RSG 't Rijks

1 MHV De lidwoorden

  • Voca
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

  • Voca

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen...
Aan het einde van de les kun jij
  • Lidwoorden in het Frans vertalen
  • Onderscheid maken tussen mannelijke, vrouwelijke en woorden in het meervoud

Slide 2 - Tekstslide

Les articles

Slide 3 - Tekstslide

Article défini (bepaald lidwoord)


De/het =
  • le > mannelijk
  • la > vrouwelijk
  • l' > klinker/stomme h

  • les > meervoud                            

la fille

les filles
le garçon

les garçons
l'ami

les amis

Slide 4 - Tekstslide

Article indéfini (onbepaald lidwoord)


Een =
  • un > mannelijk
  • une > vrouwelijk


une fille
un garçon

Slide 5 - Tekstslide

Bepaald lidwoord + zelfstandig naamwoord
bepaald lidwoord

les -> mannelijk en vrouwelijk meervoud
les garçons = de jongens
les filles = de meisjes

Zelfstandig naamwoord in het meervoud:        +  s
Als het zn op een s eindigt, dan zet je er GEEN s achter.
le cours  = de les                          les cours = de lessen

Slide 6 - Tekstslide

REGELS?
Geen echte regels waardoor je niet weet of een woord m of v is.
Behalve als het heel duidelijk is (meisje, jongen).
Je moet ze dus leren!

Slide 7 - Tekstslide

Koppel het juiste lidwoord aan de juiste omschrijving:
Dit lidwoord gebruik je bij zelfstandig naamwoorden die in het meervoud staan: 
..... livres
Dit lidwoord gebruik je voor zelfstandig naamwoorden die mannelijk zijn: ..... portable
Dit lidwoord gebruik je bij zelfstandig naamwoorden die vrouwelijk zijn: ..... semaine
Dit lidwoord gebruik je bij zelfstandig naamwoorden die beginnen met een klinker of stomme "h": ..... ordinateur
LA
LE
LES
L'

Slide 8 - Sleepvraag

Mnl.
Vrl.
Mv.
de/het
een
Les articles (de lidwoorden) |
Apprendre 5 | Lidwoorden 
Un
La / L'
Une
Les
Des
Le /L'

Slide 9 - Sleepvraag

un
une
soeur
monsieur
chien
amie
maison
garçon

Slide 10 - Sleepvraag

le
la
l'
les
ami
père
garçons
famille
fille
hôtel
parents
frère

Slide 11 - Sleepvraag

C'est parti !
  1. .......... photo   (de foto - v)
  2. .......... livre       (het boek - m)
  3. .......... garçon (de jongen - m)
  4. .......... avion    (het vliegtuig -  m)
  5. .......... filles     (de meisjes - mv)

Slide 12 - Tekstslide

C'est parti!
  1. la photo   (de foto - v)
  2. le livre       (het boek - m)
  3. le garçon (de jongen - m)
  4. l'avion    (het vliegtuig -  m)
  5. les filles     (de meisjes - mv)

Slide 13 - Tekstslide

Vul het lidwoord in:
... jour (m)
A
le
B
la
C
les
D
l'

Slide 14 - Quizvraag

Vul het juiste lidwoord in:
... musique (v)
A
le
B
la
C
les
D
l'

Slide 15 - Quizvraag

Vul het juiste lidwoord in:
... prix (m)
A
le
B
la
C
les
D
l'

Slide 16 - Quizvraag

Vul het juiste lidwoord in:
... cousins (m/mv)
A
le
B
la
C
les
D
l'

Slide 17 - Quizvraag

Vul het juiste lidwoord in:
... famille (v)
A
le
B
la
C
les
D
l'

Slide 18 - Quizvraag

Vul het juiste lidwoord in:
... âge (m)
A
le
B
la
C
les
D
l'

Slide 19 - Quizvraag

Verander het lidwoord in un/une:
le jardin
A
un jardin
B
une jardin

Slide 20 - Quizvraag

Verander het lidwoord in un/une:
le truc
A
un truc
B
une truc

Slide 21 - Quizvraag

Verander het lidwoord in un/une:
la photo
A
un photo
B
une photo

Slide 22 - Quizvraag

Verander het lidwoord in un/une:
la fille
A
un fille
B
une fille

Slide 23 - Quizvraag

Verander het lidwoord in le, la, l' , les :
une soeur
A
la soeur
B
le soeur
C
les soeurs
D
l'soeur

Slide 24 - Quizvraag

un
une
soeur
monsieur
chien
amie
maison
garçon

Slide 25 - Sleepvraag

le
la
l'
les
ami
père
garçons
famille
fille
hôtel
parents
frère

Slide 26 - Sleepvraag

un ami
A
le ami
B
la ami
C
l'ami
D
les ami

Slide 27 - Quizvraag

un sport
A
le sport
B
la sport
C
l'sport
D
les sport

Slide 28 - Quizvraag

Maak het meervoud: la soeur

Slide 29 - Open vraag

Maak het meervoud: l'ami

Slide 30 - Open vraag

Koppel het juiste lidwoord aan de juiste omschrijving:
Dit lidwoord gebruik je bij zelfstandig naamwoorden die in het meervoud staan: 
..... livres
Dit lidwoord gebruik je voor zelfstandig naamwoorden die mannelijk zijn: ..... portable
Dit lidwoord gebruik je bij zelfstandig naamwoorden die vrouwelijk zijn: ..... semaine
Dit lidwoord gebruik je bij zelfstandig naamwoorden die beginnen met een klinker of stomme "h": ..... ordinateur
LA
LE
LES
L'

Slide 31 - Sleepvraag

Mnl.
Vrl.
Mv.
de/het
een
Les articles (de lidwoorden) |
Apprendre 5 | Lidwoorden 
Un
La / L'
Une
Les
Des
Le /L'

Slide 32 - Sleepvraag

Welke lidwoorden zijn mannelijke lidwoorden ?
A
le
B
la
C
un
D
une

Slide 33 - Quizvraag

Welke lidwoorden zijn vrouwelijke lidwoorden?
A
le
B
la
C
un
D
une

Slide 34 - Quizvraag

Lidwoorden: welke lidwoorden krijg je bij een vrouwelijk woord?
A
le/un
B
la/une
C
les

Slide 35 - Quizvraag

de campings


A
les campings
B
la camping
C
l'camping
D
le camping

Slide 36 - Quizvraag

Lidwoorden: welke lidwoorden krijg je bij een mannelijk woord?
A
le/un
B
la/une
C
les

Slide 37 - Quizvraag

Lidwoorden: welke lidwoorden krijg je bij een woord in het meervoud?
A
le/un
B
la/une
C
les

Slide 38 - Quizvraag

La roue
Welk lidwoord krijgt het zelfstandig naamwoord?

Slide 39 - Tekstslide

Noteer hier het Franse lidwoord

Slide 40 - Open vraag

La roue
Welk lidwoord krijgt het zelfstandig naamwoord?

Slide 41 - Tekstslide

Noteer hier het Franse lidwoord

Slide 42 - Open vraag