.
heeft een betrouwbaar en verzorgd uiterlijk.
heeft een zielig verhaal over onverwachte geldproblemen.
neemt alle tijd om jouw vertrouwen te winnen.
is een onverzorgd en
onguur type.
probeert aan jouw persoonlijke gegevens te komen.
Een fraudeur...
zet jou onder tijdsdruk. Je moet nú actie ondernemen!
zal je altijd toestaan advies te vragen bij een volwassene. 
zal nooit om je bankrekening,
pin of  inloggegevens vragen.
doet je een aanbod dat 
te mooi is om waar te zijn.
bedreigt je en zegt dat je de politie niet mag waarschuwen.

Slide 17 - Sleepvraag

Voor de docent
Doel:
De studenten duidelijk te maken dat fraudeurs geen 'Boze Boeven' zijn.
Het zijn juist mensen die heel slim gebruik maken van hun ogenschijnlijke betrouwbaarheid.

Instructies
Met devices (laptop geadviseerd)
  • Laat de studenten individueel of in tweetallen de vraag maken.
Zonder devices
  • Laat één voor één een student naar voren komen om een uitroepteken te slepen naar een van de kenmerken.
  • Klik rechtsonder op de knop 'Controleren' om te zien of de uitroeptekens goed versleept zijn.
Na het verslepen:
  • Bespreek de resultaten na.
  • Welk kenmerk verrast jullie? Waar zou jij gevoelig voor zijn? Voor de tijdsdruk? Het aangeboden geld? Of het zielige verhaal over geldproblemen?
  • Heeft een van jullie wel eens met een fraudeur te maken gehad? Hoe heb je dat aangepakt. 
De gegevens uit deze slide zijn afgeleid van de basisles op de site www.zowerktfraude.nl.

In ruil voor een flinke beloning storten geldcriminelen gestolen geld (gekregen via oplichting) voor een korte periode op de rekening van een jongere. Om het bedrag daarna met de bankpas te pinnen. 
Hoe noem je iemand die zijn bankrekening daarvoor laat gebruiken?
A
Een ezelsoor
B
Een muilezel
C
Een pakezel
D
Een geldezel

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Banken zijn alert op het witwassen van geld via bankrekeningen. 
Zij komen in actie als er veel geld op een rekening wordt gestort 
en het snel wordt opgenomen.
Stel jij bent ingezet als geldezel en je wordt gepakt.
Ben jij dan schuldig aan een crimineel vergrijp?
A
Nee, je bent juist een slachtoffer van geldcriminelen. Daar kan je niets aan doen.
B
Ja, je bent schuldig. Je krijgt een waarschuwing dat je het niet nog een keer mag laten gebeuren.
C
Ja, je bent schuldig. Je krijgt een strafblad en de kans is aanwezig dat je het geld terug moet betalen.
D
Nee, je bent niet schuldig. Je moet wel een cursus volgen zodat het niet nog eens gebeurt.

Slide 19 - Quizvraag

Voor de docent

Het feit dat geldezels niet als slachtoffer, maar als dader worden gezien kan voor reacties zorgen.

Bespreek met de klas:
  • Vinden jullie het eerlijk dat een geldezel gepakt wordt? Waarom wel/niet?
  • Wat zou in jullie ogen moeten gebeuren met een geldezel?
Wat doe jij om niet het slachtoffer te worden van
GELDCRIMINALITEIT?
?

Slide 20 - Woordweb

Voor de docent
In dit woordweb kunnen de studenten alle mogelijke oplossingen aangeven om zichzelf te beschermen tegen geldcriminaliteit.

De antwoorden kunnen eventueel in categorieën bij elkaar worden gezet; digitale beveiliging (wachtwoorden, blokkeren, firewalls, etc), hulp van derden (praten met vrienden, volwassenen, adviserende instanties), alert blijven, etc.

Bespreek met groep of zij met elkaar voldoende op de hoogte zijn van welke vormen van Geldcriminaliteit er zijn én hoe zij zich er tegen kunnen beschermen.

Wie wil voorkomen dat leeftijdsgenoten trappen in de trucs van geldcriminelen, zou uitgedaagd kunnen worden in Challenge nr. 3 (zie de op een na laatste slide).

