RSG 't Rijks

Will & shall

Present Simple & Continuous
Will & shall
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Present Simple & Continuous
Will & shall

Slide 1 - Tekstslide


Slide 2 - Open vraag

Aan het einde van de les kan je
  • Uitleggen wat 'will' en 'shall' betekent.
  • I am able to explain what will and shall mean

  • 'Will' en 'shall' kunnen toepassen in bevestigende-, ontkennende- en vragende zinnen. 
  • I am able to use the different will and shall forms (=+/-/?) 

Slide 3 - Tekstslide

Wat betekent 'will' in de zin
'I will help you!'

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Video

Will
Will gebruik je om aan te geven dat iets in de toekomst gaat gebeuren. 

I will get a new TV soon.
 --->  
Ik zal binnenkort een nieuwe TV krijgen.

Slide 6 - Tekstslide

Formule
will + werkwoord

Voorbeeld: He will eat a burger.


Slide 7 - Tekstslide

Vormen
Je kan will op twee manieren schrijven:
  1. Lange vorm: Will
    He will close the window. It is cold.

  2. Korte vorm: 'll
    He'll close the window. It is cold.

Slide 8 - Tekstslide

Ontkennende zinnen
  • Bij ontkennende zinnen zet je 'not' achter 'will', of gebruik de korte vorm: won't 

I will not help you.           --- OF ---         I won't help you.
The cat will not eat.        --- OF ---         The cat won't eat.
His car will not start.      --- OF ---         His car won't start.

Slide 9 - Tekstslide

He .... us next week.
A
will
B
will visit
C
will visits
D
visits

Slide 10 - Quizvraag

I don't like Stefan. I .... him with his homework.
A
will help
B
will not help
C
won't help
D
help

Slide 11 - Quizvraag

Look at the dark clouds. It ... soon.
A
will
B
rains
C
rain
D
will rain

Slide 12 - Quizvraag

I have football practise tonight. We ... a movie tonight.
A
will watch
B
will watches
C
won't watches
D
won't watch

Slide 13 - Quizvraag

Vragende zinnen
Bij vragen zet je 'will' voor het onderwerp.

Will he see us again?

Bij vragen met 'I' en 'we' gebruik je 'shall' in plaats van 'will'.

Shall we go on a date?

Slide 14 - Tekstslide

She ___________ turn sixteen next June.
Future + will / shall: we / shall + hele werkwoord
will
shall

Slide 15 - Sleepvraag

He ___________ tell you what to do.
Future + will / shall: we / shall + hele werkwoord
will
shall

Slide 16 - Sleepvraag

___________ I help you with your homework?
Future + will / shall: we / shall + hele werkwoord
Will
Shall

Slide 17 - Sleepvraag

I don't know, ___________ we tell her the truth?
Future + will / shall: we / shall + hele werkwoord
will
shall

Slide 18 - Sleepvraag

Marie ___________ text us when we can visit.
Future + will / shall: we / shall + hele werkwoord
will
shall

Slide 19 - Sleepvraag


    The weather ________ be sunny and dry tomorrow.

    Marc ________ join us for dinner, he's not hungry.

   _______ we meet at eight on Friday?

     Maybe they _______ give you you money back if you ask nicely.
will
won't
shall
will

Slide 20 - Sleepvraag

SAMENVATTING

Slide 21 - Tekstslide

Wat heb je geleerd vandaag?

Slide 22 - Open vraag

Wat vindt je eventueel moeilijk? laat dat hier weten.

Slide 23 - Open vraag

I am able to explain what will and shall mean
I am able to use the different will and shall forms (=+/-/?)

Ja ik snap het
ik snap het een beetje, graag samen opstarten
Help, ik snap er niets van

Slide 24 - Poll

Do ex. 2, 3,4 and 5

Slide 25 - Tekstslide