Brugklas 3.3 dierenrijk
1 / 19
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wanneer horen 2 organismen bij hetzelfde soort?
Slide 2 - Open vraag
Wat betekent het begrip variatie?
Slide 3 - Open vraag
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Welke symmetrie heeft een egel?
A
tweezijdig
B
veelzijdig
C
niet-symmetrisch
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Wat voor skelet heeft paard?
A
inwendig
B
uitwendig
C
geen skelet
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Tot welke stam horen de spinnen?
A
Neteldieren
B
Geleedpotigen
C
Weekdieren
D
Gewervelden
Slide 16 - Quizvraag
Wat voor symmetrie hebben weekdieren?
A
tweezijdig
B
veelzijdig
C
geen symmetrie
Slide 17 - Quizvraag
Wat voor skelet hebben gewervelden?
A
inwendig
B
uitwendig
C
geen skelet