Ondernemingen kunnen korting ontvangen van hun leveranciers. Er zijn meerdere manieren waarop kortingen worden gegeven.
1. Rabat
2. Omzetbonus
3. Korting voor contante betaling
4. Kredietbeperkingstoeslag
Slide 2 - Tekstslide
1. Rabat
Een korting die de fabrikant aan een winkelier verleent als de fabrikant de consumentenprijs vaststelt. Dit gebeurt vooral bij merkartikelen.
Het rabat is voor de winkelier de brutowinst.
Bijvoorbeeld: een kledingstuk van het merk Nikkie kost vaak in iedere winkel hetzelfde.
Slide 3 - Tekstslide
2. Omzetbonus
Een koper krijgt een omzetbonus als hij binnen een bepaalde periode (vaak een jaar) voor een bepaald bedrag inkoopt.
Je rekent dan vaak met een tabel, zoals deze:
Aankopen:
Bonuspercentage %
< 250.000
0%
250.000 - 600.000
3%
> 600.000
4,5%
Slide 4 - Tekstslide
3. Korting voor contante betaling
De koper krijgt dan korting wanneer hij sneller betaalt dan gebruikelijk is.
Dit hoeft niet persé bij een contante betaling te zijn! Kan ook bij facturen.
Bijvoorbeeld: normaal gesproken betalen afnemers van Tichelaar binnen 30 dagen. Ze krijgen 1% korting op de factuur wanneer ze binnen 14 dagen betalen.
Slide 5 - Tekstslide
4. Kredietbeperkingstoeslag
Manier om klanten sneller te laten betalen. Dit lijkt op de korting voor contante betaling.
Echter: nu staat er een extra bedrag op de factuur, in plaats van een korting.