Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren

Hoofdletters en leestekens

Hoofdletters en leestekens 

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hoofdletters en leestekens 

Slide 1 - Tekstslide

Opfrissen hoofdletters- laptop

Slide 2 - Tekstslide

Welk woord krijgt een hoofdletter?
A
noorden
B
walvisstraat
C
kerstvakantie
D
hockey

Slide 3 - Quizvraag

Zijn de hoofdletters juist geplaatst?

44 mensen rijden richting het Oosten van Holland.
A
ja
B
nee

Slide 4 - Quizvraag

Zijn de hoofdletters en leestekens juist geplaatst?

De coach riep naar de spits: "Jij neemt de penalty!"
A
ja
B
nee

Slide 5 - Quizvraag

Neem de zin over en plaats hoofdletters en leestekens.

een 12-jarige jongen uit duitsland heeft afgelopen dinsdag de audi van zijn moeder in de prak gereden

Slide 6 - Open vraag

Welke bewering is waar?
A
Als een zin begint met een getal krijgt het woord dat volgt een kleine letter.
B
Je gebruikt aanhalingstekens bij het weergeven van gedachten.
C
Je gebruikt een kleine letter bij namen van bergen en rivieren.
D
Je gebruikt een kleine letter bij bijvoeglijke naamwoorden die van aardrijkskundige namen zijn afgeleid.

Slide 7 - Quizvraag

Wat is juist?
A
Kerstboom
B
kerstboom

Slide 8 - Quizvraag

Wat is juist?
A
woensdag
B
Woensdag

Slide 9 - Quizvraag

Wat is juist?
A
meneer S. Van der Zee
B
meneer S. Van Der Zee
C
meneer S. van der Zee
D
meneer S. van der zee

Slide 10 - Quizvraag

Wat is juist?
A
goudse kaas
B
Goudse Kaas
C
Goudse kaas

Slide 11 - Quizvraag

Schrijf over. Zet hoofdletters en leestekens waar dat moet.

ik blijf vandaag thuis omdat ik ziek ben

Slide 12 - Open vraag

Schrijf over. Zet hoofdletters en leestekens waar dat moet.
mieke uit noord-brabant heeft veel dieren kippen schapen en honden

Slide 13 - Open vraag

Juist of onjuist:
Mees riep: He, kijk uit voor die fietser!
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Juist of onjuist:
engelse drop
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Juist of onjuist:
Mercedes
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quizvraag

kenmerken
bladspiegel
De regels worden niet vol gemaakt.
tekst
Er wordt gebruik gemaakt van rijm.
hoodfletters en leestekens
De schrijver is vrij in gebruik hiervan.

Slide 17 - Tekstslide

Juist of onjuist:
Pieter Van Duinrade
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quizvraag

de leraar biologie zei de wolf komt alleen in limburg voor

Slide 19 - Open vraag

Wat is juist?
A
café Zeezicht
B
café zeezicht

Slide 20 - Quizvraag

Wat is juist?
A
lente
B
Lente

Slide 21 - Quizvraag

Aanhalingsteken of niet?
Maria denkt: ik wil daar ook graag bij zijn.
A
nee
B
ja

Slide 22 - Quizvraag

"Hier ben ik geboren", zei Annemarie.
A
goed geschreven
B
fout geschreven

Slide 23 - Quizvraag

Juist of onjuist?
Ik lust een hoop groentes, zoals: broccoli, boontjes en worteltjes.
A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quizvraag

deze zoogdieren worden met uitsterven bedreigd de siberische tijger de berggorilla en de afrikaanse neushoorn

Slide 25 - Open vraag

ik ga een vette voldoende halen zei hij

Slide 26 - Open vraag