In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Welkom bij Maatschappijleer
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Aan het eind van deze paragraaf:
Heb ik kennis gemaakt met het vak maatschappijleer.
Kan uitleggen waar maatschappijleer over gaat.
Kan ik uitleggen wat het verschil is tussen fatsoensregels en wetsregels.
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Wat is maatschappijleer?
1. De samenleving
Slide 4 - Tekstslide
Samenleven
Maatschappijleer gaat over de samenleving.
Samenleven doe je in grote en kleine groepen (bv met je gezin, klasgenoten, je sportteam).
Sociale omgeving: kleine groep mensen die je regelmatig ziet.
Slide 5 - Tekstslide
Samenleven doe je ook in een grotere groep, bv inwoners van Nederland wonen allemaal samen in Nederland.
Maatschappij: grote groep mensen die samenleeft.
Slide 6 - Tekstslide
Je hebt anderen nodig
Mensen zijn afhankelijk van elkaar. Jij bent afhankelijk van de boer (voor eten), van de supermarkt (voor eten en evt bijbaan). Van je ouders, maar ook van de regering.
Omdat mensen met miljoenen samenleven én omdat we afhankelijk zijn van anderen, moeten er afspraken zijn.
Slide 7 - Tekstslide
Samenleven kan
niet zonder regels
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Afspraken maken
Gedragsregels: Regels die je automatisch toepast en vanzelfsprekend vindt. Deze zijn ZELDEN opgeschreven.
Hebben vaak met fatsoen te maken: fatsoensregels.
Vb: iemand een hand geven die aan je voorgesteld wordt, opstaan voor ouderen in de bus.
Slide 10 - Tekstslide
Wetsregels: regels die in de wet zijn vastgelegd. Deze regels zijn ALTIJD opgeschreven.
Bijvoorbeeld: niet door rood fietsen of je verdient het minimumloon als je werkt.
Slide 11 - Tekstslide
Een voorbeeld van een groep uit je je sociale omgeving is:
A
je ouders
B
de politie van je stad
C
je teamgenoten bij de voetbalclub
D
je broer en zus
Slide 12 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van een wetsregel?
A
Na toiletbezoek je handen wassen
B
Geen afval op straat gooien
C
Op de buitendeuren moeten goede sloten zitten
D
In restaurants geef je een fooi
Slide 13 - Quizvraag
Welke stelling is juist?
1. Jouw sociale omgeving wordt gevormd door mensen die je kent en waarmee je dingen samen doet.
2.Maatschappij is een ander woord voor sociale omgeving.
A
Alleen stelling 1 is juist
B
Alleen stelling 2 is juist
C
Beide stellingen zijn juist
D
Beide stellingen zijn onjuist
Slide 14 - Quizvraag
Een ander woord voor de maatschappij is:
A
belangengroep
B
sociale omgeving
C
overheid
D
samenleving
Slide 15 - Quizvraag
Bij welk van de onderstaande voorbeelden gaat het om een wetsregel?
A
In de bus sta je op voor een zwangere vrouw
B
Bij het concert sluit je achteraan in de rij
C
Je bedankt de leraar na de les
D
Je gaat naar school
Slide 16 - Quizvraag
Welke stelling is juist?
1. Bij maatschappijleer bereid je je voor op deelname aan de samenleving.
2. Maatschappijleer sluit goed aan bij opleidingen in de zorg en bij de politie.