RSG 't Rijks

Oefenen met köppen

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Oefenen met Köppen
In deze lessonup ga je oefenen met het herkennen van de klimaten. 
De eerste vragen gaan over het herkennen van de klimaten
A, B, C, D & E
Daarna komen ook de kleine letters s, f en w er bij. 

Veel succes!

Slide 2 - Tekstslide

Ronde 1: Welke hoofdklimaat hoort hierbij?


Kijk naar de temperatuur en de neerslag om er achter te komen om welk klimaat het gaat.


Slide 3 - Tekstslide


A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 4 - Quizvraag


A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 5 - Quizvraag


A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 6 - Quizvraag


A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 7 - Quizvraag


A
A
B
B
C
E
D
D

Slide 8 - Quizvraag


A
C
B
B
C
E
D
D

Slide 9 - Quizvraag


A
C
B
B
C
E
D
A

Slide 10 - Quizvraag


A
C
B
D
C
E
D
A

Slide 11 - Quizvraag

Nu met kleine letters s, w en f.
De kleine letter geeft aan in welk seizoen een droge periode is.
s = sommertrocken ('s zomers droog)
w = wintertrocken  ('s winters droog)
f = fehlt (geen droge periode)

Slide 12 - Tekstslide


A
Cf
B
Cw
C
Cs
D
Df

Slide 13 - Quizvraag


A
Af
B
Cs
C
As
D
Cf

Slide 14 - Quizvraag


A
Cw
B
Dw
C
EF
D
ET

Slide 15 - Quizvraag

Waarom Dw en niet E?
Bij een D klimaat is de koudste maand onder -3ºC en warmste boven +10ºC

Bij een E klimaat (kou klimaat) 
komt de temperatuur nooit boven de 10ºC. 

Slide 16 - Tekstslide


A
BW
B
Bw
C
BS
D
Bs

Slide 17 - Quizvraag

BW
Bij de B klimaten (droogte klimaten)
gebruiken we de hoofdletters W en S.

BW = Woestijnklimaat
(minder dan 200mm neerslag per jaar)
BS= Steppeklimaat
(tussen 200mm en 400mm neerslag per jaar)

Slide 18 - Tekstslide


A
Df
B
ET
C
EF
D
Ef

Slide 19 - Quizvraag

EF klimaat
EF (F staat voor frost)
Bodem is permanent bevroren (permafrost)

Hele jaar onder de 0 graden.

Slide 20 - Tekstslide


A
EF
B
Et
C
Ef
D
ET

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

ET Klimaat
ET = Toendra klimaat

extreem koud.
Warmste maand tussen 0 en 10 graden.

Slide 23 - Tekstslide


A
Df
B
Ds
C
Cf
D
Af

Slide 24 - Quizvraag


A
Cf
B
Df
C
As
D
Ds

Slide 25 - Quizvraag


A
Cf
B
Df
C
As
D
Ds

Slide 26 - Quizvraag


A
Cf
B
Df
C
As
D
Cs

Slide 27 - Quizvraag