Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren

examentraining VMBO-T 4

THIS IS IT....
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

THIS IS IT....

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Wat neem je mee voor je examen Engels?

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

In welke taal moet je open vragen op het examen invullen?

Slide 13 - Open vraag

signaal woorden
als je slim bent , leer je de signaal woorden


Slide 14 - Tekstslide

Stappenplan
  1. Houd de tijd in de gaten.
  2. Kijk naar de titel, inleiding, naam van de schrijver etc.
  3. Wat weet je al van het onderwerp?
  4. Lees de hele tekst door.
  5. Probeer lastige woorden te begrijpen via de context.
  6. Lees alinea voor alinea - examenvragen.
  7. Let op de eerste en laatste zin van de alinea.
  8. Bevatten deze een aanwijzing?
  9. Scharnierwoorden.
  10. Wat is je eigen antwoord?
  11. Kies het antwoord wat het dichtste bij je eigen ligt.
  12. Open vragen kort en bondig beantwoorden.

Slide 15 - Tekstslide

Leesstrategieën
  1. Voorspellen aan de hand van de plaatjes en de titel.
  2. Skimmen
  3. Brede belangstelling helpt - lees de krant, volg het nieuws
  4. Oefen met examenteksten - examenbundel of examenblad.nl
  5. Scannen
  6. Vergelijk woorden met andere talen.
  7. Lijkt het op een ander Engels woord?
  8. Voorvoegsels.
  9. Formuleer eerst je eigen antwoord
  10. Eerst tekst lezen of eerst vragen lezen?


Slide 16 - Tekstslide

Woordenboek
  1. de woorden staan in alfabetische volgorde.
  2. afkortingen.
  3. uitdrukkingen en spreekwoorden.
  4. zoek het basiswoord.
  5. meerdere betekenissen.
  6. gebruik en oefen met je eigen woordenboek.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Woordquiz
Ken jij deze woorden? 
Vertaal ze en geef aan wat de relatie is wat het woord impliceert...

Slide 19 - Tekstslide

also

Slide 20 - Open vraag

furthermore

Slide 21 - Open vraag

because

Slide 22 - Open vraag

although

Slide 23 - Open vraag

then again

Slide 24 - Open vraag

still

Slide 25 - Open vraag

unless

Slide 26 - Open vraag

eventually

Slide 27 - Open vraag

that's why

Slide 28 - Open vraag

Slide 29 - Tekstslide