Hoofdstuk 5 - Onderzoeksvaardigheden | HAVO

Hoofdstuk 5
'Onderzoeksvaardigheden'
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 150 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 5
'Onderzoeksvaardigheden'

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Video

Dit filmpje geeft een inzicht in de verschillende stappen bij het doen van onderzoek, met daarbij een praktijkvoorbeeld.


Waar ben jij nieuwsgierig naar?
Waar ben jij nieuwsgierig naar?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat leer ik dit hoofdstuk?
  • wat staatsvorming is
  • wat rationalisering inhoudt
  • wat politieke socialisatie is
  • welke ideologieën er zijn
  • wat politieke instituties zijn en hoe deze werken
Vorig hoofdstuk leerde ik ...

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat leer ik dit hoofdstuk?
  • wat de verschillende meetinstrumenten zijn.
  • wat variabelen en hypothesen zijn en hoe we dit kunnen weergeven in een conceptueel model.
  • wat indicatoren en categorieën zijn.
  • wat de eisen aan onderzoek zijn. 
  • ik weet wat correlatie en causaliteit is. 


Ik weet...

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§5.1 Uitgangspunten en meetinstrumenten

Slide 6 - Tekstslide

Pagina 79

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Bronnen selecteren
Bij literatuuronderzoek is het belangrijk gebruik te maken van objectieve bronnen. Die kun je bepalen door te vragen: 
- Wat is het doel van het geschrevene?
- Wat is de bredere context?
- Hoe zijn woorden en afbeeldingen gekozen?
- Op welke manier is de informatie tot stand gekomen?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bronnen selecteren
Ook is het belangrijk dat een bron: 
- Betrouwbaar is: zekerheid dat de geleverde informatie correct is.
- Representatief is: een zo volledig mogelijke weerspiegeling van het verschijnsel of de groep waar het om gaat.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Vraag de leerlingen om de bron te lezen.
Is de bron betrouwbaar voor onderzoek?
Is de bron betrouwbaar voor onderzoek?
Ja
Nee

Slide 11 - Poll

Bespreek met de leerlingen dat de bron niet betrouwbaar is, omdat De Speld een satirisch online nieuwsmagazine is en dus niet op feiten berust.

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Kans
Kans is de waarschijnlijkheid dat een bepaalde gebeurtenis zal optreden. Het gaat dan om een vergelijking. 

Slide 13 - Tekstslide

In relatie tot het vorige filmpje: de kans dat jij op 25 september jarig bent, is groter dan op 4 november bijvoorbeeld.
Kwalitatief en kwantitatief onderzoek
Kwalitatief
Kwantitatief
Onderzoek naar zaken die niet te kwantificeren zijn
Onderzoek naar zaken die kwantificeerbaar zijn
Bijvoorbeeld: interviews
Bijvoorbeeld: Veiligheidsmonitor

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de afbeeldingen naar het juiste meetinstrument.
Enquête
Interview
Observatie
Experiment

Slide 15 - Sleepvraag

Deze opdracht is een aanleiding om de verschillende meetinstrumenten te bespreken. 
§5.2 Variabelen en hypothesen

Slide 16 - Tekstslide

Pagina 84
Variabele
Variabele is een kenmerk van een object, actor of samenleving dat kan variëren. Er is dan sprake van een verband.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Variabelen die genoemd worden zijn: zonlicht, afstand tot de evenaar, genetische factoren. 
Van welke variabelen is sprake bij de herfstdip?
Van welke variabelen is
sprake bij de herfstdip?

Slide 19 - Woordweb

Variabelen die genoemd worden zijn: zonlicht, afstand tot de evenaar, genetische factoren. 
Hypothese
Toetsbare stelling, een veronderstelling van hoe de werkelijkheid in elkaar zit.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

02:49
Welke hypothese kun je afleiden uit de theorie?
Welke hypothese kun je afleiden uit de theorie?

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Conceptueel model
In een conceptueel model wordt de invloed van variabelen weergeven, bijvoorbeeld:  
Sekse
Loon

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies



Welke conceptuele modellen kun je afleiden uit het filmpje?
Welke conceptuele modellen kun je afleiden uit het filmpje?

