Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren

Breuken vermenigvuldigen en delen

Welke breuk kun je voor het rode vak opschrijven?
1 / 22
volgende
Slide 1: Open vraag
RekenenMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welke breuk kun je voor het rode vak opschrijven?

Slide 1 - Open vraag

Vermenigvuldigen met breuken


Bij het vermenigvuldigen van een breuk met een geheel getal, vermenigvuldig je de teller met het gehele getal.
Dus:
geheel getal x breuk = geheel getal x teller
                                                       noemer


Slide 2 - Tekstslide

Drie vrienden eten allen een achtste deel van een pizza. Hoeveel pizza hebben ze gegeten?

Slide 3 - Open vraag

Vermenigvuldigen van breuken
Berekening:

3 x 1  =      3 x 1 =       3 
       8              8             8

Slide 4 - Tekstslide

Hoeveel is 8 x 2/8 ?
Vereenvoudig zo ver mogelijk!
A
16/8
B
1 6/8
C
2
D
1

Slide 5 - Quizvraag

Delen met breuken
Bij het delen van een breuk door een geheel getal, deel je de teller van de breuk door het gehele getal.

Breuk: geheel getal  =   teller : geheel getal
                                       noemer
Dus: 2/8 : 2 =      2 : 2  =     1 
                                    8            8

Slide 6 - Tekstslide

Delen met breuken
Ook kun je van het hele getal een gelijknamige breuk maken.
dus 40 gedeeld door één vierde kan als volgt berekend worden:
40/1  : 1/4 =   160/4 : 1/4 = 160 : 1  = 160      =    1 
                                      4 : 4           1

Slide 7 - Tekstslide

Karin heeft 4 liter cola. Zij schenkt glazen van 1/5 liter in. Hoeveel glazen kan ze vullen?
A
40
B
30
C
20
D
10

Slide 8 - Quizvraag

Delen met breuken
Berekening:

4 : 1/5  = 20/5 : 1/5 = 20 :1  = 20  =  20
                                              5          1 

Slide 9 - Tekstslide

3 x 1/7 =

Slide 10 - Open vraag

5 x 4 / 7 =

Slide 11 - Open vraag

10/12 : 2 =

Slide 12 - Open vraag

5 : 5/7 =

Slide 13 - Open vraag

Breuken, decimale getallen en verhoudingen
1 van de vier blokjes is wit = 1/4 deel
3 van de vierblokjes zijn rood = 3/4 deel

4 van de 16  blokjes zijn rood = 4/16
4/16 = 1/4 deel is rood

Slide 14 - Tekstslide

Van een decimaal getal naar een breuk en andersom
Een getal met één decimaal getal spreek je uit als tienden
0,1 = 1 tiende
Een getal met twee decimalen spreek je uit als honderdsten
0,01 = 1 honderdste
Een getal met 3 decimalen spreek je uit als duizendsten
0,001 = 1 duizendste

Slide 15 - Tekstslide

Van decimaal getal naar een breuk en omgekeerd
Een decimaal getal kan eenvoudig als breuk worden genoteerd
0,1 = 1/10  
0,01 = 1/100
0,001 = 1/1.000

Slide 16 - Tekstslide

Schrijf 0,9 in een breuk

Slide 17 - Open vraag

Schrijf 0,25 in een breuk

Slide 18 - Open vraag

Schrijf 0,125 in een breuk

Slide 19 - Open vraag

Een breuk als deling 
3/8 kun je gewoon op je rekenmachine intypen:   3 : 8 
Uitkomst van 3 : 8 =  0,375
1/6 = 1 : 6 = 0,1667 (afgerond op vier decimalen)

Slide 20 - Tekstslide

Typ 3/4 als decimaal getal

Slide 21 - Open vraag

Waar of niet waar:
7/10 is kleiner dan 0,5

Slide 22 - Open vraag