aan het einde van de les ken je de kenmerken van de ontwikkelingsfasen van de baby tot en met het schoolkind
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3
In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Ontwikkelingsfasen van baby tot volwassene.
welkom in deze lesson up les.
Het doel van deze les:
aan het einde van de les ken je de kenmerken van de ontwikkelingsfasen van de baby tot en met het schoolkind
Slide 1 - Tekstslide
Ieder mens veranderd in zijn leven en maakt ontwikkelingen door.
Dat begint al meteen na de geboorte en gaat je hele leven door.
Je groeit, je lichaam veranderd niet alleen van buiten maar ook van binnen. Je leert steeds nieuwe dingen en gaat ook anders denken naarmate je ouder wordt.
We noemen dit de ontwikkelingsfasen.
Deze fasen zijn ingedeeld in een aantal groepen
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Noem de 3 ontwikkelingsgebieden
Slide 4 - Open vraag
Wat bedoelen we met: Lichamelijke of motorische ontwikkeling?
Slide 5 - Open vraag
Hoe noemen we de fase van 0 - 1 ,5 jaar?
A
baby
B
kleuter
C
peuter
D
schoolkind
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
Wat is een reflex?
Slide 8 - Open vraag
Wanneer de moederborst langs het mondje van de baby strijkt begint hij meteen te zuigen, dit noemen we de zuigreflex.
De zuigreflex is in eerste plaats belangrijk om te drinken maar ook om later goed te leren praten.
Vanaf de geboorte klemt de baby zijn vingers om alles wat hij in zijn handje krijgt, dit heet de grijp reflex.
Slide 9 - Tekstslide
Wat weegt een baby ongeveer bij de geboorte en hoeveel cm is een baby gemiddeld bij de geboorte?
Slide 10 - Open vraag
Na hoeveel maanden kunnen de meeste baby's kruipen
A
3
B
5
C
8
D
12
Slide 11 - Quizvraag
Waarom is het goed om veel tegen een baby te praten?
Slide 12 - Open vraag
Wat wordt bedoeld met eenkennigheid?
A
De baby is heel erg gericht op 1 persoon
B
De Baby kent nog maar 1 persoon
Slide 13 - Quizvraag
Wat wordt bedoeld met grove en fijne motoriek
Slide 14 - Open vraag
Hoe noemen we de fase van 1,5 - 4 jaar
A
Baby
B
Peuter
C
Kleuter
D
Schoolkind
Slide 15 - Quizvraag
Noem voorbeelden van grove motoriek
Slide 16 - Woordweb
wat bedoelen we met de peuter puberteit
Slide 17 - Open vraag
een baby zgt zijn 1e woordjes, bij welke ontwikkeling hoort dit?
A
Geestelijke ontwikkeling
B
lichamelijke ontwikkeling
C
motorische ontwikkeling
D
sociale ontwikkeling.
Slide 18 - Quizvraag
In welke ontwikkelingsfase is het belangrijk dat een kind zindelijk wordt?
Slide 19 - Open vraag
Spelen peuters met (samen) elkaar of spelen ze naast elkaar?
Met elkaar.
Naast elkaar.
Slide 20 - Poll
Wat betekend zindelijk worden?
Slide 21 - Open vraag
hoe noemen we de fase van 4 - 6 jaar
A
peuter
B
kleuter
C
baby
D
schoolkind
Slide 22 - Quizvraag
In deze periode gaan kinderen steeds meer samen spelen, vaak spelen ze dan een rollen spel. bij welke ontwikkelingsfase hoort dit?
Slide 23 - Open vraag
de fase tussen de 4 - 6 jaar noemen we de kleuterfase.
Vanaf 4 jaar mag je in Nederland voor het eerst naar school, maar kleuters kunnen niet lang stil zitten en leren het meest door te spelen.
Slide 24 - Tekstslide
Wat bedoelen we met: de Sociale ontwikkeling?
Slide 25 - Open vraag
Noem 2 soorten speelgoed die de fijne motoriek stimuleren
A
eenvoudige puzzels
B
een driewieler
C
potlood of pen
D
blokjes met verschillende vormen in de juiste opening doen
Slide 26 - Quizvraag
Slide 27 - Video
Hoe noemen we de fase tussen 6 - 12 jaar?
A
Baby
B
Peuter.
C
Kleuter.
D
Schoolkind
Slide 28 - Quizvraag
De fysieke groei gaat ook in deze fase door maar minder snel als in de peuter en kleutertijd.
Kinderen kunnen al heel erg verschillen in lengte en gewicht.
Slide 29 - Tekstslide
Vanaf ongeveer welke leeftijd kan het lichaam van jongens en meisjes zichtbaar veranderen?
A
meisjes 10
jongens 12
B
meisjes 12
jongens 14
C
meisjes 8
jongens 10
D
meisjes 14
jongens 16
Slide 30 - Quizvraag
Wat is de oorzaak van die veranderingen?
A
Hormonen.
B
Voedsel
Slide 31 - Quizvraag
In deze fase leren kinderen lezen, schrijven en rekenen en leren steeds beter met informatie om te gaan.
ook sociaal kan het kind zich steeds beter inleven in de ander, daardoor leren kinderen ook beter om te gaan met het maken van afspraken, regels en conflicten.
De eigenwaarde maakt een grote ontwikkeling door in de basisschool tijd.
Slide 32 - Tekstslide
Wat wordt bedoeld met eigenwaarde?
Slide 33 - Open vraag
noem 3 opvoedstijlen
Slide 34 - Open vraag
interne factoren bij de ontwikkeling zijn?
A
erfelijke ziekten
B
opvoeding
C
School
D
aangeboren
Slide 35 - Quizvraag
externe factoren bij de ontwikkeling komen van buiten af
goed
fout
Slide 36 - Poll
opvoedstijlen
leer de opvoedstijlen en de bij behorende kenmerken