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

?
Waar spaar jij voor? Of waar wil je voor sparen?
Klik op de hotspots en sleep ze naar het bij jou
passende vak.
studie
games
pensioen
shoppen
vakantie
woning
kleding
Nooit
Ooit
Nu
rijbewijs

Slide 22 - Tekstslide

Voor de docent

Instructies klassikaal (zonder devices)
  • Klik op een hotspot en laat de klas vingers op steken per item. Wie kiest voor Nooit, wie voor Ooit en wie voor Nu. Sleep de hotspot naar het vak met de meeste stemmen.
  • Ga vervolgens het gesprek met ze aan. Waarom spaart de ene student wel en de ander niet? Hoe bepalen ze de figuurlijke waarde van een item? Hoe lastig is het om je wensen van nu af te wegen tegen jouw belangen later?
  • Als je groep het aan kan, zou je de drie partijen met elkaar kunnen laten discussiëren. 
Instructies met devices
  • Laat de studenten ieder voor zich de vraag beantwoorden. 
  • Maak vervolgens tweetallen en laat ze met elkaar de antwoorden bespreken. 
  • Waar zitten de verschillen? Hoe beargumenteren ze hun keuze? Welke vraag zouden ze de ander willen stellen naar aanleiding van de ingevulde vraag?
  • Klassikaal zou je kunnen kijken wat de strekking van de onderlinge gesprekken was.

Ga jij weleens niet mee met vrienden? Of koop jij iets niet om te bereiken waar je voor spaart?

Slide 23 - Poll

Voor de docent
Het resultaat van de poll biedt een mooi startpunt voor een gesprek.
- Hoe gedreven zijn de studenten om te sparen? Is de verleiding van dat moment groter dan het in de toekomst liggende doel?
- Zijn de studenten zich bewust van hun verantwoordelijkheid nu over hun financiële situatie later? 
- Zijn er studenten in de groep die sparen? Zo ja, waar sparen zij voor?

Voordelen
?
Denkend aan later. Waar droom jij van?
Hoe zie jij jouw toekomst voor je?

Slide 24 - Open vraag

Voor de docent
Daag bij deze vraag de studenten uit groot te dromen. 

  • Wat verwachten zij van hun toekomst?
  • Hoe willen ze later wonen?
  • Wat willen ze kunnen doen (en laten)?
  • Wanneer willen zij met pensioen?
Bekijk met elkaar de antwoorden en stel eens de vragen:
  • Hoe haalbaar zijn deze wensen?
  • Wanneer heb je genoeg om goed te kunnen leven? En wat is dat, een goed leven?
  • Kunnen de studenten van nu er vanuit gaan dat zij dezelfde zorg en middelen krijgen als de ouderen nu?
  • Wat betekent dat voor het omgaan met geld voor hen? Dromen is mooi, sparen ook, maar waarvoor en hoeveel heb je eigenlijk nu en later nodig? Zo lang je bewust bent van wat je wilt en wanneer je het wilt én je daarop (tijdig) anticipeert dan maak je de goede afwegingen. Jij hebt de regie over je eigen leven. Maar je moet niet je kop in het zand steken.


Voordelen
?
Wat zou jij doen met een miljoen?

Slide 25 - Open vraag

Voor de docent
Daag bij deze vraag de studenten uit groot te dromen. 

  • Wat verwachten zij van hun toekomst?
  • Hoe willen ze later wonen?
  • Wat willen ze kunnen doen (en laten)?
  • Wanneer willen zij met pensioen?
Bekijk met elkaar de antwoorden en stel eens de vragen:
  • Hoe haalbaar zijn deze wensen?
  • Wanneer heb je genoeg om goed te kunnen leven? En wat is dat, een goed leven?
  • Kunnen de studenten van nu er vanuit gaan dat zij dezelfde zorg en middelen krijgen als de ouderen nu?
  • Wat betekent dat voor het omgaan met geld voor hen? Dromen is mooi, sparen ook, maar waarvoor en hoeveel heb je eigenlijk nu en later nodig? Zo lang je bewust bent van wat je wilt en wanneer je het wilt én je daarop (tijdig) anticipeert dan maak je de goede afwegingen. Jij hebt de regie over je eigen leven. Maar je moet niet je kop in het zand steken.

Denk je dat je gelukkiger bent als miljonair?

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies