Les 3 & 4 Begeleider deel 1: Observeren en zelfbeeld

• B&L
• MBO
• Studiejaar 1

De sportleider als begeleider 1

B&L periode 4

Les 1/2

Observatie & zelfbeeld

Inhoud

• Observatie
• Waarnemingsfouten
• Observatiemethoden
• Methodische observatie
• Zelfbeeld & bouwstenen
• Verschillende zelfbeelden
• Vragen?

Wat is observeren?

• Observeren: bewust en doelgericht waarnemen met als doel informatie verzamelen
• Waarnemen: het ontvangen van signalen uit je omgeving
• Interpreteren: het betekenis geven aan waargenomen verbalen en non-verbale signalen 

Wat zie je?

Wat zie je?

Welke uitspraak is juist

1. Voor een sportleider is het gericht kijken naar bewegende mensen een belangrijk onderdeel van zijn werk.
2. Observeren is een tamelijk eenvoudige vaardigheid.
3. Je gaat eerst observaties interpreteren en daarna beschrijven
4. Als je betrouwbaar en objectief geobserveerd hebt hoef je niet ook nog eens nauwkeurig te zijn.

Als we betekenis geven aan verbale en non verbale signalen dan zijn we aan het:

1. Waarnemen
2. Interpreteren
3. Oordelen
4. Projecteren

Eisen voor een goede observatie

• Betrouwbaar: bij herhaalde meting hetzelfde resultaat;
• Valide: geeft een instrument je de juiste informatie;
• Objectief: feiten, geen meningen;
• Nauwkeurig: alles registreren wat je ziet of hoort;
• Onafhankelijk: geen sprake van gezamenlijk belang

Waarnemen en waarnemingsfouten

Belangrijkste waarnemingsfouten:

• Selectief waarnemen
• Subjectief waarnemen
• Begin en eind
• Contrast
• Projectie

Observatiemethoden

• Participerende observatie (zelf meedoen)

• Niet-participerende observatie (zit je aan de kant en observeert)

• Kwalitatieve observatiemethode
    Je kijkt naar wat er gebeurt, naar het gedrag dat iemand vertoont.

       Event sampling: beschrijven van een bijzondere gebeurtenis aan de hand van de ABC-                     methode

       A: Aanleiding

       B: Behaviour (gedrag)

       C: Consequentie of vervolg

• Kwantitatieve observatiemethode

       Bij een kwantitatieve observatie gaat het om de hoeveelheid. Hoe vaak, hoe lang, hoe snel...           enzovoorts.

De ABC methode bij event sampling staat voor:

1. A-Bra-Cadabra
2. Aanleiding-Behaviour-Consequentie
3. Algemeen-Basis-Contact
4. Alledaags-Beginner-Contact

Het stappenplan

1. Bepaal het doel
2. Bepaal het te observeren gedrag
3. Kies een passende observatiemethode
4. Kies eventuele hulpmiddelen
5. Bepaal de observatiesituatie
6. Kies een manier van rapporteren 

Als ik aan de kant ga zitten om goed de deelnemers te kunnen observeren dan noemen we dit een ... observatie.

1. Participerende
2. Niet participerende
3. Kwantitatieve
4. Slechte

Noem een voordeel en een nadeel van een participerende observatie:

Zelfbeeld

Zelfbeeld

• Het subjectieve oordeel dat iemand zich vormt van zichzelf onder invloed van anderen en onder invloed van ervaringen
  - Hoe kijk je naar jezelf?
  - Hoe beoordeel jij je gedrag?

Vragen?