Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
RSG 't Rijks
‹
Terug naar zoeken
Quiz Klassieken
Quiz
architectuur en beeldhouwkunst
van de Grieken en Romeinen
n
1 / 20
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Kunst
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
In deze les zitten
20 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Quiz
architectuur en beeldhouwkunst
van de Grieken en Romeinen
n
Slide 1 - Tekstslide
Griekse beeldhouwkunst
Slide 2 - Tekstslide
Klik op de bron van de twee Griekse beelden. Welk beeld is eerder gemaakt en welk later?
Geef aan waarom.
timer
1:00
Slide 3 - Open vraag
Wat zijn de drie belangrijkste kenmerken van beelden uit de Archaïsche fase?
Slide 4 - Open vraag
Deze opdracht gaat over de ideeën achter de klassieke Griekse beeldhouwkunst.
Welke bewerking klopt met wat je in de bron ziet?
A
De gezichten van klassieke Griekse beelden laten vaak emoties zien, zoals de spanning op het gezicht van de Discuswerper.
B
De maker van de Discuswerper heeft gebruikgemaakt van de contrapost om het lichaam een natuurgetrouwe pose te geven.
C
Een beeld zoals de Discuswerper geeft niet één bepaalde persoon weer, maar een ideaal, 'goddelijk volmaakt' menselijk lichaam.
D
Geen van de genoemde beweringen klopt.
Slide 5 - Quizvraag
Waarom is dit beeld geïnspireerd op de klassieke Griekse beeldhouwkunst?
timer
1:00
A
het heeft de ideale verhoudingen
B
het is gemaakt van marmer
C
'contra post' houding (standbeen en speelbeen)
D
het beeld is een naakt
Slide 6 - Quizvraag
Waarom liet Napoleon zich als Jupiter portretteren?
A
Kunst uit de Klassieke oudheid vertegenwoordigt een esthetisch ideaal.
B
Napoleon vond dat hij dezelfde morele waarden/ deugden bezat als Jupiter.
C
Jezelf voordoen als mythologische God is romantisch en mysterieus.
D
De Klassieke oudheid symboliseert macht.
Slide 7 - Quizvraag
Wat zijn de drie belangrijkste kenmerken van de 'Hellenistische periode'?
Slide 8 - Open vraag
Waarom hebben de reclamemakers de Venus van Milo gebruikt in deze reclame?
A
Dat geeft de reclamemakers status.
B
Iedereen kent het beeld (en weet dat het geen armen heeft).
C
Ze gebruiken het bekende beeld als grapje.
D
Dit soort beelden zijn heel beroemd, dus melk krijgt dezelfde status.
Slide 9 - Quizvraag
Wat is de boodschap van deze reclame?
Slide 10 - Open vraag
Architectuur
Slide 11 - Tekstslide
Aan welke onderdelen herken je een Griekse tempel?
timer
1:00
A
onderdeel 1, 4 en 6 (de zuil, de architraaf en het timpaan)
B
onderdeel 1, 3 en 6 (de zuil, het kapiteel en het timpaan)
C
onderdeel 7, 3 en 5 (het basement, het kapiteel en het Fries)
D
onderdeel 2, 3 en 4 (de cannelure, het kapiteel en het architraaf)
Slide 12 - Quizvraag
Hoe heten de versieringen van het Korintisch kapiteel?
timer
0:30
A
Volutenbladen
B
Acanthusbladen
C
Trigliefenbladen
D
Kariatiden
Slide 13 - Quizvraag
Waaraan herken je een Dorische zuil?
A
Deze zuil is dikker, heeft een eenvoudig kapiteel en geen basement (in vergelijking met de andere zuilenordes)
B
Deze zuil is kleiner, dikker en heeft geen basement (ivm de andere zuilenordes)
C
Deze zuil is groter, heeft een voluten als kapiteel en heeft puntige groeven (ivm andere zuilenordes)
D
Deze zuil heeft een eenvoudig kapiteel is dunner en heeft cannelures (in vergelijking met de andere zuilenordes)
Slide 14 - Quizvraag
Hoe noem je de vrouwfiguren die als zuil diens doen?
Slide 15 - Open vraag
Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen Griekse en Romeins tempels?
A
Romeinse tempels zijn kleiner en hebben gedeeltelijk dichte muren. Griekse tempels zijn groter en zijn aan alle kanten open.
B
Romeinse tempels staan op een verhoging en hebben altijd Korinische kapitelen. Griekse tempels niet.
C
Romeinse tempels hebben een koepel en een duidelijke ingang. Griekse tempels hebben geen koepel en hebben geen duidelijke façade.
D
Romeinse tempels hebben een duidelijke ingang en zijn niet van alle kanten open. Griekse tempels zijn voor en achter gelijk en alle zijden zijn open.
Slide 16 - Quizvraag
Grieken bouwden vooral tempels van steen. Romeinen bouwden ook functionele bouwwerken. Noem drie voorbeelden.
Slide 17 - Open vraag
Deze villa werd gebouw in de 17e eeuw naar Klassiek voorbeeld. Waarom werden hier de klassieken als voorbeeld gebruikt?
A
De klassieke architectuur (van de Grieken en Romeinen) wordt gezien als esthetisch ideaal.
B
Bouwen in de stijl van de Grieken en Romeinen gaf status aan de architect
C
Men vond het in de 17e eeuw een Romantisch idee om in een naar klassiek voorbeeld gebouwde villa te wonen
D
Men bouwde in Italië sinds de Grieken en Romeinen in deze stijl.
Slide 18 - Quizvraag
Hoe noemen we (de krullen van) het kapiteel van een Ionische zuil?
Slide 19 - Open vraag
In de 18e eeuw waren ruïnes van klassieke gebouwen een geliefd onderwerp in de schilderkunst.
Waarom denk je?
A
Schilderen van klassieke gebouwen gaf de schilder status.
B
Men schilderde klassieke gebouwen omdat dat de traditie was.
C
Schilderen van klassieke gebouwen gaf de bezitter van het schilderij macht.
D
Men vond het in die tijd een romantisch onderwerp.(goede herinneringen aan het verleden)
Slide 20 - Quizvraag