Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren
Bezoek de website
‹
Terug naar zoeken
DOEL EN PUBLIEK
Tekstdoel en publiek
1 / 19
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
In deze les zitten
19 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Tekstdoel en publiek
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen
Aan het einde van deze les weet je:
hoe je publieksgericht kunt schrijven
wat de schrijver met zijn tekst wil bereiken
en voor wie de tekst bedoeld is.
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Test jezelf!
n.a.v. de bekeken video uit de weekplanner
Slide 5 - Tekstslide
Waarom is het belangrijk om de toon en het taalgebruik aan te passen aan je publiek?
Slide 6 - Open vraag
Wat is het verschil tussen formeel en informeel?
Slide 7 - Open vraag
Formeel
Informeel
u/uw
Je/jij
Smartphone
Mobieltje
Dag Henk
Geachte heer/mevrouw,
Communiceren
Praten
Slide 8 - Sleepvraag
Hoe kun je zien voor wie een tekst bedoeld is?
Door te kijken naar:
A
Het onderwerp en de afbeeldingen
B
Onderwerp, taalgebruik, inhoud, lay-out, locatie
C
De schrijver van de tekst
D
Het tekstdoel
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Ik ken de vier tekstdoelen
A
Ja
B
Nee
C
Misschien
D
Niet alle vier
Slide 11 - Quizvraag
Welke is GEEN tekstdoel?
A
Informeren
B
Fantaseren
C
Instrueren
D
Overtuigen
Slide 12 - Quizvraag
Wat zijn voorbeelden van tekstdoelen?
A
artikel, tijdschrift, krant, recept
B
informeren, instrueren, activeren, overtuigen
C
informerende tekst, activerende tekst, overtuigende tekst
D
Formeel/informeel
Slide 13 - Quizvraag
Tekstsoorten
Slide 14 - Tekstslide
Sleep de tekstvormen naar de bijbehorende tekstdoelen.
informeren
overtuigen
activeren
amuseren
stripverhaal
handleiding
schoolboektekst
filmrecensie
advertentie
roman
ingezonden brief
Slide 15 - Sleepvraag
Welke tekstvorm hoort bij het gegeven tekstdoel?
Overhalen
Amuseren
Instrueren
Informeren
Slide 16 - Sleepvraag
Opdracht deze week
Maak nu individueel de opdrachten uit Starttaal: hoofdstuk 4: opdracht 2,3,4, 5
Je maakt de opdrachten individueel en hoeft dus niet met een klasgenoot samen te werken
Slide 17 - Tekstslide
Ik weet het verschil tussen formeel en informeel
Ik weet welke tekstdoelen er zijn en hoe je ze kunt herkennen.
Slide 18 - Sleepvraag
Vragen?
Slide 19 - Tekstslide