Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
RSG 't Rijks
‹
Terug naar zoeken
2H/V : herhaling grammatica chapitre 1
Formatieve oefentoets chapitre 1 /Un deux trois splash!
Programma van deze les
1. Phrases clés chapitre 1 oefenen
2. Grammatica oefen
Lesdoel:
Je beheerst de grammatica en de phrases cles van chapitre 1
1 / 41
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
In deze les zitten
41 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Formatieve oefentoets chapitre 1 /Un deux trois splash!
Programma van deze les
1. Phrases clés chapitre 1 oefenen
2. Grammatica oefen
Lesdoel:
Je beheerst de grammatica en de phrases cles van chapitre 1
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
hoe zeg je 'in Engeland'?
A
à Angleterre
B
en Angleterre
C
aux Angleterre
D
au Angleterre
Slide 3 - Quizvraag
Hij is in Frankrijk geweest.
A
Il a été en France
B
Il a eu en France
C
Ils ont été en France
D
elle a été en France
Slide 4 - Quizvraag
in Frankrijk
A
en France
B
au France
C
à France
Slide 5 - Quizvraag
in Nederland =
A
au Pays-Bas
B
aux Pays-Bas
C
à Pays-Bas
D
dans les Pays-Bas
Slide 6 - Quizvraag
Ben je Nederlands?
A
Je suis hollandais?
B
Tu es anglais?
C
Tu es hollandais?
Slide 7 - Quizvraag
Nederland
A
la Hollande
B
les Pays-Bas
C
le Hollande
D
le Pays-Bas
Slide 8 - Quizvraag
il fait chaud =
Slide 9 - Open vraag
au printemps =
Slide 10 - Open vraag
Wat is de passé composé?
A
De tegenwoordige tijd (ik dans)
B
De verleden tijd (ik danste)
C
De voltooide tegenwoordige tijd (ik heb gedanst)
D
De voltooide verleden tijd (ik had gedanst)
Slide 11 - Quizvraag
Sleep de vervoegingen naar het juiste vakje
Passé composé
Geen passé composé
Je regarde
Il parle
Ils ont parlé
Nous avons regardé
J'ai sauté
Nous sautons
Vous fermez
Vous avez fermé
Slide 12 - Sleepvraag
Koppel de voltooid deelwoorden aan het juiste werkwoord.
avoir
acheter
habiter
faire
être
oublier
été
habité
fait
oublié
eu
acheté
Slide 13 - Sleepvraag
Il ... mangé une pomme.
A
as
B
avons
C
a
D
ai
Slide 14 - Quizvraag
J'... eu une bonne note.
A
ont
B
a
C
as
D
ai
Slide 15 - Quizvraag
Nous ... été à Paris.
A
avons
B
avez
C
ont
D
as
Slide 16 - Quizvraag
Kies de juiste vorm van het hulpwerkwoord.
Tu ... habité à Zwaag.
A
ai
B
as
C
a
D
ont
Slide 17 - Quizvraag
Vous (parler)
........... ................
A
avons parlé
B
êtes parlé
C
avez parlé
D
avez parler
Slide 18 - Quizvraag
Ils (avoir)
A
sont eu
B
a eu
C
ont eu
D
ai eu
Slide 19 - Quizvraag
rencontrer (elle)
A
ai rencontré
B
a rencontré
C
as rencontrée
D
a rencontrée
Slide 20 - Quizvraag
Ma mère a ... des fleurs. (avoir)
Slide 21 - Open vraag
Vous avez ... du tennis. (faire)
Slide 22 - Open vraag
Tu as ... en vacances. (être)
Slide 23 - Open vraag
Vul het voltooid deelwoord van het werkwoord tussen haakjes in.
Nous avons ... un film. (regarder)
Slide 24 - Open vraag
Vous ... aux Pays-Bas. (être)
Slide 25 - Open vraag
Il ... un cadeau. (donner)
Slide 26 - Open vraag
Tu ... des bonnes vacances. (avoir)
Slide 27 - Open vraag
Nous ... nos devoirs. (faire)
Slide 28 - Open vraag
Slide 29 - Tekstslide
Let op!
Als het woord begint met klinker op stomme h
Altijd mannelijke vorm pakken
Mon
hôtel
Ton
aventure
Son
arbre
Slide 30 - Tekstslide
(mijn) ....... garçon
A
mon
B
ton
C
ma
D
ta
Slide 31 - Quizvraag
(jullie) .......... fille
A
notre
B
nos
C
votre
D
vos
Slide 32 - Quizvraag
(hun) ........ gares
A
votre
B
vos
C
leurs
D
leur
Slide 33 - Quizvraag
(jouw) ......... voyage (m)
Slide 34 - Open vraag
(zijn) .......... train (m)
Slide 35 - Open vraag
(onze)......... liberté
Slide 36 - Open vraag
haar moeder - …………mère
A
son
B
sa
C
ses
Slide 37 - Quizvraag
Traduis:
Zijn moeder
A
son mère
B
sa mère
Slide 38 - Quizvraag
haar vriendin
A
son amie
B
sa amie
Slide 39 - Quizvraag
Continuez votre travail!
Blijf oefenen op Quizlet of Slim Stampen
Heb je nog vragen over de stof stel ze dan vooral!
Slide 40 - Tekstslide
Volgende week
Eindtoets chapitre 1
Zie Somtoday voor de stof
Bonne chance!
Slide 41 - Tekstslide