Slide 25 - Open vraag

Voorbeelden zijn: Energiedrank > overgewicht en energiedrank > angstgevoelens.
§5.3 Indicatoren en categorieën

Slide 26 - Tekstslide

Pagina 87
Operationaliseren
De manier waarop de centrale verschijnselen in het onderzoek worden gemeten. Dit doe je aan de hand van indicatoren. 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Indicatoren
Met een indicator maak je een variabele meetbaar op een bepaald niveau, bijvoorbeeld:
Opleidingsniveau
Wat is uw hoogst genoten opleiding? 
- Basisschool
- Vmbo/mavo/mbo
- Havo of vwo
- Hbo
- Universiteit

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Welke indicatoren zou je gebruiken voor 'maatschappelijke betrokkenheid'?
Welke indicatoren zou je gebruiken voor 'maatschappelijke betrokkenheid'? 

Slide 29 - Open vraag

Voorbeelden zijn: uren vrijwilligerswerk per maand, deelname aan het publieke debat, aantal bijgewoonde demonstraties etc.
Eisen aan onderzoek
Een meetinstrument is betrouwbaar als dezelfde meting ongeveer dezelfde resultaten oplevert.


Representativiteit houdt in dat een steekproef de beoogde populatie daadwerkelijk weerspiegelt en niet alleen een deel daarvan. 

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sociale categorieën
Onder sociale categorieën vallen mensen met dezelfde achtergrondkenmerken.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem een voorbeeld van sociale categorieën.
Noem een voorbeeld van
sociale categorieën.

Slide 32 - Woordweb

Voorbeelden van goede antwoorden zijn: inkomen, geloofsovertuiging, gender, politieke opvattingen. 
§5.4 Correlatie en causaliteit

Slide 33 - Tekstslide

Pagina 91
Correlatie
Correlatie is de samenhang 
tussen verschillende variabelen. Bijvoorbeeld: gemiddelde cijfers en motivatie.

Slide 34 - Tekstslide

Een voorbeeld: een verband tussen gemiddelde cijfers en motivatie. Noem daarbij ook het verschil tussen positieve en negatieve correlatie.
Causaliteit
Causaliteit is een oorzakelijk verband tussen twee variabelen. 
Bijvoorbeeld: als de temperatuur van water stijgt, het water steeds sneller verdampt.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de voorbeelden naar het juiste soort verband.
Correlatie
Causaliteit
Lengte en leeftijd
Aantal verkochte ijsjes en verdrinkingen
Schoen-maat en leesniveau kind
Opleidings
niveau van ouders en opleidings
niveau van kind

Slide 36 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

(On)afhankelijke variabelen
Onafhankelijke variabele
Afhankelijke variabele
De variabele die als oorzaak wordt gezien voor het veranderen van een andere variabele.
De variabele die wordt beïnvloedt door een of meer onafhankelijke variabelen.

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk nauwkeurig conceptueel model kun je afleiden uit het filmpje?
'Hoe hoger het opleidingsniveau, hoe groter de kans op een hoger inkomen' 
Wat is de onafhankelijke (O) en wat is de afhankelijke (A) variabele in dit geval?
A
O: inkomen A: opleidingsniveau
B
O: opleidingsniveau A: inkomen

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Interveniërende variabelen
Het verband tussen de onafhankelijke en de afhankelijke variabele komt tot stand of wordt beïnvloedt door een interveniërende variabele:
Sekse
Loon
Fulltime baan
+
o
+

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Link

Deze slide heeft geen instructies


Wat heb je geleerd deze les?

Slide 42 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat vind je nog lastig?

Slide 43 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Volgend hoofdstuk: Politiek in de praktijk
Ik leerde...
  • wat de verschillende meetinstrumenten zijn.
  • wat variabelen en hypothesen zijn en hoe we dit kunnen weergeven in een conceptueel model.
  • wat indicatoren en categorieën zijn.
  • wat de eisen aan onderzoek zijn. 
  • ik weet wat correlatie en causaliteit is. 

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Einde van hoofdstuk 5
'Onderzoeksvaardigheden'

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies