In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Argumenteren Talent
Slide 1 - Tekstslide
Subjectieve argumenten hebben over het algemeen meer overtuigingskracht dan objectieve argumenten
A
juist
B
onjuist
Slide 2 - Quizvraag
Een hypothese is een subjectief argument.
A
juist
B
onjuist
Slide 3 - Quizvraag
Bij subjectieve argumenten ga je na of ze waar zijn.
A
juist
B
onjuist
Slide 4 - Quizvraag
Mening: Het is niet nodig dat voetbalclubs de politie-inzet rondom wedstrijden zelf gaan betalen.
Argument 1: De politie-inzet kost volgens het Centraal Informatiepunt Voetbalvandalisme gemiddeld 40.000 euro per wedstrijd
A
argument 1 is feitelijk
B
argument 1 is waarderend
Slide 5 - Quizvraag
Argument 2: Binnen het stadion zijn de voetbalclubs verantwoordelijk voor de kosten, maar buiten het stadion is het openbaar gebied en daarvoor is in principe de overheid verantwoordelijk.
A
Feitelijk
B
Waarderend
Slide 6 - Quizvraag
Argument 3: Voetbalclubs doen al heel erg hun best om de veiligheid te waarborgen.
A
Feitelijk
B
Waarderend
Slide 7 - Quizvraag
Tegenargument 1: Voetbalclubs verdienen genoeg aan tv-rechten, daar kunnen ze de politie-inzet best zelf van betalen.
A
feitelijk
B
waarderend
Slide 8 - Quizvraag
Bij een argument op basis van overeenkomst kan het ook gaan om verschillen
A
juist
B
onjuist
Slide 9 - Quizvraag
Standpunt: Elektrische auto's worden niet gemaakt om geld aan te verdienen.
Argument: De winstmarge op elektrische auto's is lager dan bij gewone auto's.
Met welk argument ontstaat een nevenschikkende argumentatie met onafhankelijke argumenten.
A
De accu's voor elektrische auto's zorgen voor een hoge kostprijs
B
De klant is niet bereid om veel meer te betalen voor een elektrische auto
C
Het maken van elektrische auto's is niet meer dan een soort pr-activiteit voor een automerk
Slide 10 - Quizvraag
Na deze dia volgt een sleepvraag.
De vraag hier bij luidt:
Welk soort argument wordt onjuist gebruikt? Kies het juiste type argument bij de omschrijving van het onjuiste gebruik:
Slide 11 - Tekstslide
autoriteit
oorzaak-gevolg
voor-en nadelen
kenmerk
Vergelijking
De schrijver doet alsof A altijd leidt tot B
De schrijver/bron is niet deskundig of is partijdig.
De schrijver geeft een vals dilemma, noemt andere mogelijkheden niet.
De schrijver negeert bepaalde relevante eigenschappen.
De schrijver beweert dat bepaalde zaken hetzelfde zijn, terwijl ze op belangrijke punten van elkaar verschillen
Slide 12 - Sleepvraag
Van welke drogreden is hier sprake:
Orgaanhandel tussen levende mensen moet worden gelegaliseerd. Daardoor kun je flink verdienen aan organen die je toch niet nodig hebt
A
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
overdrijven van voor- en nadelen
C
onjuiste vergelijking
D
onjuist gebruik van voorbeeld
Slide 13 - Quizvraag
Van welke drogreden is hier sprake:
Opgroeien in de stad is beter dan op het platteland, want in een stad kun je tenminste spelen met rommel op straat.
A
overdrijven van voor- en nadelen
B
onjuist gebruik van voorbeeld
C
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
D
onjuist gebruik van kenmerken
Slide 14 - Quizvraag
Van welke drogreden is hier sprake:
De wereld is volgens de briljante natuurkundige beter af als de permanente leden van de Veiligheidsraad hun veto verliezen.
A
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
overdrijven van voor- en nadelen
C
onjuist gebruik van kenmerken
D
onjuist gebruik van voorbeeld
Slide 15 - Quizvraag
Van welke drogreden is hier sprake:
Sociale media hebben jongeren meer kwaad dan goed gedaan. Mijn dochter wordt daar de hele tijd gepest.
A
onjuiste vergelijking
B
onjuist gebruik van kenmerken
C
onjuist gebruik van voorbeeld
D
onjuiste autoriteit
Slide 16 - Quizvraag
Welke drogreden is gebruikt?
Er is in Nederland te weinig aandacht voor creatieve en kunstzinnige ontwikkeling bij jongeren. Dat is jammer, want met kunst kunnen veel problemen in de wereld worden opgelost.
A
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
onjuist gebruik van kenmerken
C
overhaaste generalisatie
D
overdrijven van voor- en nadelen
Slide 17 - Quizvraag
Welke drogreden is gebruikt?
Het land zou gebaat zijn bij het verwijderen van alle videocamera's uit het parlement. Sinds we alles op tv kunnen volgen, handelen te veel politici niet meer in het landsbelang.
A
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
overdrijven van voor- en nadelen
onjuist gebruik van kenmerken
C
onjuiste vergelijking
D
overhaaste generalisatie
Slide 18 - Quizvraag
Welke drogreden is gebruikt?
De overheid moet volgens de directeur van Shell stoppen met het subsidiëren van topsport.
A
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
onjuist gebruik van kenmerken
C
onjuiste autoriteit
D
onjuiste vergelijking
Slide 19 - Quizvraag
Welke drogreden is gebruikt?
De stemmen van bejaarde kiezers moeten minder zwaar wegen, want zij zijn toch allemaal dement.
A
onjuist gebruik van kenmerken
B
overhaaste generalisatie
C
overdrijven van voor- en nadelen
D
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
Slide 20 - Quizvraag
Welke drogreden is gebruikt?
Nederlandse studenten missen ambitie, want ze willen graag zo lang mogelijk thuis blijven wonen.