RSG 't Rijks

Transporttheorie van Ullman

Les 4
Toets bespreken
Paragraaf 1.3
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Les 4
Toets bespreken
Paragraaf 1.3

Slide 1 - Tekstslide

SE vragen 16 en 17

Slide 2 - Tekstslide

Aan het einde van de les kun je:
  • Je kunt de drie voorwaarden van de interactietheorie benoemen
  • Je kunt uitleggen hoe deze theorie zich verhoudt tot honger in Ethiopië
  • Je kunt beredeneren waarom de drie voorwaarden bij de interactietheorie horen en invloed hebben op wereldwijde handel

Slide 3 - Tekstslide

Soorten honger
  • Kwalitatief
  • Kwantitatief

Slide 4 - Tekstslide

Voedselvraagstuk is een verdelingsvraagstuk!
Geglobaliseerde landbouw: voedingsgrondstoffen worden wereldwijd verhandeld. 
  • Granen (tarwe en maïs), die zijn lang houdbaar

Er zou genoeg zijn maar het is niet eerlijk verdeeld, niet iedereen heeft evenveel toegang

Slide 5 - Tekstslide

Vervoer komt alleen tot stand als voldaan wordt aan drie voorwaarden:

1. Complementariteit: de ene regio heeft een overschot, de ander een tekort (ze vullen elkaar aan). 
2. Transporteerbaarheid: mogelijkheid tot binnenlands transport (o.a. kwaliteit van infrastructuur)
3. Geen tussenliggende mogelijkheden

Slide 6 - Tekstslide

1. Complementariteit
  • Vraag en aanbod: de ene regio heeft ergens een overschot van, de ander een tekort
  • Dan kán er handel/uitwisseling plaatsvinden tussen de regio's
  • Soms gebeurt dit niet: arme gebieden (waar de honger is) hebben niet altijd geld voor de voedselleveringen

Slide 7 - Tekstslide

Exporterend
Importerend

Slide 8 - Tekstslide

2. Transporteerbaarheid
  • Mate waarin het loont om een product te vervoeren
  • Slechte infrastructuur in ontwikkelingslanden --> voldoen dus vaak niet aan de voorwaarde van transporteerbaarheid

Slide 9 - Tekstslide

3. Geen tussenliggende mogelijkheden
Hoe dichter een afnemer bij een (graan)leverancier zit, hoe lager de vervoerskosten. Als deze afnemer ook nog een hogere prijs biedt dan een klant verderop, komt het zeker daar terecht, ook al heeft die verder weg het voedsel veel harder nodig. 
Omgekeerd kan een tussenliggende hindernis de verklaring zijn van het gegeven dat een product van het andere einde van de wereld wordt aangevoerd, terwijl het naast de deur ook wordt gemaakt.

Slide 10 - Tekstslide

Dus:
Waarom is er in Ethiopië sprake van honger als er voldoende voedsel beschikbaar is?

Slide 11 - Tekstslide

Wat zijn de drie voorwaarden voor uitwisseling van goederen tussen gebieden?

Slide 12 - Open vraag

Oneerlijke concurrentie
Als een boer zijn product op de wereldmarkt wil verkopen, moet hij concurreren met talloze andere boeren uit vele landen. Die concurrentie verloopt niet altijd rechtvaardig, waarom?

Slide 13 - Tekstslide

Oneerlijke concurrentie
Als een boer zijn product op de wereldmarkt wil verkopen, moet hij concurreren met talloze andere boeren uit vele landen. Die concurrentie verloopt niet altijd rechtvaardig, waarom?
- Dumping
- Handelspolitiek
- Invoertarieven

Slide 14 - Tekstslide

De Groene Revolutie
  • Genetische Manipulatie 
  • Nadeel/nadelen van de Groene Revolutie?

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag...
Start met kaart 5 (huiswerk voor volgende les)
Klaar met kaart 5? Verder met kaart 7

Slide 16 - Tekstslide