Thema 8- Burgerschap

 Thema 8
Burgerschap
1 / 134
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 134 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 150 min

Onderdelen in deze les

 Thema 8
Burgerschap

Slide 1 - Tekstslide

Afbeelding: https://unsplash.com/photos/a-row-of-stone-pillars-sitting-next-to-each-other-K_0UalIFMcs
 §1 Burgerschap door de tijd   heen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik leer...
  • Waarom we Athene in het oude Griekenland zien als het begin van de democratie en het burgerschap.
  • Wat burgerschap in de oudheid en de Middeleeuwen was.
  • Waarom identiteit een belangrijk onderdeel was van het burgerschap in de nieuwe tijd (1500-1850).
  • Kwesties die speelden in de ontwikkeling van het burgerschap in de nieuwe tijd (1850-1945).
  • Welke veranderingen er optraden in het burgerschap vanaf 1945.
Wat leer ik in deze paragraaf?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat maakt voor jou een samenleving een goede samenleving?
Wat maakt voor jou een samenleving
een goede samenleving?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Schervengericht / Ostracisme
Een stemprocedure in de Atheense democratie om politieke leiders die men te machtig vond voor tien jaar te verbannen.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zou een vorm van schervengericht een goed idee zijn in onze huidige samenleving?
Zou een vorm van schervengericht een goed idee zijn in onze huidige samenleving?
Ja
Nee

Slide 6 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Als we een vorm van schervengericht zou invoeren in onze samenleving, tegen welke groep(en) zou deze procedure moeten kunnen worden ingezet? Denk aan politici, bedrijfseigenaren, schooldirecteuren ect.
Als we een vorm van schervengericht zou invoeren in onze samenleving, tegen welke groep(en) zou deze procedure moeten kunnen worden ingezet? Denk aan politici, bedrijfseigenaren, schooldirecteuren ect.

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Tiran
Alleenheerser, ook wel dictator genoemd.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Agora
Een groot plein in een oude Griekse stad waar mensen konden handelen, stemmen en elkaar konden ontmoeten. Agora betekent letterlijk ‘verzamelplaats'.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Burgerschap
  • Politiek
  • Identiteit
  • Participatie

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer is burgerschap ontstaan?
Wanneer is burgerschap ontstaan?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Burgerschap in de oudheid
  • Griekse en Romeinse beschaving
  • Stadstaat
  • Athene
  • Sparta
  • Democratie
  • Burgers

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke van deze landen is geen stadstaat?
Welke van deze landen is geen stadstaat?
A
Singapore
B
Vaticaanstad
C
Luxemburg
D
Monaco

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke bevolkingsgroepen waren geen burgers in Athene?
Welke bevolkingsgroepen waren geen burgers in Athene?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat waren belangrijke verschillen tussen Sparta en Athene?
Wat waren belangrijke verschillen tussen Sparta en Athene?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de voordelen van een klein land voor een democratie?
Wat zijn de voordelen van een klein land voor een democratie?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Privileges
Rechten die ervoor zorgen dat een persoon of groep meer rechten heeft dan een gewone burger of groep.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke privileges hadden burgers van het Romeinse rijk?
Welke privileges hadden burgers van het Romeinse rijk?

Slide 18 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Burgerschap in de Middeleeuwen
  • Gemeenschap 
  • Landsheer
  • Vrije mannen
  • Stemrecht
  • Maatschappelijke plichten
  • Autonomie

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tussen wie ontstonden conflicten over autonomie in de Middeleeuwen?
Tussen wie ontstonden conflicten over autonomie in de Middeleeuwen?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarin zie je een duidelijk verschil tussen burgerschap in de oudheid en de Middeleeuwen?
Waarin zie je een duidelijk verschil tussen burgerschap in de oudheid en de Middeleeuwen?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar zie je een duidelijke overeenkomst tussen burgerschap in de oudheid en de Middeleeuwen?
Waar zie je een duidelijke overeenkomst tussen burgerschap in de oudheid en de Middeleeuwen?

