In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
H6 Nieuwe ideeën, nieuwe werelden
6.2 Een nieuwe mentaliteit
Slide 1 - Tekstslide
Tijdvak: Tijd van ontdekkers en hervormers
1500-1600
Periode: vroegmoderne tijd
1500-1800
Slide 2 - Tekstslide
Invalshoeken
Economisch:
wat zijn de middelen van bestaan?
Denk hierbij bijvoorbeeld jagen en verzamelen, landbouw, industrie.
Hoe komen mensen aan hun inkomsten?
Slide 3 - Tekstslide
Invalshoeken
Politiek-bestuurlijk:
hoe wordt de samenleving bestuurd?
Wie is de baas?
Welke regels en wetten zijn er?
Slide 4 - Tekstslide
Invalshoeken
sociaal:
dit gaat bijvoorbeeld over de leefomstandigheden van mensen en de verschillende sociale lagen.
Zijn er grote verschillen tussen mannen/vrouwen en arm/rijk?
Leven de mensen in de stad of op het platteland?
Slide 5 - Tekstslide
Invalshoeken
cultureel: wat denken en voelen de mensen en hoe uitten ze dit?
bijvoorbeeld in hun gewoontes en regels,
geloof,
kunst en
wetenschap.
Slide 6 - Tekstslide
Normen en waarden
Met waarden bedoelen we zaken die mensen belangrijk vinden in hun leven, bijvoorbeeld:
behulpzaamheid,
eerlijkheid of
een goed moslim of christen zijn.
Slide 7 - Tekstslide
Normen en waarden
Met normen bedoelen we regels waaraan leden van een samenleving zich moeten houden, zoals geschreven en ongeschreven wetten en vaste gebruiken.
Voorbeelden van normen zijn:
‘afval gooi je in de prullenbak’
en ‘diefstal is verboden’.
Slide 8 - Tekstslide
Vrijheid
Iemand groeten.
Beleefdheid
Op je werk app je niet met vrienden.
Norm
Waarde
Norm
Waarde
Slide 9 - Sleepvraag
Invalshoeken
Economisch
Politiek-bestuurlijk
sociaal/maatschappelijk
cultureel/ religieus
Slide 10 - Tekstslide
Kenmerkende aspecten
Begin Europese overzeese expansie
Renaissance
Hernieuwde oriëntatie op klassieke Oudheid
Slide 11 - Tekstslide
Herhaling 6.1
Wat is de renaissance?
In welk land begon de renaissance? Waarom?
Hoe keek men in de renaissance naar de middeleeuwen?
Noem 3 punten waarop de kunst uit de renaissance verschilde met de kunst uit de middeleeuwen.
timer
10:00
Slide 12 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt uitleggen wat de ‘herontdekking van de oudheid’ inhield.
Je kunt een beschrijving geven van de werkzaamheden en ideeën van humanisten.
Je kunt uitleggen waarom de ideeën van humanisten leidden tot een andere mentaliteit en waarom dat bedreigend was voor de kerk.
Je kent de begrippen en jaartallen uit deze paragraaf.
Slide 13 - Tekstslide
Teksten uit de oudheid
In renaissance begonnen kunstenaars met imiteren bouw- en beeldhouwkunst oudheid.
Ook meer belangstelling voor Griekse en Latijnse literatuur + wetenschap.
Geleerden leerden Grieks en gingen teksten nauwkeuriger bestuderen.
Slide 14 - Tekstslide
Teksten uit de oudheid
Probleem: oude teksten niet altijd betrouwbaar.
Oorspronkelijke boeken vergaan.
Geleerden hadden alleen teksten die waren overgeschreven voor monniken uit de middeleeuwen: fouten gemaakt.
Daarom: opzoek naar oudste teksten + ontdekken wat er eigenlijk had gestaan.
Zo belangrijk deel Grieks-Romeinse cultuur herontdekt.
Slide 15 - Tekstslide
Humanisten
Zo noemen we de mensen die onderzoek deden naar de teksten uit de oudheid.
Zij vonden zelf nadenken belangrijk.
Om goed te kunnen denken was goed onderwijs nodig.
Vooral taal belangrijk --> goed lezen --> zelfstandig oordeel vormen + controleren of het klopt.
Slide 16 - Tekstslide
Humanisten
Waren kritisch over ME: rechtspraak, geloof, maatschappij.
ME hadden Grieken en Romeinen verkeerd begrepen.
Gebruikte teksten uit de oudheid om ook zelf nieuwe ideeën te ontwikkelen.
Bekende humanist is Erasmus.
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Video
Bedreiging voor de kerk
Denkbeelden humanisten botsten met de ideeën van de kerk.
Hoe botsen de ideeën?
Slide 19 - Tekstslide
ME kerk
Kerk bepaald wat mensen mogen lezen en wat niet.
Kerk mag als enige zeggen wat schrijvers van de Bijbel hadden bedoeld.
Humanisten
Eigen oordeel vormen, ook over geloof.
Bijbel die kerk gebruikte niet betrouwbaar --> vertaalde versie van het origineel.
Slide 20 - Tekstslide
Erasmus
begin 16e eeuw
Nederlandse humanist
Terug naar oorspronkelijke nieuwe testament (Grieks)
Maakte nieuwe Latijnse vertaling
Slide 21 - Tekstslide
Boekdrukkunst
Rond 1450 uitgevonden.
Teksten, dus ook de ideeën van humanisten, makkelijker en meer verspreid.
Daardoor verandering mentaliteit:
Wel God, hemel, hel
Niet alles zomaar geloven wat de kerk zegt --> wel zelfstandig. nadenken
Slide 22 - Tekstslide
Mentaliteit
=
De manier waarop mensen denken
Slide 23 - Tekstslide
de cultuur in de overgangsperiode van middeleeuwen naar vroegmoderne tijd. In deze tijd (1300-1600) keek men met een nieuwe blik naar de oudheid en kwam de mens centraal te staan
A
humanist
B
renaissance
C
mensbeeld
Slide 24 - Quizvraag
Waar begon de renaissance?
A
Frankrijk
B
Nederland
C
Italië
D
Griekenland
Slide 25 - Quizvraag
De renaissance begon in Italië omdat er veel overblijfselen waren uit de oudheid
A
Juist
B
Onjuist
Slide 26 - Quizvraag
Anatomie = De ideeën die mensen hebben over zichzelf en de mensen om hen heen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 27 - Quizvraag
Uit welke periode komt dit schilderij
A
Oudheid
B
Middeleeuwen
C
Renaissance
Slide 28 - Quizvraag
Uit welke tijd komt dit schilderij?
A
Oudheid
B
Middeleeuwen
C
Renaissance
Slide 29 - Quizvraag
Geleerde uit de tijd van de renaissance, die teksten uit de oudheid bestudeerde en vertaalde.
A
Humanist
B
Mensbeeld
C
Renaissance
D
Anatomie
Slide 30 - Quizvraag
Mensen in de renaissance vonden de middeleeuwen een goede, interessante periode
A
Juist
B
Onjuist
Slide 31 - Quizvraag
Mentaliteit = de manier waarop mensen over iets denken