RSG 't Rijks

De ontkenning

Denk aan een zin waar de ontkenning in verwerkt is (in het Nederlands).
1 / 13
volgende
Slide 1: Open vraag
FransMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Denk aan een zin waar de ontkenning in verwerkt is (in het Nederlands).

Slide 1 - Open vraag

De vorm:
Dit zijn de 5 Franse vormen die je moet vertalen.
1. niet/geen = ne .... pas
2. niet meer = ne ..... plus 
      3.   niets = ne ..... rien
           4.   nooit = ne ..... jamais
            5. nog niet = ne ..... pas encore

Slide 2 - Tekstslide

De plaats
Stap 1: Deel 1 van de ontkenning (bijv. ne) komt voor het 1e werkwoord van de zin.
Stap 2: Deel 2 van de ontkenning (bijv. rien) komt er gelijk achter
VB: Tu ne vas rien manger?

! De plaats blijft altijd hetzelfde, ook als er 2/3/4/5 werkwoorden in een zin staan.

Slide 3 - Tekstslide

Attention! Let op!
KLINKERBOTSING/STOMME H?

> De ne wordt in dit geval een n'

Vb 1: - Elle n'aime pas ma soeur
Vb 2: - Pourquoi il n'est jamais en retard?

Slide 4 - Tekstslide

ik ben niet Paul
A
ne je pas suis Paul
B
je ne suis pas Paul
C
je suis ne Paul pas
D
je ne suis Paul pas

Slide 5 - Quizvraag

ik heb geen broer
A
ne je pas ai un frère
B
j'ai ne pas un frère
C
je n'ai pas un frère
D
j'ai un ne frère pas

Slide 6 - Quizvraag

Ik kijk nooit tv
timer
1:00
A
Je ne regarde plus la télé
B
Je ne regarde jamais la télé
C
Je ne regarde rien la télé
D
Je regarde ne la télé jamais

Slide 7 - Quizvraag

Wij gaan nog niet naar Parijs
timer
1:00
A
Nous ne allons pas encore à Paris
B
Nous n'allons pas encore à Paris
C
Nous allons n'à pas encore Paris
D
Nous n'allons à Paris pas encore

Slide 8 - Quizvraag

Hij vindt voetballen niet meer leuk.
timer
1:00
A
Il n'aime plus le foot
B
Il n'aime jamais le foot
C
Il n'aime rien le foot
D
Il n'aime pas le foot

Slide 9 - Quizvraag

Lucas vindt niets in zijn tas
timer
1:00
A
Lucas ne trouve plus dans son sac.
B
Lucas ne trouve personne dans son sac.
C
Ne Lucas trouve rien dans son sac.
D
Lucas ne trouve rien dans son sac.

Slide 10 - Quizvraag

Ik zie niemand
A
Je vois personne
B
Je ne vois rien
C
Je ne vois personne
D
Je ne vois pas personne

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Video

Slide 13 - Link