Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren
Bezoek de website
‹
Terug naar zoeken
Thema 3 - Wonen
voorstellen
1 / 26
volgende
Slide 1:
Woordweb
Alfabetisering NT2
MBO
Studiejaar 1
In deze les zitten
26 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
voorstellen
Slide 1 - Woordweb
Taalcompleet A1
Thema 3 - Wonen
Les 3.4
Slide 2 - Tekstslide
Maak een zin met het woord:
de buurman
Slide 3 - Woordweb
Maak een zin met het woord:
nieuwe
Slide 4 - Woordweb
Maak een zin met het woord:
de buurvrouw
Slide 5 - Woordweb
Maak een zin met het woord:
voorstellen
Slide 6 - Woordweb
Maak een zin met het woord:
de straat
Slide 7 - Woordweb
Maak een zin met het woord:
het kopje
Slide 8 - Woordweb
Maak een zin met het woord:
een beetje
Slide 9 - Woordweb
Maak een zin met het woord:
het koekje
Slide 10 - Woordweb
Maak een zin met het woord:
alleen
Slide 11 - Woordweb
Maak een zin met het woord:
thuis
Slide 12 - Woordweb
Maak een zin met het woord:
gezellig
Slide 13 - Woordweb
Maak een zin met het woord:
kom / komen
Slide 14 - Woordweb
Maak de opdrachten:
28 - 30 - 31 - 34 - 35 - 36
(15 minuten)
Slide 15 - Tekstslide
Marjan wil een ... thee
Slide 16 - Open vraag
Jan is de ... van Anna
Slide 17 - Open vraag
Ik wil mij graag ... Ik ben Kees.
Slide 18 - Open vraag
Welke zin is goed?
A
Het is thuis in de klas.
B
De kinderen krijgen thuis.
C
Tom woont alleen.
D
Marja heeft een kopje agenda
Slide 19 - Quizvraag
Welke zin is goed?
A
Tom en Marja krijgen een alleen melk.
B
Ik voorstellen binnen.
C
De nieuwe buurvrouw voorstelt Sara.
D
Het is gezellig in de klas.
Slide 20 - Quizvraag
Hij ... thuis.
Slide 21 - Open vraag
De opdrachten ... makkelijk
Slide 22 - Open vraag
U ... thuis.
Slide 23 - Open vraag
... jij Ali?
Slide 24 - Open vraag
Dictee
Papier
pen of potlood
Slide 25 - Tekstslide
Nakijken
1. de straat 6. Ik wil een koekje.
2. de buurvrouw 7. Het is hier gezellig.
3. een beetje 8. Mijn nieuwe buurman heet Mark.
4. alleen 9. Drink je een kopje koffie?
5. voorstellen 10.Ik kom niet thuis.
Slide 26 - Tekstslide