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Burgerschap in de nieuwe tijd
  • Identiteit 
  • Veroveren grote gebieden
  • Traditie belangrijk
  • Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
  • Corruptie
  • Amerikaanse Revolutie
  • Franse Revolutie

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Corruptie
Als iemand misbruik maakt van zijn positie om persoonlijk gewin na te streven.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke verschillende vormen van corruptie kun je bedenken?
Welke verschillende vormen van corruptie kun je bedenken?

Slide 25 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Kun je een voorbeeld van corruptie verzinnen (bijvoorbeeld Trump die stemmen probeerde te stelen bij de verkiezingen in 2020)? Je mag het internet gebruiken.
Kun je een voorbeeld van corruptie verzinnen (bijvoorbeeld Trump die stemmen probeerde te stelen bij de verkiezingen in 2020)? Je mag het internet gebruiken.

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke revolutie begon eerder?
Welke revolutie begon eerder?
A
De Franse Revolutie
B
De Amerikaanse Revolutie

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn overeenkomsten tussen de Franse en Amerikaanse Revoluties?
Wat zijn overeenkomsten tussen de Franse en Amerikaanse Revoluties?

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Burgerschap 1850-1945
  • Kolonies
  • Onafhankelijkheid
  • Zelfbeschikking
  • Eurocentrisme
  • Volkerenmoorden

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk land is als enige land in Zuidoost-Azië nooit gekoloniseerd?
Welk land is als enige land in Zuidoost-Azië nooit gekoloniseerd?
A
Thailand
B
Bangladesh
C
China
D
Japan

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nederland moet een schade vergoeding betalen aan haar voormalige koloniën
Nederland moet een schade vergoeding betalen aan haar voormalige koloniën.
Eens
Oneens

Slide 33 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Eurocentrisme
De neiging om de Europese cultuur als de belangrijkste of beste cultuur te beschouwen en andere culturen te negeren of te onderwaarderen.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lynchpartijen
  • Moordpartijen zonder vorm van proces, gepleegd door een menigte.
  • Vond vooral plaats tegen de zwarte bevolking in de Verenigde Staten

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de link tussen eurocentrisme en lynchpartijen?
Wat is de link tussen eurocentrisme en lynchpartijen?

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Racisme was niet alleen een groot probleem in de Verenigde Staten, in welke landen nam racisme nog meer extreme vormen aan?
Racisme was niet alleen een groot probleem
in de Verenigde Staten, in welke landen nam
racisme nog meer extreme vormen aan?

Slide 37 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Burgerschap 1945-2000
  • Verzorgingsstaat
  • Migratie
  • Sociale zekerheid
  • Sociale rechten
  • Collectieve voorzieningen
  • Bureaucratie

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Emancipatie
Het streven naar gelijke rechten en kansen voor een groep die achtergesteld of onderdrukt wordt.

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zou je zeggen dat Nederland een verzorgingsstaat is? Waarom wel/niet?
Zou je zeggen dat Nederland een verzorgingsstaat is? Waarom wel/niet?

Slide 40 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen sociale zekerheid en sociale rechten?
Wat is het verschil tussen sociale zekerheid en sociale rechten?

Slide 41 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Dekolonisatieproces
Het proces waarbij landen die vroeger kolonies waren van andere landen, hun onafhankelijkheid opeisen. 

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Er moet meer les worden gegeven over de onafhankelijkheidsoorlog van Nederlands-Indië (tegenwoordig Indonesië).
Er moet meer les worden gegeven over de onafhankelijkheidsoorlog van Nederlands-Indië (tegenwoordig Indonesië).
Eens
Oneens

Slide 43 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Gevestigde orde
De groep mensen of instellingen die de meeste macht en invloed hebben in een land of een maatschappij.

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke groep kun je in Nederland beschouwen als de gevestigde orde?
Welke groep kun je in Nederland beschouwen als de gevestigde orde?

Slide 45 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik leerde...
  • Waarom we Athene in het oude Griekenland zien als het begin van de democratie en het burgerschap.
  • Wat burgerschap in de oudheid en de Middeleeuwen was.
  • Waarom identiteit een belangrijk onderdeel was van het burgerschap in de nieuwe tijd (1500-1850).
  • Kwesties die speelden in de ontwikkeling van het burgerschap in de nieuwe tijd (1850-1945).
  • Welke veranderingen er optraden in het burgerschap vanaf 1945.
Wat leerde ik in deze paragraaf?

