In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Beschrijf de drietrapsstrategie
Slide 1 - Open vraag
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Vasthouden
Bergen
Afvoeren
1. Kribverlaging
2. zomerbedverdieping
5. nevengeulen
6. uiterwaardverlaging
7. natuurontwikkeling
10. dijkverplaatsing
11. binnendijkse retentie
12. stopzetten zijdelingse toestroom
Slide 5 - Sleepvraag
welke klimaatscenario's ken je
Slide 6 - Woordweb
Welke van de volgende ingrepen in het landschap verkorten de vertragingstijd het meest?
A
Het aanleggen van snelwegen
B
Het draineren van landbouwgrond
C
Het ontbossen van een natuurgebied
D
Het verhogen van dijken
Slide 7 - Quizvraag
De Maas ontspringt in Noord-Frankrijk op een hoogte van 400 m boven zeeniveau. Na 900 km mondt deze rivier in de Noordzee uit. Wat is het verhang van de Maas?
A
900/400 = 2,25 meter per km
B
400/900 = 0,44 meter per km.
C
900 x 400 = 360000 meter per km
D
900 - 400 = 500 meter per km.
Slide 8 - Quizvraag
Zomerdijk
Winterdijk
Uiterwaarde
Binnendijks
Zomerbed
Winterbed
Slide 9 - Sleepvraag
Wat zijn kribben en wat is de functie?
Slide 10 - Open vraag
Wat is een stad? Noem 4 kenmerken van een stad.
Slide 11 - Open vraag
Stedelijk netwerk
stadsgewest
De dorpjes erom heen hebben een sterke relatie met de stad (= centrale stad) in het midden. Voor: voorzieningen, werkgelegenheid ed.
Agglomeratie: Stad en dorpen eromheen die aan elkaar vast zijn gegroeid.
stedelijk gebied
Stadsgewesten komen steeds dichter bij elkaar te liggen. Er zijn nauwe contacten tussen.
Slide 12 - Tekstslide
Grote steden in de Randstad groeien. Waardoor?
Slide 13 - Open vraag
Er zijn ook plaatsen die krimpen. Noem drie nadelen van krimp
Slide 14 - Open vraag
Aanpassingen in de stad
Meer huishoudingen in de toekomst. Waardoor?
Slide 15 - Tekstslide
Wat maakt een stad aantrekkelijk?
Slide 16 - Open vraag
Buurtprofiel
Woningkenmerken
bewonerskenmerken
kenmerken van de woonomgeving
Slide 17 - Tekstslide
Actie op sociale vlak
Sociale cohesie: bereidheid om een actieve rol te spelen in de buurt
-> buurt- of wijkvoorzieningen
Burgerschap: manier waarop men deelneemt aan de samenleving en de leerbaarheid vormgeeft
Slide 18 - Tekstslide
Actie op fysieke vlak
Openbare ruimte
-> toegankelijkheid verbeteren:
Onderhoud
Overzichtelijkheid
Toezicht
Slide 19 - Tekstslide
Stedelijke processen
Vanaf 1870 door de ________ revolutie trekken mensen naar de stad = urbanisatie; daar was werk.
Omstandigheden in de stad waren slecht: 1901 verbetering van de woonomstandigheden dankzij ______________
Vanaf 1950 toename van de ________ waardoor mensen buiten de stad gingen wonen in de omringende randgemeenten = suburbanisatie