Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
RSG 't Rijks
‹
Terug naar zoeken
à la boulangerie / au marché/ les commerces et les commerçants
1 / 29
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
In deze les zitten
29 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
2 videos
.
Lesduur is:
120 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
objectifs de ce cours:
een gesprek in de bakkerij kunnen begrijpen
zelf producten kunnen kopen in een bakkerij
Slide 2 - Tekstslide
6
Slide 3 - Video
oefen nu de
zinnetjes
(blz 21)
Slide 4 - Tekstslide
Dialogue
Jullie gaan nu een gesprek bij de bakker oefenen.
gebruik het gesprek op blz 21 als basis.
Verander de aantallen en de producten die je bestelt.
Verander ook de prijzen.
Gebruik bijgevoegde prijslijst.
Slide 5 - Tekstslide
00:20
Wanneer eten Fransen een baguette?
Slide 6 - Open vraag
01:27
Op welke manier(en) kan je een brood bestellen?
A
Bonjour, je souhaiterais avoir une baguette/une tradition.
B
Bonjour, je vais vous prendre une baguette s'il vous plaît.
C
Bonjour, je pourrais avoir une baguette s'il vous plaît?
D
Bonjour, je voudrais une baguette s'il vous plaît.
Slide 7 - Quizvraag
02:22
Wat wil deze mevrouw hebben?
A
B
C
D
Slide 8 - Quizvraag
02:30
Hoe zegt ze: anders nog iets?
Slide 9 - Open vraag
03:13
Een voorbeeld van een 'patisserie' product is een 'galette des rois'. Met welk feest zouden de Fransen dit eten?
Slide 10 - Open vraag
03:35
Hoe vraagt de mevrouw: is dat alles?
Slide 11 - Open vraag
14
Slide 12 - Video
oefen nu de
zinnetjes
Slide 13 - Tekstslide
Dialogue
Jullie gaan nu een gesprek op de markt oefenen.
gebruik het gesprek op blz 22 en de producten op blz 23als basis.
Verander de aantallen en de producten die je bestelt.
Verander ook de prijzen.
klaar? goed geoefend? laat het horen aan de docent
klaar? maak deze opdracht
online
(oortjes nodig)
Slide 14 - Tekstslide
Les commerces et les commerçants
Oefen
hier
Slide 15 - Tekstslide
00:55
Quelle est la différence entre un supermarché et un hypermarché? Réponds en français!
Slide 16 - Open vraag
01:12
Wat zoekt deze mevrouw?
A
B
C
D
Slide 17 - Quizvraag
01:30
Hoe zegt deze mevrouw: 'graag gedaan'?
Slide 18 - Open vraag
01:56
Wanneer kan je niet naar de marché des enfants rouges?
Slide 19 - Open vraag
02:05
Welke 4 producten die je op de markt kunt vinden noemde de mevrouw?
Slide 20 - Open vraag
03:34
Slide 21 - Tekstslide
03:43
Hoe zegt ze dat ze 500 gram druiven wil hebben?
Slide 22 - Open vraag
03:47
Hoe zegt de mevrouw: is dat alles?
Slide 23 - Open vraag
04:56
Noem 3 producten die deze mevrouw altijd koopt (tout le temps)
Slide 24 - Open vraag
05:21
Wat is poireau?
A
vis
B
prei
C
peer
D
pruim
Slide 25 - Quizvraag
05:52
Waarom zegt deze meneer 'les oranges' en niet 'des oranges'?
Slide 26 - Open vraag
06:41
Welke 2 producten koopt deze meneer het vaakst?
Slide 27 - Open vraag
07:09
'quand j'ai des sous'. Hier hangt het vanaf waar deze mevrouw boodschappen doet, wat zijn 'sous'?
Slide 28 - Open vraag
07:30
'J'habite dans le vingtième', wat bedoelt hij?
Slide 29 - Open vraag