Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren

Tijd en snelheid

Wat gaan we deze les doen?
  • Snelheid
  • Voorkennis activeren
  • Instructie en opgaven
  • Afsluiting
  • 1 examenopgave                        Lesduur 50 minuten
1 / 76
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 76 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we deze les doen?
  • Snelheid
  • Voorkennis activeren
  • Instructie en opgaven
  • Afsluiting
  • 1 examenopgave                        Lesduur 50 minuten

Slide 1 - Tekstslide


A
53,7 km/u
B
50,2 km/u
C
503,0 km/u
D
52,8 km/u

Slide 2 - Quizvraag

Tijd en Snelheid
Na deze les kennen jullie de eenheden van tijd en snelheid en kunnen jullie de snelheid berekenen.

Slide 3 - Tekstslide

welke eenheden
van tijd ken je?

Slide 4 - Woordweb

Tijdseenheden 

Slide 5 - Tekstslide

1 kwartaal = 
1 uur
Koppel de juiste tijdseenheden !
1 eeuw =
1 jaar =
3 maanden
100 jaar
52 weken
3 600 sec

Slide 6 - Sleepvraag

Eenheid van tijd
A
centimeter
B
Megabyte
C
kilogram
D
dag

Slide 7 - Quizvraag

Notatie tijd
Wat betekent 6:15:12,3 uren?
6 uren, 15 minuten en 12,3 seconden

Hoeveel seconden zijn dat?
Totaal 6*3600 + 15*60 + 12,3 = 22512,3 seconden

Slide 8 - Tekstslide

Hoeveel uur is 50 seconden?

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

1,25 uur hoeveel uur en minuten is dat?
A
1 uur en 15 minuten
B
1 uur en 25 minuten
C
anderhalf uur
D
125 minuten

Slide 11 - Quizvraag

Vera loopt op de atletiek een ronde en houdt
dit bij op de stopwatch. Hoeveel seconden is dit, geheel getal ?

Slide 12 - Open vraag

Iris doet mee aan de Wedstrijd Nieuwelingen, cat 1 en Wedstrijd junioren, cat 5. Hoeveel minuten zitten er tussen de start van beide wedstrijden?
A
145
B
85
C
2 uur , 25 minuten
D
135

Slide 13 - Quizvraag

Tijd en snelheid

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

 Formule om de gemiddelde snelheid te berekenen.

Slide 16 - Tekstslide

 snelheid berekenen

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

afstand = snelheid x tijd
tijd = afstand : snelheid
snelheid = afstand : tijd

Slide 21 - Tekstslide

Snelheid
Snelheid = afstand : tijd
m/s  of    km/h

Stel een lift gaat 45 meter omhoog en doet hier 15 seconden over. Wat is de snelheid?
Snelheid = afstand : tijd = 45 : 15 = 3 m/s

Slide 22 - Tekstslide

Een scooter rijdt 3 uur lang met een gemiddelde snelheid van 35 km/h. Hoeveel km heeft de scooter afgelegd?
A
100
B
11,7
C
105
D
95

Slide 23 - Quizvraag

Een hardloper loopt de 100 meter in 9 seconde. Hoeveel km per uur is dat?

Slide 24 - Open vraag

uitleg
100 meter in 9 seconde dus 100 :9= 11,11111 m/sec
in een minuut is dat 11,11111x60=666,66666 m/minuut
in een uur is dat 666,66666 x60= 40.000 m/uur
Maar we willen weten km/u dus delen door 1000 maakt 40 km/uur
of 11,111111 m/s x 3,6= 40 km/uur

Slide 25 - Tekstslide

Kaan heeft een motor deze rijdt gemiddeld 120 km/uur. Hoeveel km legt hij af in 75 minuten?

