Seneca Burgerschap

Leermiddelen voor maatschappijkunde, maatschappijleer, maatschappijwetenschappen en burgerschap

Thema 7- Overheid en Bestuur

Thema 7

Overheid en bestuur

1 / 157

Slide 1: Tekstslide

Mens & MaatschappijMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Les van Seneca Burgerschap

In deze les zitten 157 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Lesduur is: 150 min

Onderdelen in deze les

Thema 7

Overheid en bestuur

Slide 1 - Tekstslide

Afbeelding: https://pixabay.com/nl/photos/frankrijk-franse-revolutie-63022/

Waar denk jij aan bij overheid en bestuur?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

§1 Wie is de baas?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik leer...

Hoe het systeem van absolutisme werkt.
Wat filosofen zijn en wat de invloed van hen is op onze huidige samenleving.
Waarom de Amerikaanse en Franse Revolutie ontstonden.
Waarom dit belangrijke revoluties waren voor onze huidige samenleving.

Wat leer ik in deze paragraaf?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie is in jou mening de belangrijkste baas op dit moment in de wereld?

Wie is in jou mening de belangrijkste baas op
dit moment in de wereld?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Absolutisme

Een manier van regeren waarbij één vorst alle macht in handen heeft en niet hoeft te luisteren naar anderen.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Paleis van Versailles

Wereldberoemd paleis dat Lodewijk XIV net buiten Parijs liet bouwen, om zijn macht te laten zien aan de wereld en de Franse adel aan zich te binden.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bestond de stad Versailles eerder, of het Paleis van Versailles eerder?

De stad

Het paleis

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom liet Lodewijk de XIV het Paleis van Versailles bouwen?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Standensamenleving

Een samenleving waarbij je afkomst bepaalt bij welke stand of groep je hoort en waarbij het bijna niet mogelijk is om in een andere stand te komen.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zie je tegenwoordig nog een klassenmaatschappij terug in Nederland?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Franse Revolutie

In 1789 komt de Parijse bevolking in opstand tegen het bestuur van Lodewijk de XVIe en dit leidt tot de Franse Revolutie, waarbij de koning wordt afgezet en de standensamenleving wordt afgeschaft.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Filosofen

Personen die kennis en wijsheid zoeken via de wetenschap en het verstand.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Video: https://www.youtube.com/watch?v=-ht0gGA9QAA

Wat was de rol van filosofen tijdens de Franse Revolutie?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurde er op 14 juli 1789?

De Bastille werd bestormd

Franse Revolutie eindigde

Versailles werd bestormd

Napoleon nam de macht over Frankrijk

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Le Quatore Julliet

Franse nationale feestdag, die het begin van de Franse Revolutie viert: op 14 juli 1789 werd de Bastille bestormd.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Democratie

Als een land bestuurd wordt door middel van een gekozen volksvertegenwoordiging.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grondwet

De hoogste wet van een land. De Grondwet beschrijft de rechten en plichten van de overheid en zijn burgers.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je kan een goed functionerende democratie hebben zonder grondwet

Eens

Oneens

Slide 20 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Welke van deze landen heeft geen grondwet?

Frankrijk

Het Verenigd Koninkrijk

Italië

Spanje

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dictatuur

Als één persoon (dictator), of één kleine groep de volledige macht heeft. Meestal gepaard met geweld of onderdrukking.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Monarchie

Staatsvorm met een koning of keizer.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen een dictatuur en een monarchie?

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke landen hebben nu een dictatuur?

Slide 25 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Staatsgreep

Als één persoon of een kleine groep, via een illegale weg (niet via verkiezingen, maar met geweld bijvoorbeeld) direct de macht grijpt.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke kenmerken van een staatsgreep zag je terug bij de Capitool bestorming in 2021 in de Verenigde Staten?

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Scheiding der Machten/ Trias Politica

Het scheiden van de instanties die de wetten maken, de wetten uitvoeren en over de wetten rechtspreken. Dit voorkomt machtsmisbruik en de willekeur van de macht.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is niet één van de drie machten van de Trias Politica?

De rechtsprekende macht

De uitvoerende macht

De voorschrijvende macht

De wetgevende macht

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Rechtsstaat

Een staat waarin in een grondwet de rechten en plichten van de overheid en burgers beschreven zijn en de burgers worden beschermd tegen de macht van de overheid.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Video

Video: https://www.youtube.com/watch?v=joCE8GJ27QE

David Suurland gaf aan dat als mensen beter zouden begrijpen hoe de rechtsstaat werkt ze er ook meer waardering voor zouden krijgen. Vind jij dat er meer les moet komen op school over de werking van de rechtstaat?

Nee

Slide 32 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Regering

De groep mensen die het land besturen. In Nederland bestaat de regering uit de ministers en de koning.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Parlement

De gekozen volksvertegenwoordiging.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eerste en Tweede Kamer

Vormen samen het Nederlandse parlement (gekozen volksvertegenwoordiging).

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke macht heeft de regering in Nederland?

De uitvoerende macht

De wetgevende macht

De rechtsprekende macht

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke macht heeft het parlement in Nederland?

De uitvoerende macht

De wetgevende macht

De rechtsprekende macht

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Volkssoevereiniteit

Het volk heeft uiteindelijk de macht door de gekozen volksvertegenwoordigers in het parlement.

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Republiek

Als het staatshoofd van een land gekozen wordt door het volk. Meestal noemen we het staatshoofd dan een (minister-)president.

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie bedacht het concept van volkssoevereiniteit?

Rousseau

Montesquieu

Locke

Voltaire

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Amerikaanse Revolutie

In 1776 zetten de 13 koloniën van het Britse Rijk in Noord-Amerika zich af van hun Engelse koning en stichten de Verenigde Staten van Amerika.

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Declaration of Independence

De Amerikaanse onafhankelijkheidsverklaring.

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

The 4th of July: Independance day

Op 4 juli 1776 verklaarden de 13 Amerikaanse kolonies zich onafhankelijk van de Engelse kroon.

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarvoor stond de leus: 'No taxation, without representation'?

Slide 44 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zie je de Verlichting terug in de Amerikaanse Revolutie?

Slide 45 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zie je de Verlichting terug in onze huidige samenleving en grondwet?

Slide 46 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik leerde...

Hoe het systeem van absolutisme werkt.
Wat filosofen zijn en wat de invloed van hen is op onze huidige samenleving.
Waarom de Amerikaanse en Franse Revolutie ontstonden.
Waarom dit belangrijke revoluties waren voor onze huidige samenleving.

Wat leerde ik in deze paragraaf?

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§2 De Trias Politica in Nederland: Onze grondwet.

Slide 48 - Tekstslide

Afbeelding: https://unsplash.com/photos/a-large-building-sitting-next-to-a-body-of-water-O75MhNh10fU

Wat leer ik in deze paragraaf?

Op welke wijze de wetgevende-, uitvoerende- en rechtsprekende macht in Nederland zijn uitgewerkt.
Waarom er eerder sprake is van een spreiding van de macht, dan een echte scheiding van de macht.
Wat een rechtsstaat betekent voor de overheid en burgers.
Wat een politie- en een totalitaire staat is en wat de belangrijkste verschillen zijn met een rechtsstaat.

Ik leer...

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de drie onderdelen van de Trias Politica?

Slide 50 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Johan Rudolf Thorbecke

Minister
Schreef in 1848 de Nederlandse Grondwet
Koning minder macht
Ministeriële verantwoordelijkheid
Direct stemrecht
Vrijheid van meningsuiting, vrijheid van pers en vrijheid van onderwijs
Censuskiesrecht

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke onderdelen van de grondwet die gemaakt werd door Thorbecke herken je terug in onze huidige grondwet?

Slide 52 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke onderdelen van de grondwet die gemaakt werd door Thorbecke herken je niet meer terug in onze huidige grondwet?

Slide 53 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Censuskiesrecht

In een land mogen alleen de mensen stemmen die een bepaalde hoeveelheid belasting betalen.

Slide 54 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Algemeen kiesrecht

In een land mag iedereen stemmen vanaf een bepaalde leeftijd.

Slide 55 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In welk jaar werd het algemeen kiesrecht voor mannen ingevoerd?

1917

1920

1922

1927

Slide 56 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wetgevende macht

Politieke partijen

Regeringspartijen

Slide 57 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Amendementen

Als een Tweede Kamer lid een wijziging voorstelt aan een wetsvoorstel.

Slide 58 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke partijen zijn op dit moment regeringspartijen?

Slide 59 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Nederland heeft te veel politieke partijen in de Tweede Kamer

Eens

Oneens

Slide 60 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Uitvoerende macht

Ministers

Ministeriële verantwoordelijkheid

Slide 61 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is ministeriële verantwoordelijkheid zo belangrijk?

Slide 62 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Rechtgevende macht

Openbaar ministerie: Leidt het opsporingsonderzoek van de politie en vervolgt de verdachten namens de staat.

Rechtsstaat

Slide 63 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kun je een voorbeeld verzinnen van botsende rechten

Kun je een voorbeeld verzinnen van botsende rechten?

Slide 64 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Er mogen geen botsende rechten in de grondwet zijn

Eens

Oneens

Slide 65 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Politiestaten / totalitaire staten

De staat bepaalt elk aspect van het leven van de burgers.

Slide 66 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn verschillen tussen een politie of totalitaire staat en een rechtstaat?

Slide 67 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk totalitaire staten ken je?

Slide 68 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat leerde ik in deze paragraaf?

Op welke wijze de wetgevende-, uitvoerende- en rechtsprekende macht in Nederland zijn uitgewerkt.
Waarom er eerder sprake is van een spreiding van de macht, dan een echte scheiding van de macht.
Wat een rechtsstaat betekent voor de overheid en burgers.
Wat een politie- en een totalitaire staat is en wat de belangrijkste verschillen zijn met een rechtsstaat.

Ik leerde...

Slide 69 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§3 Van Dorp tot Den Haag

Slide 70 - Tekstslide

Afbeelding: https://pixabay.com/nl/photos/gebouw-den-haag-gouden-koets-2688990/

Wat leer ik in deze paragraaf?

Wat de verantwoordelijkheid is van de gemeenteraad en de burgemeester.
Waar het provinciebestuur uit bestaat en welke taken zij hebben.
De taken van het parlement en de regering.
Wat de taken van een minister-president zijn.
Wat Prinsjesdag is.

Ik leer...

Slide 71 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Collectieve sector

De overheid die bestaat uit de gemeente, provincie, waterschappen en rijksoverheid.

Slide 72 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Collectieve goederen

Goederen die alleen door de overheid geleverd kunnen worden. Deze worden voornamelijk met belastinggeld betaald.

Slide 73 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kun je een voorbeeld geven van een collectief goed

Slide 74 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Gemeenten

De laagste van de drie bestuursorganen in ons land

Gemeenteraad

Slide 75 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

College van burgemeester en wethouders

Burgemeester: hoofd van een gemeente

Wethouder: gekozen bestuurder van een gemeente voor een bepaald taakgebied

Slide 76 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe is de wetgevende en uitvoerde macht verdeeld in de gemeenteraad?

Slide 77 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bestemmingsplan

Is een plan opgesteld door de gemeente, waarin staat wat waar gebouwd gaat worden.

Slide 78 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als jij een wijziging mocht aanbrengen op een bestemmingsplan in jou omgeving, wat zou je dan wijzigen?

Slide 79 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Participatiewet

Wet die de gemeenten verplicht om te zorgen dat er zoveel mogelijk mensen werken.

Slide 80 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitkering

Een geldbedrag namens de overheid voor burgers ter ondersteuning om in hun levensonderhoud te voorzien.

Slide 81 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn nadelen van het uitstrekken van uitkeringen?

Slide 82 - Open vraag

*verstrekken

Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)

Wet die ervoor moet zorgen dat mensen, die ziek zijn, een beperking hebben, of niet zelfredzaam zijn, zo goed en zo lang mogelijk zelfstandig thuis kunnen blijven wonen.

Slide 83 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe hoog de Wmo is moet afhangen van het inkomen van degene die de Wmo ontvangt.

Eens

Oneens

Slide 84 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Provincies

Bestuurslaag tussen gemeenten en het rijk

Slide 85 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Provinciale Staten

De gekozen volksvertegenwoordigers van een provincie

Slide 86 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke partijen zitten in de coalitie van jou provincie?

Slide 87 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De provinciale statenverkiezingen vallen samen met de verkiezingen voor de waterschappen. Wat zijn voor en nadelen hiervan?

Slide 88 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Gedeputeerde Staten

Het dagelijks bestuur van een provincie

Slide 89 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Commissaris van de Koning

Hoofdbestuurder van een provincie

Slide 90 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voor hoeveel jaar wordt de Commissaris van de Koning aangesteld?

Slide 91 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Taken van de provincie

Infrastructuur
Milieu, energie en klimaat
Natuur en platteland

Slide 92 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is het onderhouden van dijken een taak van de provincies?

Nee

Slide 93 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is het regelen van openbaar vervoer een taak van de provincies?

Nee

Slide 94 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is het bevorderen van de regionale economie een taak van de provincies?

Nee

Slide 95 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het Rijk

Het parlement en de regering

Slide 96 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het parlement

Eerste en Tweede Kamer

Staten-Generaal

Slide 97 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fractie

De leden van dezelfde politieke partij die in de Tweede Kamer zitten

Slide 98 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is fractiediscipline?

Slide 99 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Quorum

Het minimumaantal mensen dat bij een stemming aanwezig moet zijn, om de stemming geldig te verklaren

Slide 100 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het quorum in de Tweede Kamer is dat 76 van de 150 leden aanwezig moeten zijn. Wat is het quorum van de Eerste Kamer?

Slide 101 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Taken van het parlement

Wetten maken
Regering controleren

Slide 102 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kabinet

Ministers

Staatssecretaris: onderminister

Slide 103 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De minister-president

Voorzitter ministerraad
Verantwoordelijk voor de coördinatie van regeringsbeleid
Ministerieel verantwoordelijk
Vertegenwoordiger Nederlandse regering
Elke vrijdag toelichting geven

Slide 104 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie zit niet in de regering?

De minister-president

De ministers

De staatssecretarissen

De koning

Slide 105 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Minister van Financiën

De minister die verantwoordelijk is voor het financiële beleid van Nederland en dit elk jaar verantwoordt op Prinsjesdag

Slide 106 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rijksbegroting

Overzicht van de inkomsten en uitgaven van het Rijk.

Miljoenennota: de uitleg en toelichting van de Rijksbegroting

Slide 107 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van 2015 tot 2025 werd er 8 keer aan één van onderstaande zaken het meeste geld uitgegeven volgens de miljoenennota. Waaraan werd het meeste geld uitgeven?

Zorg

Sociale zekerheid

Onderwijs, cultuur en wetenschap

Defensie

Slide 108 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In 2018, 2023 en 2024 werd er aan één van onderstaande zaken meer geld uitgegeven, volgens de miljoenennota, dan aan sociale zekerheid. Waaraan werd toen het meeste geld uitgegeven?

Defensie

Landbouw, natuur en voedselkwaliteit

Onderwijs, cultuur en wetenschap

Zorg

Slide 109 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Prinsjesdag

Derde dinsdag van september waarbij de minister van Financiën de Rijksbegroting van Nederland aanbiedt aan de Staten-Generaal. De koning leest de troonrede voor.

Slide 110 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Troonrede

Toelichting op de Rijksbegroting die jaarlijks wordt aangeboden aan de leden van de Staten-Generaal. Voorgelezen door de koning, geschreven door de ministers.

Slide 111 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prinsjesdag kent veel tradities, welke tradities van Prinsjesdag ken jij?

Slide 112 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de verkiezing naar het juiste opkomst percentage

77,6%

58,3%

52,7%

52%

Gemeenteraad

Provinciale staten

Waterschappen

Tweede Kamer

Slide 113 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat leerde ik in deze paragraaf?

Wat de verantwoordelijkheid is van de gemeenteraad en de burgemeester
Waar het provinciebestuur uit bestaat en welke taken zij hebben
De taken van het parlement en de regering
Wat de taken van een minister-president zijn
Wat Prinsjesdag is

Ik leerde...

Slide 114 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§4 Besturen in Europa en de wereld

Slide 115 - Tekstslide

Afbeelding: https://unsplash.com/photos/aerial-view-photography-of-room-x_0hW-KaCgI

Wat leer ik in deze paragraaf?

De drie redenen waarom in Europa werd besloten tot samenwerking na de Tweede Wereldoorlog.
Waarom de Europese Unie een supranationale organisatie is.
Hoe Europese wetten invloed hebben op de lidstaten.
Wat een vrije markt is en waarom daar regels voor nodig zijn.
De doelstellingen van de Verenigde Naties te noemen.

Ik leer...

Slide 116 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke internationale politieke organisaties ken je?

Slide 117 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Koninkrijk der Nederlanden

Staatkundige benaming van Nederland. Opgericht in 1815 en startte met Koning Willem I.

Slide 118 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nationalisme

Liefde voor het volk of land. In extreme vorm gaat dit gepaard met een afkeer voor andere volkeren of landen.

Slide 119 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sommige landen zijn nationalistischer dan anderen. Welk land is meer nationalistisch: Polen of Nederland

Sommige landen zijn meer nationalistisch dan anderen. Welk land is meer nationalistisch: Polen of Nederland

Polen

Nederland

Slide 120 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn belangrijke factoren die bepalen hoe nationalistisch een land is?

Slide 121 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Elzas

Een regio in het oosten van Frankrijk. Het grensgebied met Duitsland.

Slide 122 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Machtsblokken

Als landen politiek, economisch of militair samenwerken, om samen sterker te staan.

Slide 123 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke twee machtsblokken waren er tijdens de Koude Oorlog?

Slide 124 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zie je de machtsblokken van de Koude Oorlog nu nog terug in Duitsland?

Slide 125 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Etnische groep

Een groep met een eigen culturele of nationale identiteit.

Slide 126 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soms ontstaat er een oorlog tussen twee etnische groepen. Welke etnische oorlogen ken je?

Slide 127 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS)

1951
Frankrijk, West-Duitsland, Italië, België, Luxemburg en Nederland
Supranationaal
Moest van de VS
Leiders zagen hier zelf ook voordelen in

Slide 128 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Supranationaal

Een bestuursorgaan wat hoger is dan een nationaal bestuursorgaan van een land.

Slide 129 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk land was geen onderdeel van de EGKS?

Luxemburg

Frankrijk

België

Verenigd Koninkrijk

Slide 130 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Interne markt

Een gebied dat uit meerdere landen bestaat, waar sprake is van vrij verkeer van goederen, diensten, kapitaal en personen.

Slide 131 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de voordelen van een grote interne markt?

Slide 132 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Europese Unie

Economische en politieke samenwerking van een groot aantal Europese landen. Beschikt over eigen bevoegdheden om beleid te maken.

Slide 133 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel landen zijn nu lid van de EU?

Slide 134 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vrijhandel

Er is sprake van vrij verkeer van goederen en diensten.

Slide 135 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vrije markt

Raad van de Europese Unie

Slide 142 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Europese Hof van Justitie

Zorgt ervoor dat het Europees recht in alle EU-landen op een gelijke manier wordt toegepast en dat de landen en instellingen zich aan die wetgeving houden.

Slide 143 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verenigde Naties (V.N.)

Samenwerkingsverband van bijna alle landen in de wereld en streeft naar vrede en veiligheid.

Slide 144 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Denk je dat een internationale organisatie zoals de V.N. werkt om vrede en veiligheid te brengen?

Slide 145 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Sancties

Maatregelen die worden opgelegd, omdat een persoon, bedrijf of land ongewenst gedrag vertoont.

Slide 146 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tegen welke landen heeft de EU sancties genomen?

Slide 147 - Woordweb

Voorbeelden hier zijn:

Rusland

Noord-Korea

Venezuela

Myanmar

Syrië

Iran

Ect.

UNICEF

United Nations International Childrens Fund. Het kinderfonds van de VN. Opgericht in 1946 om kinderen te helpen die slachtoffer zijn van geweld.

Slide 148 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Resoluties

Een besluit dat een hoger bestuursorgaan kan opleggen, maar niet verplicht kan worden.

Slide 149 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Europese Unie moet meer macht krijgen

Eens

Oneens

Slide 150 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Wat leerde ik in deze paragraaf?

De drie redenen waarom in Europa werd besloten tot samenwerking na de Tweede Wereldoorlog.
Waarom de Europese Unie een supranationale organisatie is.
Hoe Europese wetten invloed hebben op de lidstaten.
Wat een vrije markt is en waarom daar regels voor nodig zijn.
De doelstellingen van de Verenigde Naties noemen.

Ik leerde...

Slide 151 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je geleerd deze les?

Wat heb je geleerd deze les?

Slide 152 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat vind je nog lastig?

Wat vind je nog lastig?

Slide 153 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik leerde...

Hoe het systeem van absolutisme werkt.
Wat filosofen zijn en wat de invloed van hen is op onze huidige samenleving.
Waarom de Amerikaanse en Franse Revolutie ontstonden.
Waarom dit belangrijke revoluties waren voor onze huidige samenleving.
Op welke wijze de wetgevende-, uitvoerende- en rechtsprekende macht in Nederland zijn uitgewerkt.
Waarom er eerder sprake is van een spreiding van de macht, dan een echte scheiding van de macht.
Wat een rechtsstaat betekent voor de overheid en burgers.
Wat een politie- en een totalitaire staat is en wat de belangrijkste verschillen zijn met een rechtsstaat.

Wat leerde ik deze les?

Slide 154 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik leerde...

Wat de verantwoordelijkheid is van de gemeenteraad en de burgemeester.
Waar het provinciebestuur uit bestaat en welke taken zij hebben.
De taken van het parlement en de regering.
Wat de taken van een minister-president zijn.
Wat Prinsjesdag is.
De drie redenen waarom in Europa werd besloten tot samenwerking na de Tweede Wereldoorlog.
Waarom de Europese Unie een supranationale organisatie is.
Hoe Europese wetten invloed hebben op de lidstaten.
Wat een vrije markt is en waarom daar regels voor nodig zijn.
De doelstellingen van de Verenigde Naties te noemen.

Wat leerde ik deze les?

Slide 155 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afbeeldingen:

https://pixabay.com/nl/photos/frankrijk-franse-revolutie-63022/

https://unsplash.com/photos/a-large-building-sitting-next-to-a-body-of-water-O75MhNh10fU