RSG 't Rijks

Les15september_havo4_Dat/als-constructie

dinsdag 15 september
Lesopzet:                   - herhalen formuleerfouten tot nu toe
                                        - uitleg formuleerfout: dat/als-constructie
                                        - aan de slag met de dat/als-constructie

Lesdoelen:              - Ik weet weer welke formuleerfouten we tot nu toe behandeld hebben. 
                                       - Ik kan de formuleerfouten die we tot nu toe behandeld hebben, herkennen.
                                       - Ik weet wat een dat/als-constructie is. 
                                       - Ik kan een dat/als-constructie herkennen.
                                       - Ik kan een dat/als-constructie verbeteren. 

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

dinsdag 15 september
Lesopzet:                   - herhalen formuleerfouten tot nu toe
                                        - uitleg formuleerfout: dat/als-constructie
                                        - aan de slag met de dat/als-constructie

Lesdoelen:              - Ik weet weer welke formuleerfouten we tot nu toe behandeld hebben. 
                                       - Ik kan de formuleerfouten die we tot nu toe behandeld hebben, herkennen.
                                       - Ik weet wat een dat/als-constructie is. 
                                       - Ik kan een dat/als-constructie herkennen.
                                       - Ik kan een dat/als-constructie verbeteren. 

Slide 1 - Tekstslide

formuleerfouten

Slide 2 - Woordweb

Formuleerfouten tot nu toe
- dubbelop: onjuiste herhaling/pleonasme/tautologie/ contaminatie/dubbele ontkenning
-verwijsfouten: mannelijk/vrouwelijk/onzuidig/dit/dat/deze/die/wat/wie/
waarmee/met wie 
-onjuist begrenzen: losstaand zinsgedeelte/zinnen aan elkaar plakken

Slide 3 - Tekstslide

Staat in deze zin een formuleerfout?
De aanwezige bezoekers zagen FC Groningen verliezen.
A
ja
B
nee

Slide 4 - Quizvraag

Wat voor een formuleerfout staat er in deze zin?

De aanwezige bezoekers zagen FC Groningen verliezen.
A
pleonasme
B
onjuiste verwijzing
C
contaminatie
D
losstaand zinsgedeelte

Slide 5 - Quizvraag

Staat in deze zin een formuleerfout?
FC Groningen heeft zich goed verweerd, wat niet eenvoudig was.
A
ja
B
nee

Slide 6 - Quizvraag

Staat in deze tekst een formuleerfout?
Prinsjesdag is dit jaar geen hoedjesdag. Omdat in plaats van een hoed men een mondkapje draagt. De dag wordt nu mondkapjesdag genoemd.
A
ja
B
nee

Slide 7 - Quizvraag

Wat voor een formuleerfout staat er in deze tekst?
Prinsjesdag is dit jaar geen hoedjesdag. Omdat in plaats van een hoed men een mondkapje draagt. De dag wordt nu mondkapjesdag genoemd.
A
pleonasme
B
onjuiste verwijzing
C
contaminatie
D
losstaand zinsgedeelte

Slide 8 - Quizvraag

Staat in deze zin een formuleerfout?
Het maakt geen verschil uit wat voor kleding je draagt, als je je er maar lekker in voelt.
A
ja
B
nee

Slide 9 - Quizvraag

Welke formuleerfout herken je in deze zin?
Het maakt geen verschil uit wat voor kleding je draagt, als je je er maar lekker in voelt.
A
tautologie
B
contaminatie
C
onjuiste verwijzing
D
zinnen aan elkaar plakken

Slide 10 - Quizvraag

Met welke formuleerfouten ga ik nog extra oefenen?
A
dubbelop
B
verwijsfouten
C
onjuist begrenzen
D
ik snap alles

Slide 11 - Quizvraag

Dat/als-constructie

Slide 12 - Tekstslide

Is deze zin goed of fout geformuleerd?
Ik denk, dat als de minister vindt dat men zich te weinig aan de coronaregels houdt, dat hij dan maatregelen moet nemen.
A
Goed
B
Fout

Slide 13 - Quizvraag

Goed is...
Ik denk dat de minister maatregelen moet nemen, als hij vindt dat men zich te weinig aan de coronaregels houdt.

Slide 14 - Tekstslide

Ik denk, dat als de minister vindt dat men zich te weinig aan de coronaregels houdt, dat hij dan maatregelen moet nemen.

Dit noemen we een dat/als-constructie

In midden van de zin staat een zin met: 
(om)dat als,                              
(om)dat wanneer, 
(om)dat indien 
zodat als/wanneer/indien
 = een bijzin (met een voorwaarde) in het midden van een zin. DAT MAG NIET.

Slide 15 - Tekstslide

De schoolleiding heeft besloten dat wanneer een leerlingen ziek thuis zitten, zij dan de lessen moeten inhalen.
A
Goed
B
Fout

Slide 16 - Quizvraag

Goed is...
De schoolleiding heeft besloten dat leerlingen de lessen moeten inhalen, wanneer zij ziek thuis zitten.

Slide 17 - Tekstslide

We moeten allemaal extra goed onze handen wassen, omdat we ziek kunnen worden, als we dat niet doen.
A
Goed
B
Fout

Slide 18 - Quizvraag

Ik vind dat als films schokkende beelden bevatten of vormen van ernstig geweld, ze niet voor tien uur 's avonds moeten worden uitgezonden.
A
Goed
B
Fout

Slide 19 - Quizvraag

Goed is...
Ik vind dat films niet voor tien uur 's avonds moeten worden uitgezonden, als ze schokkende beelden bevatten of vormen van ernstig geweld.

Slide 20 - Tekstslide

Ik snap de dat/als-constructie en kan er nu zelf mee oefenen.
A
eens
B
oneens

Slide 21 - Quizvraag

aan de slag
- Maak in tweetallen opdr. 12 blz. 219. 

Slide 22 - Tekstslide

Welke lesdoelen heb ik bereikt?
1 Ik weet weer welke formuleerfouten we tot nu toe behandeld hebben.
2 Ik kan de formuleerfouten die we tot nu toe behandeld hebben, herkennen.
3 Ik weet wat een dat/als-constructie is.
4 Ik kan een dat/als-constructie herkennen.
5 Ik kan een dat/als-constructie verbeteren.

A
allemaal
B
meer dan de helft
C
geen een
D
minder dan de helft

Slide 23 - Quizvraag