Slide 26 - Open vraag

uitleg
120 km legt hij af in 1 uur (=60 minuten)
120 km : 60= 2 km per minuut
in 75 minuten 75 x 2 km= 150 km

Slide 27 - Tekstslide

Een voertuig heeft 3000 m afgelegd. Als dit voertuig er 60 s over heeft gedaan, hoeveel m/s reed het dan gemiddeld?
  • gegeven  - 3000 m 60 s 
  • gevraagd  - snelheid v
  • formule v= s/t (snelheid = afstand/tijd) 
  • berekening v= 3000/60 
  • antwoord v= 50 m/s 
  • eenheid oke 

Slide 28 - Tekstslide

van m/s naar km/h
Hoeveel m is één km? 1000 m. -> Dus één m is 0,001 km.
Hoeveel seconden gaan er in één uur? 3600 s.
Dus om van m/s naar km/s deel je door 1000 (dan heb je het aantal km per seconde),
maar je moet het in km/h hebben, dus vermenigvuldig je met 3600 (want in één uur zitten 3600 seconden).Je kunt dus ook direct het aantal m/s vermenigvuldigen met 3,6.

Bijvoorbeeld, ik loop 1 m/s, dus 0,001 km/s. In een uur zitten 3600 s, 
dus heb ik 3600s x 0,001km/s = 3,6 km afgelegd in één uur,  dus 3,6 km/h.

Van km/h naar m/s is uiteraard deel je het aantal km/h door 3,6.

Slide 29 - Tekstslide

omrekenen 
a. 60 km/u hoeveel m/s is dat? 
b. 15 m/s hoeveel km/u is dat?

Slide 30 - Tekstslide

Van m/s naar km/u
x 3,6
  • 15 m/s = ....   km/u
  • 15 x 3,6 = 54 km/u

Slide 31 - Tekstslide

van km/u naar m/s
: 3,6
  • 54 km/u = .... m/s
  • 54 : 3,6 = 15 m/s

Slide 32 - Tekstslide

Als je snelheden wilt omrekenen van m/s naar km/h,
moet je vermenigvuldigen met 3,6.
Reken 10 m/s om naar km/h
A
63 km/h
B
36 km/h
C
0,36 km/h
D
3,6 km/h

Slide 33 - Quizvraag

Aisha fiets 21 km/u
hoeveel meter fiets zij per seconde? rond af op 2 decimalen

Slide 34 - Open vraag

uitleg
21 km/u :3,6 = 5,83 m/s

óf 21 : 60= 0,35 km/minuut
0,35: 60 = 0,0058333 km/seconde
we willen m/s hebben ipv km dus x 1000
0,00583333x1000= 5,83m/s

Slide 35 - Tekstslide

wat is sneller?
60 km/u of 15 m/s?
A
60 km/u
B
15 m/s

Slide 36 - Quizvraag

10,44 meter per seconde. Hoeveel is dat in km/u?

Slide 37 - Open vraag

: 3,6
x 3,6

Slide 38 - Sleepvraag


Slide 39 - Open vraag

examen 2F

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Examen 3F

Slide 42 - Tekstslide

Uitwerking
stap 1

stap 2

stap 3

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Afsluiting
Wat hebben we geleerd?
- Tijdseenheden
-Tijdseenheden omrekenen
- Snelheid/afstand berekenen

Volgende keer
-examen opgaven

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Woordweb

Maken opgaven
- Opgaven Quiz
uitleg 

-Huiswerk

En natuurlijk de online opgaven niet vergeten!

