Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren

Domein 2 verhoudingen

Rekenen

Domein 2 
Verhoudingen

Pak je laptop en start Lesson Up op. Hieronder zien jullie de inlogcode. Log in met je EIGEN naam!

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Rekenen

Domein 2 
Verhoudingen

Pak je laptop en start Lesson Up op. Hieronder zien jullie de inlogcode. Log in met je EIGEN naam!

Slide 1 - Tekstslide

Belangrijk voor dit domein

  • Je mag bij de meeste sommen je rekenmachine gebruiken.
  • Gebruik bij verhoudingssommen een verhoudingstabel!!!!! (er is een werkblad dat je kunt gebruiken)
  • Lees de opdrachten goed, wat willen ze van je weten? 

Slide 2 - Tekstslide

Wat betekent het als je zegt 1 op de 4 koeien is bruin?

Slide 3 - Open vraag

Verhouding =
Verhouding geeft het verband aan tussen twee of meer getallen. Je komt verhoudingen bijvoorbeeld tegen bij hoeveelheden, prijzen of aantallen. 

12 ijsjes                                  
voor
€1,80                                               

Slide 4 - Tekstslide

Welke verhouding zie je hier?

Slide 5 - Open vraag

Wat is de verhouding?

Slide 6 - Open vraag

Verhouding vergroten/verkleinen
Je vermenigvuldigt of deelt dan beide getallen met hetzelfde getal.

TIP; gebruik een verhoudingstabel 


Slide 7 - Tekstslide

In 2 pakken zitten 14 sticks.
Hoeveel zitten er in 6 pakken?
A
7
B
28
C
42
D
14

Slide 8 - Quizvraag

Verhoudingstabel
2
14
6
?

Slide 9 - Tekstslide

1 doos kost 1,50
wat kosten 18 eieren?

Slide 10 - Open vraag

Verhoudingstabel

Slide 11 - Tekstslide

Heidy zwemt 12 rondjes in 24 minuten.
Hoeveel rondjes zwemt ze in 6 minuten?

Slide 12 - Open vraag

Verhoudingstabel

Slide 13 - Tekstslide


Bij een verhouding(breuk) hoort een decimaal getal (kommagetal) en een percentage (%).

Voorbeeld

1/1 --> 1,0 --> 100%
1/3 --> 0,333 --> 33,33%


Slide 14 - Tekstslide

Tekst
Welk percentage (%) hoort bij welke verhouding(breuk)?
10 %
25%
20%
50%
5%
1/10
1/2
1/5
1/4
1/20

Slide 15 - Sleepvraag

Je kunt van een percentage (%) een decimaalgetal maken (kommagetal). Dit doe je door het percentage (%) door 100 te delen.

Voorbeeld

17%  =   17 : 100 = 0,17

17% --> 0,17

Slide 16 - Tekstslide

87%

Slide 17 - Woordweb

54%

Slide 18 - Woordweb

Tot slot!!!
LEES de opdracht goed en stel jezelf de vraag;
Wat willen ze van mij weten?

  • Korting
  • Het bedrag met de korting
  • enz

Slide 19 - Tekstslide

Wat willen ze bij deze som weten?

Dit hemdje kost normaal €10,-.
Hoeveel moet je nu betalen?

A
Alleen de korting
B
Wat je moet betalen zonder de korting
C
Wat je moet betalen met de korting
D
geen idee.

Slide 20 - Quizvraag