Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
RSG 't Rijks
‹
Terug naar zoeken
M3 Spelling: meervoud
GIDS NEDERLANDS
INFORMATIE VOOR LESSEN NEDERLANDS
1 / 24
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 3
In deze les zitten
24 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
GIDS NEDERLANDS
INFORMATIE VOOR LESSEN NEDERLANDS
Slide 1 - Tekstslide
DOEL
- je kunt
meervouden
correct spellen
spelling: meervoud
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Wat zijn de drie meest voorkomende manieren waarop het meervoud van een zelfstandig naamwoord wordt gemaakt?
Slide 4 - Open vraag
Wat moet je doen om een afkorting in het meervoud te zetten?
Slide 5 - Open vraag
Als zelfstandige naamwoorden in het enkelvoud eindigen op -ee, dan voeg je in het meervoud -ën toe aan het woord. Geef een voorbeeld.
Slide 6 - Open vraag
Ligt de klemtoon wel op -ie, dan schrijf je zet je er -ën achter. Geef een voorbeeld.
Slide 7 - Open vraag
Je schrijft ’s (apostrof + s) als anders een verkeerde uitspraak zou ontstaan. Geef een voorbeeld.
Slide 8 - Open vraag
Soms heeft een woord twee verschillende meervoudsuitgangen. Geef een voorbeeld.
Slide 9 - Open vraag
Bepaalde woorden op -man (vooral bij beroepen) krijgen in het meervoud -lieden of -lui. Geef een voorbeeld.
Slide 10 - Open vraag
Soms is er alleen maar een enkelvoud of een meervoud. Geef een voorbeeld.
Slide 11 - Open vraag
Wat is goed?
A
groenten
B
groentes
C
allebei goed
D
allebei fout
Slide 12 - Quizvraag
Wat is goed?
A
tweën
B
tweeën
C
twëen
D
tweëen
Slide 13 - Quizvraag
Wat is goed?
A
driën
B
drieën
C
driëen
D
drieëen
Slide 14 - Quizvraag
Wat is goed?
1 graf
A
2 graaven
B
2 grafen
C
2 graffen
D
2 graven
Slide 15 - Quizvraag
Wat is goed?
A
kommaas
B
kommas
C
komma's
D
kommaa's
Slide 16 - Quizvraag
Groente wordt in het meervoud groenten of groentes.
Het meervoud van hoogte wordt dus
_____________ of _______________ .
Slide 17 - Open vraag
Museum wordt in het meervoud museums of musea.
Het meervoud van jubileum wordt dus
_____________ of _______________ .
Slide 18 - Open vraag
Datum wordt in het meervoud datums of data.
Het meervoud van centrum wordt dus
_____________ of _______________ .
Slide 19 - Open vraag
Zeeman wordt in het meervoud zeemannen, zeelui of zeelieden.
Het meervoud van vakman wordt dus
_________, _________ of _________ .
Slide 20 - Open vraag
GELEERD?
- je kunt
meervouden
correct spellen
spelling: meervoud
Slide 21 - Tekstslide
Schrijf één ding op wat je deze les hebt geleerd en niet meer vergeet.
Slide 22 - Open vraag
Stel één vraag over iets dat je nog niet zo goed
hebt begrepen.
Slide 23 - Open vraag
GIDS NEDERLANDS
INFORMATIE VOOR LESSEN NEDERLANDS
Slide 24 - Tekstslide