Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
RSG 't Rijks
‹
Terug naar zoeken
H2 par. 1 Handel en nijverheid in de Republiek
H2 De Gouden Eeuw
Par. 2.1 Handel en nijverheid in de Republiek
1 / 35
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Geschiedenis
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
In deze les zitten
35 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
7 videos
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
H2 De Gouden Eeuw
Par. 2.1 Handel en nijverheid in de Republiek
Slide 1 - Tekstslide
Kenmerkende aspecten H2
- Streven naar absolutisme
- De Gouden Eeuw (bijzondere plaats economisch, politiek & cultureel)
- Begin van de wereldeconomie
- De wetenschappelijke revolutie
Slide 2 - Tekstslide
Invalshoeken
Economisch:
Wat zijn de middelen van bestaan?
Leven mensen van de jacht, landbouw, industrie?
Hoe komen mensen aan hun inkomsten?
Geld
Slide 3 - Tekstslide
Invalshoeken
Politiek-bestuurlijk:
Bestuur
Wie is de baas?
Welke regels en wetten zijn er?
Slide 4 - Tekstslide
Invalshoeken
sociaal:
Leefomstandigheden van mensen.
Sociale lagen.
Zijn er grote verschillen tussen mannen/vrouwen en arm/rijk?
Leven de mensen in de stad of op het platteland?
Slide 5 - Tekstslide
Invalshoeken
cultureel
:
Gaat vooral over:
geloof
kunst
wetenschap
Slide 6 - Tekstslide
Normen en waarden
Met
waarden
bedoelen we zaken die mensen belangrijk vinden in hun leven, bijvoorbeeld:
behulpzaamheid,
eerlijkheid of
een goed moslim of christen zijn.
Slide 7 - Tekstslide
Normen en waarden
Met
normen
bedoelen we regels waaraan mensen zich moeten houden, zoals
geschreven en ongeschreven wetten/ regels.
Voorbeelden van normen zijn:
‘afval gooi je in de prullenbak’
en ‘diefstal is verboden’.
Slide 8 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt een beschrijving geven van de economie van de Republiek.
Je kunt uitleggen hoe de economie van de Republiek onderdeel werd van de wereldeconomie en welke rol de VOC en de WIC daarbij hadden.
Je kunt een verband leggen tussen de driehoekshandel, de slavenhandel en de plantageslavernij.
Slide 9 - Tekstslide
Hanze
In late middeleeuwen kwam er weer handel.
In Oost-Nederland werden steden (Deventer, Zwolle) lid van de Hanze:
samenwerkingsverband van handelaren en steden in de middeleeuwen.
Slide 10 - Tekstslide
Hanze
Er werd vooral gehandeld met gebieden rond de Oostzee.
Daar was veel graan en hout.
Na 1450 namen Hollandse steden als Amsterdam deze Oostzeevaart over: handel tussen NL en het Oostzee gebied.
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Antwerpen
In 16e eeuw was Antwerpen de belangrijkste handelsstad in de Nederlanden.
Verschillende handelsroutes bij elkaar: uit het Oostzeegebied, het Middellandse Zeegebied en zelfs Azië.
Veel handel in luxeartikelen.
Tot 1585: Antwerpen heroverd door de Spanjaarden. Opstandelingen blokkeerden vervolgens de haven: handel stortte in.
Slide 13 - Tekstslide
Economie van de Republiek
Antwerpse kooplui vluchtten naar Holland.
Ook ambachtslieden trokken ook naar Holland.
Hierdoor veel kennis, geld en arbeidskrachten in Holland.
Gevolg: rond 1600 ontwikkelden de Hollandse handel en nijverheid zich daardoor razendsnel.
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Economie van de Republiek
In Republiek meeste geld verdiend met de handel.
Kooplieden kochten voor geld (kapitaal) producten in en verkochten die met winst.
Deze winst investeerden ze weer in nieuwe handelsproducten.
Zo werden ze steeds rijker.
= Handelskapitalisme: meeste geld werd verdiend met handel.
In zo’n economie is het maken van producten nog niet zo belangrijk.
Slide 16 - Tekstslide
Economie van de Republiek
In deze tijd werden ingekochte goederen eerst opgeslagen in pakhuizen.
Producten werden pas verkocht in tijden van schaarste: hogere prijs.
= Stapelmarkt. producten werden ‘opgestapeld’.
Slide 17 - Tekstslide
Wat was een Hanze?
