RSG 't Rijks

H2 par. 2.3 De Romeinse samenleving

Tijd van Grieken en Romeinen
H2. Griekse steden, een Romeins rijk
par. 2.3 De Romeinse samenleving
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Tijd van Grieken en Romeinen
H2. Griekse steden, een Romeins rijk
par. 2.3 De Romeinse samenleving

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wie de macht hadden in de Romeinse Republiek en wie in het Romeinse keizerrijk.
  • Je kunt vier sociale lagen in de Romeinse samenleving beschrijven.
  • Je kunt twee voorbeelden noemen van de Grieks-Romeinse cultuur.
  • Je kent de begrippen en jaartallen uit deze paragraaf.

Slide 2 - Tekstslide

Van republiek naar keizerrijk
Bijna 250 jaar werd Rome bestuurd door koningen.
In 509 v.C. werd de koning door de bevolking verjaagd.
Rome werd een republiek: land zonder koning, dat wordt bestuurd door een of meer gekozen leiders.
Rome werd bestuur door de senaat.


Slide 3 - Tekstslide

Senaat
  • Senaat: vergadering waar een paar honderd mannen uit rijke families stemden over wetsvoorstellen: veel invloed!
  • kozen één keer per jaar twee consuls.

Slide 4 - Tekstslide

Consuls
  • Leidden de senaatsvergaderingen. 
  • Wetsvoorstellen doen. 
  • Besluiten van senaat of andere consul tegenhouden. 
  • Legerleiders/ belangrijkste bestuuders.
  • Een keer per jaar gekozen door het volk.

Slide 5 - Tekstslide

Wat is geen taak van de consuls in Rome?
timer
0:20
A
Wetsvoorstellen doen
B
Vergaderingen van de senaat leidden
C
Oorlog voeren tegen vijanden van Rome
D
Stemmen over wetsvoorstellen

Slide 6 - Quizvraag

De republiek wordt een keizerrijk
  • Het aantal soldaten steeg.
  • Generaals werden steeds machtiger.
  • Beroepssoldaten waren namelijk trouwer aan hun generaals dan aan Rome

Slide 7 - Tekstslide

Julius Caesar
  • Julius Caesar was een generaal.
  • Behaalde veel overwinningen.
  • Zorgde goed voor zijn soldaten.
  • Erg populair!

Slide 8 - Tekstslide

Julius Caesar
  • Caesar greep de macht en werd een dictator.
  • De republiek dreigde te verdwijnen.
  • Een groep senatoren besloot daarop Caesar te vermoorden.

Slide 9 - Tekstslide

Julius Caesar
  • In 44 v.C. werd hij tijdens een vergadering van de senaat door een groep senatoren vermoord.

Slide 10 - Tekstslide

Augustus
  • Geadopteerde zoon van Julius Caesar.
  • Spoorde de vijanden van Caesar op en versloeg ze in 27 v.C.
  • Augustus had nu alle macht in handen.

Slide 11 - Tekstslide

Keizer
  • Als eerbetoon gebruikte Augustus de naam Caesar als titel: keizer.
  • Augustus was de eerste Romeinse keizer.
  • Senaat had weinig macht meer.

Slide 12 - Tekstslide

Waar of niet waar?
Julius Caesar was de eerste keizer van Rome
timer
0:20
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Wie was dan de eerste Romeinse keizer?
timer
0:30

Slide 14 - Open vraag

Welke bestuursvorm had Rome toen Julius Caesar aan de macht was?
timer
0:20
A
Koninkrijk
B
Democratie
C
Keizerrijk
D
Dictatuur

Slide 15 - Quizvraag

Julius Caesar werd vermoord in het jaar:
timer
1:00
A
44
B
44 na Christus
C
44 v.Chr
D
Caesar werd niet vermoord

Slide 16 - Quizvraag

Waarom werd Julius Caesar vermoord?
timer
0:20
A
Hij was een slechte keizer
B
Hij werd te machtig
C
Hij had de keizer beledigd
D
Hij had een veldslag verloren

Slide 17 - Quizvraag

Julius Caesar leefde in de:
timer
0:20
A
3e eeuw V. Chr.
B
2e eeuw V. Chr.
C
1e eeuw V. Chr.
D
1e eeuw N. Chr.

Slide 18 - Quizvraag

Romeinse vrede
  • O.l.v. Augustus werden er veel gebieden veroverden, vooral buiten Europa. Egypte bijvoorbeeld.
  • Er brak een langdurige periode van rust en vrede aan: pax romana.

Slide 19 - Tekstslide

Pax  romana
  • Wegen aangelegd.
  • Bruggen gebouwd.
  • Steden gesticht.
  • Handel nam toe.
  • Meer welvaart.


Slide 20 - Tekstslide

Wat is PAX ROMANA?
timer
0:20
A
Rustige tijd in Romeinse rijk.
B
Dat het in druk werd in Rome
C
Er werd veel gevochten.
D
De mensen verlieten Rome om op het platteland te wonen.

Slide 21 - Quizvraag

Wat past er niet bij pax Romana?
timer
0:20
A
Burgeroorlog gevoerd
B
Handel bloeide op
C
Wegen aangelegd
D
Steden gesticht

Slide 22 - Quizvraag

Augustus
  • Augustus wilde dat iedereen wist dat hij verantwoordelijk was voor deze successen.
  • Hij liet standbeelden van zichzelf maken.
  • Het volk moest hem als god vereren.
  • Hij deelt gratis voedsel uit.
  • En organiseerde gladiatorengevechten en wagenrennen.
  • In 14 n.C. overleed keizer Augustus.


Slide 23 - Tekstslide

Vier sociale lagen
Verschillen tussen arm en rijk waren erg groot.
  • 1e laag: kleine groep rijken: veel land, bestuursfuncties of legeraanvoerder.
  • 2e laag: handelaren en ambachtslieden.
  • 3e groep: armen zonder vast werk.
  • 4e groep: slaven.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

De Grieks-Romeinse cultuur
Romeinen waren erg onder de indruk van de Griekse cultuur.
Beelden en tempels werden nagemaakt.
Dezelfde goden werden vereerd (andere namen).
Griekse gewoontes werden overgenomen, zoals een warmwaterbad.

Slide 27 - Tekstslide

De Grieks-Romeinse cultuur
Romeinen hadden ook hun eigen gewoontes, zoals:
  • paardenrennen, gladiatorengevechten.
  • keizers zorgden voor voedsel voor de armen.
  • aquaducten.
  • keizers werden als goden vereerd.
De Romeinse en Griekse cultuur raakten vermengd:
Grieks-Romeinse cultuur.

Slide 28 - Tekstslide

Hoe was het bestuur van Rome geregeld?
Kies de juiste volgorde:
timer
0:25
A
republiek-keizerrijk-koninkrijk
B
koninkrijk-republiek-keizerrijk
C
keizerrijk-koninkrijk-republiek

Slide 29 - Quizvraag

Slide 30 - Video

Schrijf 2 dingen op die je vandaag geleerd hebt.
timer
1:00

Slide 31 - Open vraag

Wat vind je nog lastig?
timer
1:00

Slide 32 - Open vraag

Aan de slag
Wat? Je gaat de teksten lezen en de bijbehorende opdrachten maken.
Hoe? Alleen
Hulp? Bij je buurman/buurvrouw. Kom je er samen niet uit, dan vraag je hulp aan je docent.
Tijd? Tot het einde van de les.
Klaar? Dan ga je de opdracht samenvatten maken. Je maakt de TestJezelf  in SOM. En je kunt de verdiepingsparagraaf (1.7) over volksvermaak in Rome maken.

Slide 33 - Tekstslide