3.1 en 3.2 A1 TC

• NT2
• Middelbare school
• vmbo lwoo
• Leerjaar 1

Herhaling 3.1 en 3.2 TaalCompleet A1

Quiz

3.1 Het huis

3.2 Ik zeg, wij zeggen - ik spel, wij spellen                  

3.1 Het huis

Waar woon jij?

1. in een schuur
2. in een garage
3. in een huis of in een flat
4. op school

Waar ga je naar binnen?

1. door het raam
2. door de deur
3. door het balkon
4. door de muur

Waar kijk je naar buiten?

1. door het raam
2. door de muur
3. door het dak
4. door de garage

Wat is de goede vorm van 'hebben'?

Jij ....... een leuke tuin.

1. heb
2. hebben
3. heeft
4. hebt

Wat is de goede vorm van het werkwoord 'hebben'?
..... jij een garage?

1. Hebt
2. Heeft
3. Heb
4. Hebben

3.2 Ik zeg, wij zeggen 

Grammatica: 

spelling van het werkwoord met een korte klank.

Wat is de goede vorm van 'spellen'?
Ik ..... mijn naam.

1. spell
2. spel
3. speel
4. spellen

Wat is de goede vorm van 'zitten'?
...... jij op een stoel?

1. Zitten
2. Zitt
3. Zit
4. Ziet

Wat is de goede vorm van 'beginnen'?
Wij ....... met de oefening.

1. begin
2. begint
3. beginen
4. beginnen

Schrijf de goede vorm van 'zeggen'
Eva ......: goedemorgen!

Schrijf de goede vorm van 'spellen':
De cursisten ...... een woord.

Schrijf de goede vorm van 'zitten':
De cursist .... in de klas.

Je hebt goed geoefend!