A
Samenwerking van handelaren uit verschillende steden
B
Samenwerking van ambachtslieden in een stad
C
Samenwerking tussen de landheer en een stad
D
Samenwerking van boeren op het platteland
Slide 18 - Quizvraag
Wat is handelskapitalisme?
A
Handel drijven
B
Handel drijven met als doel de wereld veroveren
C
Handel drijven met als doel geld verdienen
D
Handel drijven met als doel winst maken
Slide 19 - Quizvraag
Amsterdam werd een stapelmarkt. Wat is een stapelmarkt?
A
stapelmarkt is dat spullen werden opgeslagen en later pas doorverkocht
B
stapelmarkt is dat amsterdam spullen doorverkocht
C
stapelmarkt is dat er elke dag markt was
D
stapelmarkt is dat er veel textiel was
Slide 20 - Quizvraag
16e eeuw: Spanjaarden en Portugezen nieuwe werelddelen en vaarroutes ontdekt.
Hierdoor handel in allerlei nieuwe producten, zoals rietsuiker, cacao, koffie en tabak uit Amerika.
En specerijen als peper, nootmuskaat, foelie en kruidnagel uit Azië.
Slide 21 - Tekstslide
VOC
Hierdoor ontstond er een wereldeconomie.
Handelaren uit Republiek gingen hier ook aan mee doen.
Richtten hiervoor handelsbedrijven (compagnieën) op.
Vooral actief in Oost-Azië: nu Indonesië.
Om concurrentie te voorkomen gingen deze voorcompagnieën in 1602 op in één bedrijf: de VOC, de Verenigde Oost-Indische compagnie.
Voorcompagnie: handelsbedrijf dat vóór het ontstaan van de VOC in 1602 schepen naar Azië stuurde om specerijen te halen.
Slide 22 - Tekstslide
VOC
VOC zette in Azië en Afrika een groot netwerk van handelsposten op.
Van het bestuur van de Republiek kreeg de VOC enkele bijzondere rechten:
handelsmonopolie op Azië: vanuit de Republiek mocht alleen de VOC met Azië handelen.
Ook mocht de VOC oorlog voeren, bijvoorbeeld tegen Aziatische vorsten, om goede prijzen af te dwingen.
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Video
Slide 25 - Video
WIC
West-Indische Compagnie.
1621 opgericht.
Monopolie op de handel in West-Afrika en Amerika.
Daarnaast deed de WIC aan ‘kaapvaart’: schepen van vijandelijke landen beroven met toestemming Staten-Generaal.
Minder succesvol dan de VOC.
Slide 26 - Tekstslide
Slavernij in de Amerikaanse koloniën
WIC handelde in goud, ivoor, maar ook in mensen: slaven.
In Amerika stichtten Europeanen plantages.
Zware werk werd gedaan door Afrikanen.
Slide 27 - Tekstslide
Slavernij in de Amerikaanse koloniën
Gevangengenomen in West-Afrika door Afrikaanse slavenhandelaren.
Verkocht aan Europese ondernemingen, zoals de WIC.
Slide 28 - Tekstslide
Slavernij in de Amerikaanse koloniën
De WIC verzamelde haar slaven in speciale forten,
bracht hen met schepen naar Amerika
en verkocht hen daar op slavenmarkten aan plantage-eigenaren.
Slide 29 - Tekstslide
Slavernij in de Amerikaanse koloniën
Na de verkoop van slaven voeren WIC-schepen beladen met rietsuiker, cacao, koffie en tabak naar de Republiek.
Van de opbrengst kocht de WIC Europese goederen als wapens, buskruit en textiel.
Daarmee kocht zij in Afrika weer nieuwe slaven.
Slide 30 - Tekstslide
Slavernij in de Amerikaanse koloniën
Deze handel tussen West-Afrika, Amerika en Europa heet de driehoekshandel.
In 300 jaar hebben Europeanen naar schatting elf miljoen mensen als slaaf naar Amerika gebracht.
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Video
Sleep de onderstaande woorden naar de juiste kolom, kies uit:
- VOC, of
- WIC, of
- VOC en WIC
VOC:
WIC:
VOC en WIC:
slavenhandel
monopolie
specerijen
aandelen
Spaanse schepen kapen
Fort Elmina
driehoeks- handel
handelskapitalisme
Slide 33 - Sleepvraag
Slide 34 - Video
Slide 35 - Video