Dinsdag 1 oktober

• NT2
• MBO
• Studiejaar 2

Welkom in de T2!

Programma

Starter: elfje herfst

• 2.7
  
• Herhalen thema 2:
  

- Woordenschat met gatenteksten

- Grammatica hebben of zijn + werkwoorden met een vast voorzetsel.

Pauze

- Waarvoor gebruik je het? Om ...te 

- NOS nieuws van de week

Afsluiter: woordketting 

Hebben of zijn: ZN en snelle zin en wat is er gebeurd?

Elfje - voorbeeld

Herfst

Prachtige bladeren

In alle kleuren

Rood, oranje en bruin

Fantastisch

Hebben of zijn: ZN en snelle zin en wat is er gebeurd?

Wat is er gebeurd?

Voorbeeld 1:

Cursist A: Wouter heeft pijn in zijn arm.

Cursist B: Is hij gevallen?

Cursist A: Nee.

Cursist B: Heeft hij gesport?

Cursist A: Ja. 

(De situatie is: Wouter heeft zich met tennis pijn gedaan).

Wat is er gebeurd (2)?

Voorbeeld 2:

Cursist A: Ed koopt veel nieuwe meubels.

Cursist B: Zijn zijn oude meubels kapotgegaan?

Cursist A: Nee.

Cursist B: Heeft hij een ander huis gekocht?

Cursist A: Ja. 

(De situatie is: Ed heeft een groot huis gekocht).

Pauze

Huiswerk

• Leren voor de toets!

           Tot volgende week!