RSG 't Rijks

H2 par. 2.3 Religie, wetenschap en filosofie

Memo brugklas HV
H2. De tijd van Grieken en Romeinen
par. 2.3 Religie, wetenschap en filosofie.
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Memo brugklas HV
H2. De tijd van Grieken en Romeinen
par. 2.3 Religie, wetenschap en filosofie.

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt een beschrijving geven van de Griekse godenwereld en uitleggen wat een mythe is.
  • Je kunt het verschil uitleggen tussen een mythologische en een wetenschappelijke verklaring van de wereld.
  • Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen religie en filosofie.
  • Je kent de begrippen en jaartallen uit deze paragraaf.

Slide 2 - Tekstslide

timer
1:00
Wat weet je al over Griekse goden?

Slide 3 - Woordweb

0

Slide 4 - Video

Griekse goden
  • Grieken geloofden in meerdere goden: polytheisme. 
  • Elke god had zijn eigen taak.
  • Verklaring voor natuurverschijnselen, zoals stormen, onweer, overstromingen, vulkaanuitbarstingen.
  • Hadden invloed op het leven van mensen: ziek, goed huwelijk, kinderen etc.
  • Leken net mensen: blij, boos, verdrietig, jaloers, verliefd.
  • Waren onsterfelijk.

Slide 5 - Tekstslide

Hera was de godin van
timer
0:20
A
de liefde
B
het huwelijk
C
krijgskunst
D
slimheid

Slide 6 - Quizvraag

Wie was de god van de zee?
timer
0:20
A
Hades
B
Poseidon
C
Zeus
D
Apollo

Slide 7 - Quizvraag

Hades was de god van
timer
0:20
A
de zee
B
de krijgskunst
C
de onderwereld
D
hemel & aarde

Slide 8 - Quizvraag

Wie was de Griekse oppergod?
timer
0:20

Slide 9 - Open vraag

Athene was de godin van...
Er zijn twee goede antwoorden.

timer
0:20
A
krijgskunst
B
wijsheid
C
liefde
D
huwelijk

Slide 10 - Quizvraag

De Griekse goden vormden één grote familie
timer
0:20
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Kinderen van Zeus
  • Apollo: god van de muziek en kunst
  • Athene: godin van de krijgskunst en wijsheid.
  • Aphrohodite: godin van de liefde.

Slide 12 - Tekstslide

Hoe vereerden de Grieken hun goden?
  • Ze bouwden altaren: bij Grieken thuis, later in tempels.
  • Op deze altaren werden offers gelegd, zoals dieren, wijn, fruit, zilver.
  • Ze bouwden ook tempels.
  • En er werden feesten en sportwedstrijden gehouden.

Slide 13 - Tekstslide

Griekse tempel
  • Voor bijv. de beschermgod(in) van de stad.
  • Godenbeelden.
  • Priesters: brachten offers om goden gunstig te stemmen en te vereren.

Slide 14 - Tekstslide

Orakel
  • Heiligdom waar een god  via een priester(es) een voorspelling doet. 
  • De voorspelling zelf werd een orakel genoemd.
  • De voorspellingen waren nogal raadselachtig.
  • Grieken gingen  naar een orakel om advies te vragen.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Mythen
  • Grieken vertelden elkaar verhalen over goden, halfgoden en helden:
  • In deze mythen komen ook vaak vreemde wezens voor.
  • Voorbeelden: Trojaanse oorlog, reizen van Odysseus: Ilias & de Odyssee geschreven door Homeros in de 8e eeuw v.C

Slide 17 - Tekstslide

Wetenschap
  • Grieken waren nieuwsgierig en zochten voor alles een verklaring.
  • Eerst bij goden: ziekten waren een straf van de goden net als misoogsten. Bij onweer was Zeus boos.
  • Later gingen geleerden antwoorden zoeken in de natuur.

Slide 18 - Tekstslide

Hippocrates
  • Ontdekte dat sommige ziekten een andere oorzaak hadden.
  • Hij zag dat mensen ziek werden als ze ongezond leefden en zichzelf slecht verzorgden.

Slide 19 - Tekstslide

Hippocrates
  • Startte een school om artsen op te leidden.
  • Hij leerde zijn studenten dat ze het lichaam en het gedrag van mensen heel nauwkeurig moesten bekijken.

Slide 20 - Tekstslide

Wetenschap
  • Hoe zit de mens, de natuur en het heelal in elkaar?
  • Wetenschap is het verzamelen van kennis door een verschijnsel nauwkeurig te bestuderen.
  • Wetenschappers zoeken dus naar verklaringen en proberen bewijzen te vinden.

Slide 21 - Tekstslide

Herodotus
  • Herodotus probeerde kennis te verzamelen over de geschiedenis.
  • Hij wordt de vader van de geschiedschrijving genoemd.

Slide 22 - Tekstslide

Filosofie
  • Sommige geleerden onderzochten niet de natuur of de mens, maar stelden vragen als:
  • wat is goed en wat is slecht?
  • Zij worden filosofen genoemd.
  • Filosofen zijn op zoek naar wijsheid.

Slide 23 - Tekstslide

Socrates
  • Griekse filosoof.
  • Probeerde mensen iets te leren door hun vragen te stellen.
  • Alleen met veel kennis kun je goede besluiten nemen.
  • “ik weet dat ik niets weet”
  • Hij werd in Athene als een gevaar gezien: slechte invloed op de jeugd. Werd voor de rechtbank gesleept en ter door veroordeeld: gifbeker drinken.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Andere Griekse filosofen
  • Plato Je ogen kunnen je voor de gek houden, dus goed nadenken is altijd belangrijk!  

  • Aristoteles: je moet juist goed kijken! 

Slide 26 - Tekstslide

Hoe heten de Grieken die opzoek gingen naar wijsheid?
timer
0:20
A
Filosofen
B
Wetenschappers

Slide 27 - Quizvraag

Goed of fout?
Filosofen gaven vooral les in de Griekse mythologie.
timer
0:20
A
Goed
B
Fout

Slide 28 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen filosofie en wetenschap?
timer
0:20
A
bij wetenschap doen ze onderzoek, bij filosofie niet
B
er is geen verschil
C
er is bij filosofie onderzoek gedaan en bij wetenschap niet

Slide 29 - Quizvraag

Welke wetenschap past bij Herodotus?
timer
0:20
A
Geschiedenis
B
Aardrijkskunde
C
Natuurkunde
D
Geneeskunde

Slide 30 - Quizvraag

Wie was Hippocrates?
timer
0:20
A
Griekse leider
B
filosoof
C
een arts
D
orakel

Slide 31 - Quizvraag

'Ik weet dat ik niets weet' is een uitspraak van....
timer
0:20
A
Plato
B
Socrates
C
Herodotus
D
Aristoteles

Slide 32 - Quizvraag

0

Slide 33 - Video

Schrijf 2 dingen op die je vandaag geleerd hebt.

Slide 34 - Open vraag

Wat vind je nog lastig?

Slide 35 - Open vraag

Aan de slag
Wat? Eerst ga je de tekst  lezen en daarna maak je de opdrachten 3 t/m 12
Hoe? Alleen
Hulp? Bij je buurman/buurvrouw. Kom je er samen niet uit, dan vraag je hulp aan je docent.
Tijd? Tot het einde van de les.
Klaar? Dan ga je de TestJezelf maken in SOM. Vervolgens begin je aan de verdieping: par. 2.7 over naar school gaan in Athene.

Slide 36 - Tekstslide