Slide 47 - Tekstslide

tijd en snelheid

Slide 48 - Tekstslide

wat leer je deze les?
  1.  De eenheden van tijd en deze omrekenen.            
  2. rekenen met dagen, maanden en jaren.                  
  3. Snelheid berekenen in m/s en km/u                           
  4. Het omrekenen van km/u naar m/s en andersom
  5. Afstand berekenen                                                             

Slide 49 - Tekstslide

snelheid=is de verhouding tussen afstand en tijd

snelheid is afstand :tijd
in meter per seconde m/s
of in kilometer per uur km/u

Slide 50 - Tekstslide

Van km/u naar m/s
Van m/s naar km/u
x 3,6
: 3,6

Slide 51 - Sleepvraag

een lift gaat 45 meter omhoog in 15 seconde. Wat is de snelheid van de lift in meter per seconde?
A
0,33 m/s
B
180 m/s
C
3 m/s
D
675m/s

Slide 52 - Quizvraag

Een voertuig heeft 3000 m afgelegd. Als dit voertuig er 60 s over heeft gedaan, hoeveel m/s reed het dan gemiddeld?

Slide 53 - Tekstslide

De formule is:
Snelheid = afstand : tijd
Snelheid
Tijd
Afstand

Slide 54 - Sleepvraag

gemiddelde snelheid = afstand/tijd 
afstand = 
gemiddelde snelheid x tijd 
Tijd = afstand/
gemiddelde snelheid

Slide 55 - Tekstslide

Basisbeginselen 

Slide 56 - Tekstslide

1 week hoeveel minuten is dat?
A
7
B
7 x 24
C
7 x 24 x 60
D
7 x 24 x 60 x 60

Slide 57 - Quizvraag

tijd omrekenen 

Slide 58 - Tekstslide

Snelheid 

Slide 59 - Tekstslide

Snelheid
Snelheid is de verhouding tussen een afstand en de tijd waarin die afstand wordt afgelegd.

Eenheden voor snelheid zijn kilometer per uur (km/u) en meter per seconde(m/s).

Als je de afstand en de tijd weet, kun je de snelheid berekenen.

Slide 60 - Tekstslide

3 formules
* snelheid = afstand : tijd

* afstand = snelheid x tijd

* tijd = afstand : snelheid

Slide 61 - Tekstslide

Slide 62 - Video

Snelheid m/s
m/s = zoveel meter per seconde

Usain Bolt loopt de honderd meter in 9,58 sec. WERELDRECORD

Slide 63 - Tekstslide

100 meter in 9,58 seconden. Hoeveel is dat ongeveer in m/s?

Slide 64 - Open vraag

Truus wint de 100 meter met een tijd van 12 seconden, hoeveel kilometer per uur loopt Truus ongeveer?
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 65 - Quizvraag

Truus loopt 100 meter in 12 seconden.
Van 12 seconden naar 60 (12:2 x 10)
Dus 100 meter :12 x 10 = 83,33 meter

Dan 60 seconden = 1 minuut -> x 60 is 60 minuten is een uur.
83,33 meter x 60 = 4999,8 meter is ongeveer 5 km

Slide 66 - Tekstslide

x 3600
:3600

Slide 67 - Tekstslide

Omrekenen km/uur en m/s

Slide 68 - Tekstslide

Je rijdt in de auto 36 km/uur. Hoeveel m/s rijdt je?
A
10 m/s
B
129,6 m/s
C
1 m/s
D
0,6 m/s

Slide 69 - Quizvraag

Hoe kom je bij het antwoord?

Slide 70 - Tekstslide

Slide 71 - Video

Je rijdt met de auto naar huis met een gemiddelde snelheid van 30 km/uur. Je bent 35 minuten onderweg. Hoeveel km heb je afgelegd?
A
35 km
B
30 km
C
17,5 km
D
12,5 km

Slide 72 - Quizvraag

Hoe kom je bij het antwoord?

Slide 73 - Tekstslide

De marathonloper liep de marathon met een snelheid van 21,156 km/uur.
Wat was zijn snelheid in m/s?
A
5,877 m/s
B
21,156 m/s
C
0,3526 m/s
D
76,16 m/s

Slide 74 - Quizvraag

Hoe kom je bij het antwoord?

Slide 75 - Tekstslide

km/uur en m/s


Afstand = Snelheid x Tijd
Tijd = Afstand : Snelheid
Snelheid = Afstand : Tijd

Slide 76 - Tekstslide