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 §2 Normen en Waarden

Slide 47 - Tekstslide

Afbeelding: https://www.freepik.com/free-photo/marketing-branding-creativity-business-values_17077211.htm#fromView=search&page=1&position=3&uuid=a0c5f122-7135-4ca1-ac6b-07543b342a91&query=norms+and+values
Wat leer ik in deze paragraaf?
  • Wat normen en waarden zijn en voorbeelden hiervan te geven.
  • Welke relatie er bestaat tussen normen en waarden en je identiteit.
  • Waarom er na de Tweede Wereldoorlog sprake is van het ontstaan van verschillende jeugdculturen en hier ook minimaal vier voorbeelden van te geven.
  • Waarom normen en waarden vandaag de dag minder collectief zijn dan in de 20e eeuw. 
Ik leer...

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Burgerschapsvraagstukken 21ste eeuw
  • Emancipatie 
  • Genderidentiteit 

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Normen en Waarden
Normen: de geschreven en ongeschreven regels, of richtlijnen, over hoe we ons zouden moeten gedragen in een samenleving.
Waarden: De idealen die we belangrijk vinden en die de basis vormen voor de normen van een maatschappij. Waarden gaan onder andere over eerlijkheid, respect en vrijheid. 

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een waarde die past bij de norm dat je iemand die 1 product moet afreken, voorlaat bij de kassa als jij een hele winkelwagen vol hebt?
Wat is een waarde die past bij de norm dat je iemand die 1 product moet afreken, voorlaat bij de kassa als jij een hele winkelwagen vol hebt?

Slide 51 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een waarde die past bij de norm dat je afstand houdt van iemand als diegene geld pint bij een pinautomaat?
Wat is een waarde die past bij de norm dat je afstand houdt van iemand als diegene geld pint bij een pinautomaat?

Slide 52 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een norm die past bij de waarde respect?
Wat is een norm die past bij de waarde respect?

Slide 53 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een norm die past bij de waarde geduld?
Wat is een norm die past bij de waarde geduld?

Slide 54 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een belangrijke waarde voor jou?
Wat is een belangrijke waarde voor jou?

Slide 55 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Welke norm past bij de voorheen genoemde waarde?
Welke norm past bij de voorheen genoemde waarde?

Slide 56 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Jeugdcultuur
De wijze waarop de jeugd zich uitdrukt en onderscheidt in muziek, kunst, kleding en andere culturele aspecten.

Slide 57 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is kenmerkend voor de huidige jeugdcultuur?
Wat is kenmerkend voor de huidige jeugdcultuur?

Slide 58 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Identiteit
Een complex en veranderlijk geheel, dat bestaat uit het beeld dat je van jezelf hebt en aan anderen laat zien.

Slide 59 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de belangrijkste kenmerken voor je identiteit?
Wat zijn de belangrijkste kenmerken voor je identiteit?

Slide 60 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is identiteit belangrijk voor burgerschap?
Waarom is identiteit belangrijk voor burgerschap?

Slide 61 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Participatie
Participatie gaat over het recht en de plicht om deel te nemen aan de samenleving waar je deel van uitmaakt.

Slide 62 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In plaats van een stemrecht moet er een stemplicht komen.
In plaats van een stemrecht moet er een stemplicht komen.
Eens
Oneens

Slide 63 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

 Solidariteit
Solidariteit gaat ervan uit dat iemand nooit alleen leeft en daarom rekening houdt met een ander.

Slide 64 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat leerde ik in deze paragraaf?
  • Wat normen en waarden zijn en voorbeelden hiervan te geven.
  • Welke relatie er bestaat tussen normen en waarden en je identiteit.
  • Waarom er na de Tweede Wereldoorlog sprake is van het ontstaan van verschillende jeugdculturen en hier ook minimaal vier voorbeelden van te geven.
  • Waarom normen en waarden vandaag de dag minder collectief zijn dan in de 20e eeuw. 
Ik leerde...

Slide 65 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 §3 De verzorgingsstaat

Slide 66 - Tekstslide

Afbeelding: https://pixabay.com/nl/illustrations/vrijwilligerswerk-vrijwilliger-7347096/
Wat leer ik in deze paragraaf?
  • De totstandkoming van de moderne natiestaat te beschrijven, waarbij ik minimaal drie kenmerken kan noemen in dit proces.
  • Het begrip ‘verzorgingsstaat’ beschrijven en uitleggen, waarbij ik ook minimaal drie voorbeelden kan noemen.
  • Waarom de verzorgingsstaat zich juist na de Tweede Wereldoorlog zo sterk ontwikkelde.
  • Waarom vanaf het begin van de 21e eeuw de verzorgingsstaat veranderde.
  • Minimaal drie ‘voordelen’ en minimaal 3 ‘nadelen’ te noemen van de verzorgingsstaat.
  • Minimaal drie uitdagingen voor de verzorgingsstaat in de nabije toekomst te noemen.
Ik leer...

Slide 67 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Achterstandswijk
Een wijk waar veel problemen zijn, in de vorm van werkloosheid, criminaliteit, of armoede.

Slide 68 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toeslagen
Extra geld dat je bij de overheid kunt aanvragen, om je te helpen met het betalen van bijvoorbeeld de huur, de kinderopvang of andere zorg.

Slide 69 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke toeslagen ken je allemaal?
Welke toeslagen ken je allemaal?

Slide 70 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Bijstandswet
De wet die mensen ondersteunt met geld als ze een lager inkomen hebben dan het sociaal minimum.

Slide 71 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe hoog zou volgens jou het sociaal minimum inkomen moeten zijn? Je mag het internet gebruiken.
Hoe hoog zou volgens jou het sociaal minimum inkomen
moeten zijn? Je mag het internet gebruiken.

Slide 72 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Verzorgingsstaat
Waar de overheid actief meewerkt aan de zorg en het welzijn van zijn burgers.

Slide 73 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke landen ken je die je zou kunnen omschrijven als een verzorgingsstaat?
Welke landen ken je die je zou kunnen
omschrijven als een verzorgingsstaat?

Slide 74 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Natiestaat
Een land waar het merendeel van de inwoners vindt dat ze tot dezelfde cultuur of natie behoren.

Slide 75 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nationalisme
Het gevoel van trots en liefde voor je eigen land. Dit kan ook gepaard gaan met een afkeer van andere landen.

Slide 76 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke factoren kunnen nationalisme in een land versterken?
Welke factoren kunnen nationalisme in een land versterken?

Slide 77 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 78 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Propaganda
Communicatie waarbij één partij mensen probeert te overtuigen van bepaalde ideeën door het verspreiden van eenzijdige of onjuiste informatie.

Slide 79 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke verschillende propaganda tactieken kun je verzinnen?
Welke verschillende propaganda tactieken kun je verzinnen?

Slide 80 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Nachtwakerstaat
Het idee dat de staat alleen voor veiligheid en orde zorgt en zich niet bezighoudt met de zorg en het welzijn van de burgers.

Slide 81 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom bleek de nachtwakerstaat vaak toch niet goed te werken?
Waarom bleek de nachtwakerstaat vaak toch niet goed te werken?

Slide 82 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Algemeen kiesrecht
Het recht van alle burgers om vanaf een bepaalde leeftijd te mogen stemmen.

Slide 83 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In welk jaar was er algemeen kiesrecht voor vrouwen en mannen in Nederland?
In welk jaar was er algemeen kiesrecht voor vrouwen en mannen in Nederland?
A
1917
B
1919
C
1921
D
1922

Slide 84 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Algemene Ouderdomswet (AOW)
Een wet in Nederland die ervoor zorgt dat mensen geld krijgen van de overheid als ze een bepaalde gevorderde leeftijd hebben. Deze leeftijd was vroeger gekoppeld aan de pensioenleeftijd.

Slide 85 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe hoog is de pensioenleeftijd in Nederland?
Hoe hoog is de pensioenleeftijd in Nederland?
A
62,5
B
64
C
65
D
67

Slide 86 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wet op de arbeidsongeschiktheid (WAO)
Wet die zorgt voor een inkomen als mensen door een ziekte of handicap niet meer kunnen werken. Tot 2004 was deze wet bekend als de WAO, tegenwoordig heet deze wet de WIA (Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen).

Slide 87 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Participatiesamenleving
Het idee dat mensen, individueel of via organisaties, meer voor de maatschappij en elkaar moeten zorgen en minder moeten uitgaan van wat de overheid zou kunnen doen. 

Slide 88 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een participatiesamenleving is een beter idee dan een verzorgingsstaat
Een participatiesamenleving is een beter idee dan een verzorgingsstaat
Eens
Oneens

Slide 89 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Voordelen verzorgingsstaat
  • Sociale zekerheid
  • Bevorderd gelijkheid en solidariteit
  • Bevorderd economische stabiliteit

Slide 90 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nadelen verzorgingsstaat
  • Kost veel geld
  • Negatieve impact op motivatie, zelfredzaamheid en verantwoordelijkheid

Slide 91 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke politieke partijen ken je die een voorstander zijn van een sterke verzorgingsstaat?
Welke politieke partijen ken je die een voorstander
zijn van een sterke verzorgingsstaat?

Slide 92 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Welke politieke partijen ken je die een tegenstander zijn van een sterke verzorgingsstaat?
Welke politieke partijen ken je die een tegenstander
zijn van een sterke verzorgingsstaat?

Slide 93 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Toekomst verzorgingsstaat
  • Toenemende globalisering
  • Toenemende individualisering
  • Vergrijzing
  • Klimaatverandering en duurzaamheidsvraagstukken

Slide 94 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nederland moet een minder sterke verzorgingsstaat worden
Nederland moet een minder sterke verzorgingsstaat worden
Eens
Oneens

Slide 95 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Wat leerde ik in deze paragraaf?
  • De totstandkoming van de moderne natiestaat te beschrijven, waarbij ik minimaal drie kenmerken kan noemen in dit proces.
  • Het begrip ‘verzorgingsstaat’ beschrijven en uitleggen, waarbij ik ook minimaal drie voorbeelden kan noemen.
  • Waarom de verzorgingsstaat zich juist na de Tweede Wereldoorlog zo sterk ontwikkelde.
  • Waarom vanaf het begin van de 21e eeuw de verzorgingsstaat veranderde.
  • Minimaal drie ‘voordelen’ en minimaal 3 ‘nadelen’ te noemen van de verzorgingsstaat.
  • Minimaal drie uitdagingen voor de verzorgingsstaat in de nabije toekomst te noemen.
Ik leerde...

Slide 96 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§4 Burgerschap en de toekomst

Slide 97 - Tekstslide

Afbeelding: https://pixabay.com/nl/photos/technologie-handen-akkoord-oke-4256272/
Wat leer ik in deze paragraaf?
  • Wat A.I. en deepfake zijn en kan hier ook voorbeelden bij geven.
  • Mogelijke positieve en mogelijke negatieve aspecten te benoemen van A.I. en deepfake.
  • Wat nanotechnologie is en kan hier voorbeelden bij geven.
  • Wat ethische vragen zijn en wat deze te maken hebben met burgerschap.
  • De drie aspecten van digitaal burgerschap op te noemen en hier voorbeelden bij te geven.
Ik leer...

Slide 98 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat maakt een mens een mens?
Wat maakt een mens een mens?

Slide 99 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

AI / Kunstmatige intelligentie
Als computerprogramma’s zelf kunnen nadenken. Als computers dus iets doen wat normaal alleen menselijke intelligentie kan doen.

Slide 100 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deepfake
De techniek waarbij nep video's worden gemaakt van echte personen, door gebruik te maken van kunstmatige intelligentie.

Slide 101 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen AI en Deepfake?
Wat is het verschil tussen AI en deepfake?

Slide 102 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik ben bang wat de mogelijkheden van AI en Deepfake in de toekomst zijn
Ik ben bang wat de mogelijkheden van AI en Deepfake in de toekomst zijn
Ja
Nee

Slide 103 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Ethische vraagstukken
Vragen die we onszelf stellen om te bepalen wat ‘goed’ en ‘slecht’ is. Dat zijn vragen die daarom meestal niet één juist antwoord hebben.

Slide 104 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verzin een voorbeeld van een ethische vraag.
Verzin een voorbeeld van een ethische vraag.

Slide 105 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 106 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Misschien wel de bekendste ethische vraag is het trollieprobleem. Zou jij de schakel overhalen, waardoor 1 werker doodgaat maar de andere 5 blijven leven?
Misschien wel de bekendste ethische vraag is het trollieprobleem. Zou jij de schakel overhalen, waardoor 1 werker doodgaat maar de andere 5 blijven leven?
Ja, ik zou de schakel overhalen
Nee, ik zou de schakel niet overhalen

Slide 107 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Nanotechnologie
  • Techniek waarmee je eigenschappen van materialen kan veranderen
  • Heel klein
  • Kan helpen bij mondiale uitdagingen
  • Kan in ons lichaam komen
  • Spullen kunnen langer meegaan

Slide 108 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn maatschappelijke uitdagingen die nanotechnologie met zich meebrengt?
Wat zijn maatschappelijke uitdagingen die nanotechnologie met zich meebrengt?

Slide 109 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Digitaal burgerschap
De vaardigheden en kennis die je nodig hebt om bewust en verantwoord met het internet, sociale media en je medeburgers op het internet om te gaan.

Slide 110 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Digitale geletterdheid
Dat je digitale informatie kan vinden en deze ook kan beoordelen op feitelijkheid en betrouwbaarheid.

Slide 111 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kun je zien of een bron betrouwbaar is?
Hoe kun je zien of een bron betrouwbaar is?

Slide 112 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Digitale participatie
De kennis en vaardigheden die nodig zijn om online te communiceren, samen te werken, te leren, bij te dragen aan de samenleving en digitaal te kunnen innoveren.

Slide 113 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Digitale identiteit
De kennis en vaardigheden die je hebt waardoor je weet hoe je jezelf online kan presenteren, maar ook kunt beschermen.

Slide 114 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Er moet meer les komen op scholen over digitaal burgerschap.
Er moet meer les komen op scholen over digitaal burgerschap.
Eens
Oneens

Slide 115 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Digitaal pesten
Pestgedrag dat plaatsvindt via het internet of andere devices.

Slide 116 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een extra uitdaging van digitaal pesten in vergelijking met fysiek iemand pesten?
Wat is een extra uitdaging van digitaal pesten in vergelijking met fysiek iemand pesten?

Slide 117 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

 Auteursrecht
Een schrijver mag zelf bepalen hoe, waar en wanneer zijn werk wordt gepubliceerd of gekopieerd.

Slide 118 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Portretrecht
Het recht van een persoon om zich in bepaalde gevallen te verzetten tegen verspreiding van zijn portret.

Slide 119 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 120 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Er moet strenger gelet worden op het portretrecht bij de krant
Er moet strenger gelet worden op het portretrecht bij de krant
Eens
Oneens

Slide 121 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Privacywetgeving
De wetten en regels die er zijn om je (digitale) identiteit te beschermen tegen gebruik en misbruik door anderen.

Slide 122 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Discriminatie
Mensen onterecht ongelijk behandelen op basis van kenmerken die er niet toe doen in bepaalde situaties, zoals geslacht, nationaliteit, politieke overtuiging, uiterlijke kenmerken, ect.

Slide 123 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een man uit Syrië is 10 jaar geleden gevlucht naar Nederland en spreekt inmiddels Nederlands. Hij wil graag bij het leger gaan. Is hem hiervoor afwijzen een vorm van discriminatie?
Een man uit Syrië is 10 jaar geleden gevlucht naar Nederland en spreekt inmiddels Nederlands. Hij wil graag bij het leger gaan. Is hem hiervoor afwijzen een vorm van discriminatie?
A
Ja
B
Nee

Slide 124 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een man uit Syrië is 10 jaar geleden gevlucht naar Nederland maar spreekt geen Nederlands. Hij wil graag bij het leger gaan. Is hem hiervoor afwijzen een vorm van discriminatie?
Een man uit Syrië is 10 jaar geleden gevlucht naar Nederland maar spreekt geen Nederlands. Hij wil graag bij het leger gaan. Is hem hiervoor afwijzen een vorm van discriminatie?
A
Ja
B
Nee

Slide 125 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Afpersing
Iemand met geweld of door dreiging, dwingen tot het betalen van geld, leveren van goederen of het verlenen van diensten tegen de zin in van de andere persoon.

Slide 126 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mediawijs
De kennis en vaardigheden om gezond, veilig, betrouwbaar en creatief met media om te kunnen gaan.

Slide 127 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat leerde ik in deze paragraaf?
  • Wat A.I. en deepfake zijn en kan hier ook voorbeelden bij geven.
  • Mogelijke positieve en mogelijke negatieve aspecten te benoemen van A.I. en deepfake.
  • Wat nanotechnologie is en kan hier voorbeelden bij geven.
  • Wat ethische vragen zijn en wat deze te maken hebben met burgerschap.
  • De drie aspecten van digitaal burgerschap op te noemen en hier voorbeelden bij geven.
Ik leerde...

Slide 128 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Wat heb je geleerd deze les?
Wat heb je geleerd deze les?

Slide 129 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies




Wat vind je nog lastig?
Wat vind je nog lastig?

Slide 130 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik leerde...
  • Waarom we Athene in het oude Griekenland zien als het begin van de democratie en het burgerschap.
  • Wat burgerschap in de oudheid en de middeleeuwen was.
  • Waarom identiteit een belangrijk onderdeel was van het burgerschap in de nieuwe tijd (1500-1850).
  • Kwesties die speelden in de ontwikkeling van het burgerschap in de nieuwe tijd (1850-1945).
  • Welke veranderingen er optraden in het burgerschap vanaf 1945.
  • Wat normen en waarden zijn en voorbeelden hiervan te geven.
  • Welke relatie er bestaat tussen normen en waarden en je identiteit.
  • Waarom er na de Tweede Wereldoorlog sprake is van het ontstaan van verschillende jeugdculturen en hier ook minimaal vier voorbeelden van te geven.
Wat leerde ik deze les?

Slide 131 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik leerde...
  • Waarom normen en waarden vandaag de dag minder collectief zijn dan in de 20e eeuw.
  • De totstandkoming van de moderne natiestaat te beschrijven, waarbij ik minimaal drie kenmerken kan noemen in dit proces.
  • Het begrip ‘verzorgingsstaat’ beschrijven en uit te leggen, waarbij ik ook minimaal drie voorbeelden kan noemen.
  • Waarom de verzorgingsstaat zich juist na de Tweede Wereldoorlog zo sterk ontwikkelde.
  • Waarom vanaf het begin van de 21e eeuw de verzorgingsstaat veranderde.
  • Minimaal drie ‘voordelen’ en minimaal 3 ‘nadelen’ te noemen van de verzorgingsstaat.
  • Minimaal drie uitdagingen voor de verzorgingsstaat in de nabije toekomst te noemen.
  • Wat A.I. en deepfake zijn en kan hier ook voorbeelden bij geven.
  • Mogelijke positieve en mogelijke negatieve aspecten te benoemen van A.I. en deepfake.
  • Wat nanotechnologie is en kan hier voorbeelden bij geven.
  • Wat ethische vragen zijn en wat deze te maken hebben met burgerschap.
  • De drie aspecten van digitaal burgerschap op te noemen en hier voorbeelden bij te geven.
Wat leerde ik deze les?

Slide 132 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar komen de afbeeldingen vandaan?
  • https://unsplash.com/photos/a-row-of-stone-pillars-sitting-next-to-each-other-K_0UalIFMcs
  • https://www.freepik.com/free-photo/marketing-branding-creativity-business-values_17077211.htm#fromView=search&page=1&position=3&uuid=a0c5f122-7135-4ca1-ac6b-07543b342a91&query=norms+and+values
  • https://pixabay.com/nl/illustrations/vrijwilligerswerk-vrijwilliger-7347096/
  • https://pixabay.com/nl/photos/technologie-handen-akkoord-oke-4256272/

Slide 133 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar komen de video's vandaan?
  • https://www.youtube.com/watch?v=6Pz2Ltj3Jds
  • https://www.youtube.com/watch?v=YnqfuruqChE
  • https://www.youtube.com/watch?v=xzxAOXzcCcc
  • https://www.youtube.com/watch?v=yg16u_bzjPE
  • https://www.youtube.com/watch?v=iV9mHORIIfQ

Slide 134 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies