LE QUIZ FRANÇAIS
1 / 54
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
1.Wat is de hoofdstad van Frankrijk?
A
Marseille
B
Napoleon
C
Paris
D
Montréal
Slide 4 - Quizvraag
3. Grenst Frankrijk aan Nederland?
A
OUI
B
NON
Slide 5 - Quizvraag
4. Le France, La France,
L'France ou Les France?
(Is het LE of LA France?)
L'France ou Les France?
(Is het LE of LA France?)
A
LE
B
LA
C
L'
D
LES
Slide 6 - Quizvraag
5.Wat is een 'croque-monsieur' ?
A
een oude meneer
B
een tosti
C
een buurman
D
macaroni met kaas
Slide 7 - Quizvraag
6. Wat is de naam van de hoogste berg van Frankrijk?
A
Mont Ventoux
B
Mont Blanc
C
Alpe d'Huez
D
Een monument
Slide 8 - Quizvraag
7. Frankrijk wordt bestuurd door een...
A
Koning
B
Prins
C
President
D
Keizer
Slide 9 - Quizvraag
Les jours de la semaine
woensdag
donderdag
vrijdag
zaterdag
dinsdag
maandag
zondag
mardi
vendredi
mercredi
lundi
samedi
jeudi
dimanche
Slide 10 - Sleepvraag
8 LE PETIT DEJEUNER FRANÇAIS?
(Het ontbijt bestaat uit?)
(Het ontbijt bestaat uit?)
A
Le pain au fromage
B
Des œufs
C
Le vin rouge
D
Le croissant
Slide 11 - Quizvraag
9.Combien de personnes est-ce qu'il y a en France ?
A
60 millions
B
50 millions
C
89 millions
D
67 millions
Slide 12 - Quizvraag
10Welke letter kunnen de Fransen in het Nederlands niet goed uitspreken ?
A
de K
B
de H
C
de B
D
de S
Slide 13 - Quizvraag
11 Quand tu veux boire ça, qu'est-ce que tu dis dans restaurant?
A
Un cola, s'il vous plaît
B
Un coke, s'il vous plaît
C
Un orangina s'il vous plaît
D
Un coca, s'il vous plaît
Slide 14 - Quizvraag
12 Où est ....
L'Espagne
La Belgique
La Suisse
L'Italie
Slide 15 - Sleepvraag
13 Où est ....?
Paris
les Pyrénées
Bretagne
la Mediterranée
les Alpes
Dordogne
Slide 16 - Sleepvraag
14. Welke rivier stroomt er door Parijs?
A
Rhône
B
Seine
C
Loire
D
Garonne
Slide 17 - Quizvraag
15.Hoe zeg je "fijne dag!" in het Frans?
A
bonne soirée!
B
bonjour!
C
bonne journée!
D
bonne nuit !
Slide 18 - Quizvraag
la trousse
l'agenda
le stylo
l'équerre
le crayon
le sac à dos
Slide 19 - Sleepvraag
16.Hoe bestel je bij de bakker
5 croissantjes en 1 stokbrood' ?
A
Je voudrais cinq baguettes et un croissant
B
Je voudrais cinq croissants et cinq baguettes
C
Je voudrais cinq croissants
D
Je voudrais cinq croissants et une baguette
Slide 20 - Quizvraag
17. Welk eiland hoort bij Frankrijk
A
Tenerife
B
Madeira
C
Corsica
D
Sardinië
Slide 21 - Quizvraag
18 La tour Eiffel, c'est combien de mètres?
A
+/- 350 mètres
B
+/- 325 mètres
C
+/- 317 mètres
D
+/- 300 mètres
Slide 22 - Quizvraag
19. Op welke straat in Parijs eindigt de Tour de France ?
A
Op de Place des Invalides
B
Op Rue Montmartre
C
Op de Champs Elysées
D
Op Rue Tour de France
Slide 23 - Quizvraag
20. Welk dier kun je in Frankrijk vinden?
A
Élephant
B
Flamingo
C
Tigre
D
Penguin
Slide 24 - Quizvraag
21. Wat is het volkslied van Frankrijk?
A
La Marseillaise
B
Une seule nuit
C
Le chant des Paris
D
La concorde
Slide 25 - Quizvraag
Wat is typisch eten dat ik in een Franse boulangerie kan halen?
