Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren

PDO - Les 3

PDO
Pedagogiek/Onderwijskunde
 
Boek: 
Opvoeding  &   ontwikkeling
Hoofdstuk 8 Observeren

Blok 02
Les 3
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
PDOMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

PDO
Pedagogiek/Onderwijskunde
 
Boek: 
Opvoeding  &   ontwikkeling
Hoofdstuk 8 Observeren

Blok 02
Les 3

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Terugblik les 2 > vragen huiswerk?
  • Lesdoel
  • Kwantitatief en kwalitatief observeren
  • IO - Wat zie ik nu!
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Noem een voordeel van een methodische observatie.

Slide 3 - Open vraag

Methodische observeren levert een betrouwbaar resultaat op.
Omdat je het stappenplan hanteert zal iemand anders hetzelfde observeren als jij hebt gedaan.
Het stappenplan biedt houvast en zorgt ervoor dat je niets over het hoofd ziet.

Antwoord

Slide 4 - Tekstslide

Zet de stappen in de juiste volgorde.
Stap 1
A. Orden de gegevens.
Stap 2
B. Schrijf de vraagstelling op.
Stap 3
C. Kies de observatiemethode.
Stap 4
D. Voer de observatie uit.
Stap 5
E. Schrijf op waarom je observeert.
Stap 6
F. Rapporteer.
Stap 7
G. Noteer de achtergrondgegevens.
Stap 8
H. Geef antwoord op de vraagstelling.
Zet de stappen in de juiste volgorde

Slide 5 - Tekstslide

Zet de stappen in de juiste volgorde.
Stap 1
E. Schrijf op waarom je observeert.
Stap 2
G. Noteer de achtergrondgegevens.
Stap 3
B. Schrijf je vraagstelling op.
Stap 4
C. Kies de observatiemethode.
Stap 5
D. Voer de observatie uit.
Stap 6
A. Orden de gegevens.
Stap 7
H. Geef antwoord op de vraagstelling.
Stap 8
F. Rapporteer.
Antwoorden

Slide 6 - Tekstslide

Nadeel kant- en klaar
observatieformulier

Slide 7 - Woordweb

Welke hulpmiddelen kun je gebruiken tijdens een observatie?

Slide 8 - Open vraag

Antwoord
Welk hulpmiddel je gebruikt hangt af van de observatiemethode. Hieronder zie je verschillende hulpmiddelen.
-potlood
-papier
-laptop
-stopwatch
- observatieformulieren
-camera
-geluidsrecorder

Slide 9 - Tekstslide

Lesdoel les 3
Aan het eind van deze les kennen jullie het verschil tussen kwalitatief- en kwantitatief observeren.
                                                                                                Paragraaf 8.3 

Slide 10 - Tekstslide

Wat is kwalitatief en kwantitatief?

Slide 11 - Woordweb

Definitie
Kwa·li·ta·tief (bijvoeglijk naamwoord, bijwoord)
wat de kwaliteit betreft: kwalitatief goed (HOE?)


Kwan·ti·ta·tief (bijvoeglijk naamwoord, bijwoord)
volgens de hoeveelheid (HOEVEEL?)

Slide 12 - Tekstslide

Kwalitatief observeren
Het gaat vooral om de vraag hoe het gedrag eruit ziet
bijv. onrustig, storend, onopvallend, etc.

Je schrijft tijdens de observatie al het gedrag van het kind op. 

Waardoor is jouw leerling tijdens de taalles zo onrustig?  Je beschrijft de situatie heel nauwkeurig.




Slide 13 - Tekstslide

Kwalitatieve observatiemethoden
Intervalobservatie:
Een observatie waarbij je met tussenpozen waarneemt.
Bijv. 3 min. wel / 10 min. niet / 3 min. wel / etc... (zie blz. 227)

Logboek:
Als gedrag steeds in een specifieke situatie voorkomt.
Bijv. elke dag tijdens buitenspelen observeren.

Slide 14 - Tekstslide

Waar ging het bij kwalitatief observeren ook alweer om?

Slide 15 - Tekstslide

Kwantitatief observeren
Hierbij gaat het vooral om hoe vaak het gedrag voorkomt.

Je telt de gedragingen in een bepaalde periode.

Je kijkt bijvoorbeeld naar hoe vaak leerling X door de leerkracht heen praat tijdens de uitleg.

Slide 16 - Tekstslide

Kwantitatieve observatiemethoden
Tijdsteekproef:
Op vaste momenten noteren wat er gebeurt (zie vb blz. 228)

Checklist:
Van te voren een lijst maken (zie vb blz. 229)

Categorieënmethode:
Gedrag noteren dat op elkaar lijkt (zie vb blz. 230)

Slide 17 - Tekstslide

Volgende week
Basisboek
Stof herhalen: 8.1 t/m 8.5
IO - Wat zie ik nu!

Werkboek
Maken: opdrachten 8.4 + 8.5

Slide 18 - Tekstslide

Meedoen of niet?

Stelling:

Je kunt prima observeren en zelf  een onderdeel zijn van een situatie.

Slide 19 - Tekstslide

Participerend observeren
Als buitenstaander kun je alleen toekijken.
Je kunt je volledig concentreren op de observatie.

Je kunt ook meedoen: participerend observeren.
Lastiger om objectief te blijven.


Vraag: Kun je nog meer voor- en nadelen bedenken van participerend observeren? 

Slide 20 - Tekstslide

Voordelen
Nadelen
Vragend achter een antwoord komen
Je kunt je niet volledig concentreren op de situatie.
Je komt achter de manier van werken door er naast te zitten.
Je kunt het kind onbewust sturen of helpen
Je ziet de kleine handelingen van een leerling.
Moeilijk om tegelijk te begeleiden als te schrijven
Het is moeilijker om de gehele situatie waar te nemen.
Je hebt geen directe invloed op de leerling.
Moeilijk om objectief te blijven

Slide 21 - Tekstslide

IO-2 Wat zie ik nu!

Slide 22 - Tekstslide

IO2-01


Observeren

Slide 23 - Tekstslide

Lesdoel les 3
Aan het eind van deze les kennen jullie het verschil tussen kwalitatief- en kwantitatief observeren.

Slide 24 - Tekstslide

Volgende week
Basisboek
Stof herhalen: 8.3
Goed doorlezen: 8.4 + 8.5

Werkboek
Maken: opdrachten 8.3

Slide 25 - Tekstslide