RSG 't Rijks

Wat is literatuur?

Wat is literatuur?
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Wat is literatuur?

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen 
1. Je kunt onderscheid maken tussen lectuur en literatuur;
2. Je weet welke kenmerken literaire boeken hebben;
3. Je kunt zelf nadenken over de literaire waarde van teksten;
4. Je kunt in boekopdrachten aangeven welke literaire waarde jij het boek toedicht. 

Slide 2 - Tekstslide

Geef kenmerken van literatuur

Slide 3 - Woordweb

Muziekfragmenten
Luister naar de twee muziekfragmenten die je docent laat zien. Maak aantekeningen tijdens het luisteren: probeer na het fragment te verwoorden waar het liedje over gaat en probeer te beschrijven wat je opvalt aan de stijl. 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

timer
1:00
Waar gaat dit nummer volgens jou over?
Wat valt je op aan de stijl?

Slide 6 - Woordweb

Slide 7 - Video

timer
1:00
Waar gaat dit nummer volgens jou over?
Wat valt je op aan de stijl?

Slide 8 - Woordweb

Tekening 1

Slide 9 - Tekstslide

Tekening 2

Slide 10 - Tekstslide

Voor welke tekening heb je meer technische vaardigheden nodig als tekenaar dan de andere?
A
B

Slide 11 - Quizvraag

Welke tekening heeft meer kans in een museum terecht te komen?
A
B

Slide 12 - Quizvraag

Welke tekening is mooier?
A
B

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Tekst 1
Sint en Zwarte Piet zaten te bedenken
Wat ze jou nu eens zouden schenken
Sinterklaas is weer in 't land
En dat verstevigt de vriendschapsband

Dit is 't cadeau dat precies bij je past
Sint hoopt dat hij je daar blij mee verrast
Sint staat bekend om z'n goede smaak
En geschenken uitzoeken is z'n belangrijkste taak.
(v)lucht, 
Tim Hofman

Slide 15 - Tekstslide

Welk gedicht kostte waarschijnlijk meer schrijversmoeite?
A
Het sinterklaasgedicht
B
(v)lucht

Slide 16 - Quizvraag

Welk gedicht begint met een cliché?
A
Het sinterklaasgedicht
B
(v)lucht

Slide 17 - Quizvraag

Over welk gedicht denk je langer na?
A
Het sinterklaasgedicht
B
(v)lucht

Slide 18 - Quizvraag

Muziek - Dries

-Vaker zoiets gehoord
 -Makkelijk taalgebruik
-Makkelijk te begrijpen
 -Kostte wrs weinig tijd om het liedje te schrijven
-Puur amusement

Muziek - Maarten

-‘Nooit’ eerder gehoord
-Er is nagedacht over de gebruikte taal
-Kostte wrs veel tijd om te schrijven
 -Bedoeld om mensen na te laten denken

Slide 19 - Tekstslide




- Vaker zoiets gezien
-Makkelijke techniek
- Makkelijk te begrijpen
- Kostte wrs weinig tijd om de tekening te maken
- Puur ‘amusement’




- ‘Nooit’ eerder gezien
- Je moet beschikken over behoorlijk wat tekentechniek
- Kostte wrs veel tijd 
- Bedoeld om mensen na te laten denken

Slide 20 - Tekstslide

Lectuur

- Vaker zoiets gelezen
- Cliché taalgebruik
- Makkelijk te begrijpen
- Kostte wrs weinig tijd om te schrijven
- Puur ‘amusement’

Literatuur

- ‘Nooit’ eerder gelezen
- Je moet opletten tijdens het lezen
- Kostte wrs veel tijd om te schrijven
- Bedoeld om mensen na te laten denken

Slide 21 - Tekstslide

Wat zie jij hier?

Slide 22 - Open vraag

Wat zie je hier?

Slide 23 - Open vraag

Meerduidigheid


Meerduidigheid geeft aan dat mensen op meerdere manieren een tekst kunnen interpreteren.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

De diepere boodschap

Wat wil een auteur de lezer vertellen?
Wil hij/zij je overtuigen?
Wil hij/zij je over een maatschappelijk vraagstuk laten nadenken? 
Wil hij/zij ontregelen?

Slide 26 - Tekstslide

Tim Hofman

Slide 27 - Tekstslide

Originele woordkeuze
“All animals are equal, but some animals are more equal than others.”
Vertaling: “Alle dieren zijn gelijk, maar sommigen zijn gelijker dan anderen.”

George Orwell, Animal-Farm, 1945

Slide 28 - Tekstslide

Opdracht verhaal Poep
Deze les ga je aan de slag met het verhaal Poep van Manon Uphoff (1995). Je docent leest het verhaal eerst voor.

Werk daarna samen met drie klasgenoten. Bepaal met elkaar welke literaire teksteigenschappen je in deze tekst kunt vinden (meerduidigheid, de diepere boodschap en de originele woordkeus en/of zinsstructuur).

Slide 29 - Tekstslide

Geef nogmaals kenmerken van literatuur.

Slide 30 - Woordweb

Boekopdrachten
Zorg ervoor dat je in je boekopdracht duidelijk laat zien dat je weet wat literatuur is en wat de literaire waarde van je boek is. Daar moet je altijd over nadenken. 

Slide 31 - Tekstslide

Boekopdrachten
Bekijk nu in de ELO (onderdeel Literatuur) het keuzemenu voor boekopdrachten. 

Slide 32 - Tekstslide

Argumenten vóór 'verplicht lezen'

Slide 33 - Woordweb

Argumenten tegen 'verplicht lezen'

Slide 34 - Woordweb

Nulmeting schrijfvaardigheid
Schrijf een kort betoog over de waarde van literatuuronderwijs: waarom moeten leerlingen in het voortgezet onderwijs boeken lezen (of waarom moeten ze dat niet doen?)
Je betoog telt minimaal 250 woorden, maximaal 500. Probeer alles wat je in de onderbouw leerde over het schrijven van een betoog in praktijk te brengen. 

Slide 35 - Tekstslide

Opdracht leesniveaus
Jullie lezen vier fragmenten van verschillende boeken. Beoordeel (in viertallen) deze tekstfragmenten aan de hand van de zes literaire niveaus van Witte (2008). De beschrijving van de literaire niveaus is als hulpmiddel toegevoegd bij deze opdracht. Bij welk niveau zouden jullie het fragment onderverdelen en waarom? 

Slide 36 - Tekstslide

Leestijd
timer
10:00

Slide 37 - Tekstslide

timer
4:00
Bij welk niveau hoort fragment 1 en waarom?

Slide 38 - Woordweb

timer
4:00
Bij welk niveau hoort fragment 2 en waarom?

Slide 39 - Woordweb

timer
4:00
Bij welk niveau hoort fragment 3 en waarom?

Slide 40 - Woordweb

timer
4:00
Bij welk niveau hoort fragment 4 en waarom?

Slide 41 - Woordweb

Boekopdrachten 
1. Boekendebat
2. Wat heb jij gemeen met de hoofdpersonen?
3.  Podcast of vlog maken
4. Vergelijking Rutger Bregman & een roman
5. Schrijf twee muzieknummers 
6. Maak een opdracht van lezenvoordelijst
7. Lees een boek met Henk in de leesclub (onder voorbehoud)

Slide 42 - Tekstslide