A
Croissant, stokbrood , chocoladebroodje
B
Salade niçoise, ratatouille
C
Wijn
D
Franse uiensoep, een Steak tartaarse
Slide 26 - Quizvraag
Franse leerlingen eten hun lunch...
A
Ils ne mangent pas
B
À la maison
C
À la cantine
D
Au supermarché
Slide 27 - Quizvraag
Wat eten Franse kinderen tijdens de lunch op school?
A
boterhammen
B
croissants
C
stokbrood
D
warme maaltijd
Slide 28 - Quizvraag
Slide 29 - Tekstslide
1. Welk vlag is de Franse?
A
B
C
D
Slide 30 - Quizvraag
2. En France, on mange ....
des escargots
des macarons
des pains au chocolat
des croissants
Slide 31 - Sleepvraag
3. Wat is de naam van dit monument?
A
Het Louvre
B
Notre Dame
C
De Eiffeltoren
D
Arc de triomphe
Slide 32 - Quizvraag
4. Wie was geen Franse president?
A
B
C
D
Slide 33 - Quizvraag
5. Welk gebouw staat in Parijs?
A
B
C
D
Slide 34 - Quizvraag
6.Comment s'appelle ce monsieur ?
A
Stromae
B
Maître Gims
C
Imany
D
Willy William
Slide 35 - Quizvraag
7.In welke animatiefilm speelt deze muis ?
A
Madagascar
B
Intouchables
C
Ratatouille
D
Ma vie de Courgette
Slide 36 - Quizvraag
8. Qu'est-ce que ce monsieur a sur la tête?
A
une baguette
B
un croissant
C
un béret
D
un pâté
Slide 37 - Quizvraag
La famille:
la mère
de moeder
de neef
de oom
de grootmoeder
de vader
de nicht
la cousine
le cousin
l'oncle
le père
la grand-mère
Slide 38 - Sleepvraag
9.Waar hangt dit beroemde schilderij?
A
Musée Rodin
B
Louvre
C
Musée d'Orsay
D
Musée Picasso
Slide 39 - Quizvraag
10. Dit monument staat in:
A
Parijs
B
Amsterdam
C
Nice
D
Brussel
Slide 40 - Quizvraag
11. Welke route neem je om in Zuid-Frankrijk te komen?
A
B
C
D
Slide 41 - Quizvraag
12. Welk merk is niet Frans?
A
B
C
D
Slide 42 - Quizvraag
13. Qui est-ce?
A
Willem-Alexander
B
Juan Carlos
C
Louis XIV
D
Vladimir Putin
Slide 43 - Quizvraag
à pied
en vélo
en train
en voiture
en métro
en bus
Slide 44 - Sleepvraag
14. Wat is de naam van dit museum?
A
Het Louvre
B
Paleis van Versailles
C
De Champs-Elysées
D
Het Centre Pompidou
Slide 45 - Quizvraag
Slide 46 - Tekstslide
1. Wat is het tenue van het Franse elftal?
A
B
C
D
Slide 47 - Quizvraag
2. Wat is de bijnaam van het Franse voetbalelftal?
A
Les roses
B
Les oranges
C
Les bleus
D
Les blancs
Slide 48 - Quizvraag
3.Comment s'appelle ce club de football?
A
Paris Saint-Michel
B
Paris Saint-Germain
C
Paris Stade de France
D
Paris Germain
Slide 49 - Quizvraag
4. Op welke sport heeft de jaarlijkse 'Tour de France' betrekking?
A
Wielersport
B
Autosport
C
Atletiek
D
Paardrijden
Slide 50 - Quizvraag
5. Welk grandslam tennistoernooi wordt jaarlijks in Parijs gehouden?
A
US Open
B
Wimbledon
C
Australian Open
D
Roland Garros
Slide 51 - Quizvraag
6. Quand tu joues ça en France, tu joues à la ........
A
bwa-bwa-bois
B
pétanque
C
balle
D
jeu de cartes
Slide 52 - Quizvraag
9. Wat is populairste sport in Frankrijk?
A
Voetbal
B
Wielrennen
C
Jeu de boules
D
Tennis