Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren
Bezoek de website
‹
Terug naar zoeken
examenwoorden
1 / 20
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
MBO
Middelbare school
Beroepsopleiding
Leerjaar 1
Studiejaar 1
In deze les zitten
20 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslide
.
Lesduur is:
20 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
aanbeveling
A
iemand aansporen tot handelen
B
afwegen van voor- en nadelen
C
goede raad, advies
D
bedenking, tegenwerping
Slide 2 - Quizvraag
citeren
A
letterlijk aanhalen van een stukje tekst
B
hoofdgedachte van de tekst
C
gevolgtrekking
D
samenhang. overeenstemming
Slide 3 - Quizvraag
consistent
A
gevolgtrekking
B
uitdrukkelijk, nadrukkelijk, ondubbelzinnig
C
logische opbouw, past bij de verstrekte gegevens
D
redenering die aannemelijk lijkt, maar niet klopt
Slide 4 - Quizvraag
definitie
A
precieze omschrijving van de term
B
veronderstelling, iets dat nog gewezen moet worden
C
kenmerken van iets of iemand
D
antwoord op een probleem
Slide 5 - Quizvraag
paradox
A
waardoor het komt
B
een reeks, bijvoorbeeld van argumenten, meningen of voorbeelden
C
schijnbare tegenstelling
D
gedachtegang volgens een logisch patroon
Slide 6 - Quizvraag
impliciet
A
verstekken van gegevens om een ander informatie bij te brengen
B
hetgeen waarmee het doel wordt bereikt
C
argumenten die gelijkwaardig zijn aan elkaar
D
onuitgesproken, tussen de regels door.
Slide 7 - Quizvraag
karakterisering
A
kenmerken van iets of iemand
B
onderscheidingen aanbrengen in de tekst
C
veronderstelling, iets dat nog bewezen moet worden
D
tekstopbouw
Slide 8 - Quizvraag
hypothese
A
reden/verklaring waarom iets zo is
B
afzwakken
C
veronderstelling, iets dat nog bewezen moet worden
D
een beschuldigende opmerking
Slide 9 - Quizvraag
uiteenzetting
A
doel van de tekst
B
ter verduidelijking
C
voorbeelden geven of een nadere uitleg
D
tekstsoort met uitleg met duidelijk omschrijving van de processen
Slide 10 - Quizvraag
verwijt
A
een beschuldigende opmerking
B
ter verduidelijking
C
probleem bespreken dat aan de orde is in de tekst
D
voorbeeld geven of een nadere uitleg
Slide 11 - Quizvraag
veronderstelling
A
een aanname
B
onderbouwing van een standpunt
C
wetenschappelijke opvatting
D
mening, overtuiging
Slide 12 - Quizvraag
retorische vraag
A
vraag die al eerder is gesteld
B
samenvatting van de gestelde vragen
C
vragen die alleen met ja-nee beantwoord kunnen worden
D
vragen waarop geen antwoord wordt verwacht
Slide 13 - Quizvraag
tegenwerping
A
als je oneens bent met de schrijver
B
de bedoeling van de schrijver
C
ondergeschikt argument
D
een aanmerking op of een bezwaar tegen een eerdere bewering
Slide 14 - Quizvraag
oneigenlijk
A
iets niet willen toegeven
B
waardoor het komt
C
antwoord op een probleem
D
voor iets anders dan waar het voor bedoeld is
Slide 15 - Quizvraag
weerlegging
A
bewijs dat een argument of bewering onjuist is
B
uitlegging van de weersverwachting
C
eis waaraan voldaan moet worden
D
een aanname
Slide 16 - Quizvraag
drogreden
A
overeenkomst tussen bijvoorbeeld twee meningen of standpunten
B
een beschuldigende opmerking
C
een redenering die aannemelijk lijkt, maar niet klopt
D
uitdrukkelijk, nadrukkelijk, expliciet
Slide 17 - Quizvraag
expliciet
A
iets dat medebepalend is
B
uitdrukkelijk, nadrukkelijk, ondubbelzinnig
C
gevolgtrekking
D
bedenking, tegenwerping
Slide 18 - Quizvraag
analyse
A
uiteenzetting van de problemen
B
systematisch onderzoek waarbij probleem duidelijk wordt
C
tekst kunnen verdelen in inleiding, kern en slot
D
argumentenstructuur in de tekst
Slide 19 - Quizvraag
exact
A
een redenering waaruit de juistheid van het gestelde blijkt
B
Precies. Antwoord is wetenschappelijk juist
C
redenering waaruit de juistheid van het gestelde blijkt
D
bij benadering
Slide 20 - Quizvraag