Stichting Leven en Financiën (LEF)
Gratis gastlessen met als doel mbo-studenten financieel zelfredzaam te maken.

Module 1: niveau 3 en 4 (60 min.)

Welkom 
bij het LEF-lesprogramma
Hoe krijg jij jouw geldzaken op orde?
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1-4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Instructies

  • Start de les door op de button Start les te klikken
  • De link Printen biedt mogelijkheid om de slides en notities van de les te printen
  • Onder Instructies tref je een overzicht van de module met instructiefilmpjes
  • Onder Werkbladen tref je de LEF maandbegroting

Instructies

Werkbladen

Onderdelen in deze les

Welkom 
bij het LEF-lesprogramma
Hoe krijg jij jouw geldzaken op orde?

Slide 1 - Tekstslide

  • Schrijf je naam op een naamsticker of naambordje. Plak de sticker op.
  • Geef de studenten bij binnenkomst allemaal een blanco naamsticker of naambordje.
  • Vraag de studenten hun naam erop te schrijven en in geval van een sticker deze op te plakken.
Over LEF
  • LEF = Leven en Financiën
     
  • De haai van LEF
     
  • Een lesprogramma voor mbo-studenten
      
     
  • Het LEF-lesprogramma:
      - Module 1: Hoe krijg jij jouw geldzaken op orde?
      - Module 2: Hoe geef jij jouw geld uit?
      - Module 3: Hoe kom jij aan geld?


Slide 2 - Tekstslide

De introductie bestaat uit een plenaire inleiding, woordwolk 'Geld' en ervaring docent en/of mbo-student.
  1. Stel jezelf voor (wie ben je en wat voor werk doe je). 
  2. Vertel over LEF en de haai: staat symbool voor kracht en macht, maar heeft ook een ander kant die staat voor gevaar en risico. De haai straalt echter altijd lef uit: hij laat niet over zich heenlopen en is 'in control'. Het gevaarlijke en grimmige karakter van de haai wordt verzacht door de knipoog van de gleuf in zijn rug: de spaarhaai.
  3. Vertel dat het een programma voor mbo-studenten is en mbo-studenten wil laten nadenken over hoe zij (nog beter) met geld om kunnen gaan.
  4. Licht het programma kort toe.
  5. Vertel waar de les vandaag over gaat:
    • Wat weet je al over geldzaken?
    • Wat is jouw spaardoel?
    • Hoe ziet jouw maandbegroting eruit?
    • Hoe haalbaar is jouw spaardoel?
    • Wie kan je helpen?
  6. Vertel dat de les via LessonUp loopt. Op de volgende pagina kunnen de deelnemers een QR code scannen om in te loggen.
  7. Geef aan dat de studenten hun telefoon (voor LessonUp) mogen gebruiken tijdens de les, de rest van de les leggen ze de telefoon in de hoek van hun tafel.

Geld

Slide 3 - Woordweb

  1. Vraag de studenten waar zij aan denken bij het woord 'Geld'.
  2. Bespreek de antwoorden kort.
  3. Vertel over je eigen ervaring met geld.
Jouw kennis over geldzaken
Stellingen: Wat weet je al?

Slide 4 - Tekstslide

Vorm: Stellingen over rechten en plichten die je voor of na je 18e hebt.

Duur: 15 minuten

Leerdoelen:
  • De studenten kunnen benoemen welke financiële verantwoordelijkheden en verplichtingen je hebt als je 18 jaar bent.
  • De studenten kunnen benoemen met welke wet- en regelgeving (tegemoetkomingen, uitkeringen, verzekeringen) je te maken kunt krijgen als je 18 jaar bent.
  • De studenten kunnen benoemen of een bepaalde verzekering in hun situatie verplicht, noodzakelijk, wenselijk of optioneel is.
  • De studenten kunnen belasting terugvragen als zij hebben gewerkt.
Als je naar het mbo gaat, heb je
altijd recht op studiefinanciering.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Algemene instructie:
  1. Vertel dat de studenten verschillende stellingen te zien krijgen waar ze op het telefoon op kunnen antwoorden.
  2. Na iedere vraag komt de tussenstand in beeld. Wil je dit niet steeds tonen? Haal dan het vinkje bij 'Toon tussenstand na iedere vraag' weg. Je kunt altijd (door links onderin op 'Leerlingen' te klikken) de tussenstand tonen).

Stelling: Als je naar het mbo gaat, heb je altijd recht op studiefinanciering.
Deze stelling is niet waar.  

Voorwaarden, onder andere:
- leeftijd minimaal 18;
- Moet een BOL opleiding zijn (geen BBL);
- Moet een voltijds opleiding zijn van minimaal 1 jaar.

Voor meer uitleg zie: https://duo.nl/particulier/studiefinanciering/voorwaarden.jsp

Vraag de studenten ook of ze weten of ze de studiefinanciering terug moeten betalen. Zie:  https://duo.nl/particulier/studiefinanciering/gift-of-terugbetalen.jsp
Vanaf je 18e ben je zelf verantwoordelijk voor je zorgverzekering.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Stelling: Vanaf je 18e ben je zelf verantwoordelijk voor je zorgverzekering.
De stelling is waar.  

Je hebt twee opties als 18 jarige:
Je kunt zelf een zorgverzekering afsluiten.
Of je kunt meeverzekerd blijven op de polis van je ouders/verzorgers. 
Doe je niets? Dan krijg je vanaf je 18e automatisch dezelfde zorgverzekering als je ouders/verzorgers.

Stip hier ook het aanvragen van de zorgtoeslag aan. In beide gevallen heb je recht op zorgtoeslag en kan je dit zowel in de toekomst als met terugwerkende kracht aanvragen. Eerst moet de zorgverzekering geregeld zijn, dan kan er zorgtoeslag worden aangevraagd.

Er is één situatie waarbij een 18 jarige niet direct een zorgtoeslag kan aanvragen. En dat is de situatie als de ouders, een kind uitschrijven op de polis en het initiatief laten bij de 17/18 jarige om zijn eigen zorgverzekering te organiseren.
Dan kan er een periode zijn dat het kind (nog) niet geregistreerd staat als zorgverzekerd en dan kan er ook geen zorgtoeslag worden aangevraagd.
De 17/18 jarige moet zichzelf eerst verzekeren en daarna kan het worden aangevraagd.

Extra informatie:
Je kunt naar sites als zorgkiezer, independer of zorgwijzer (1 site laten zien). Hier kun je invullen wat jij denkt dat je nodig hebt. Er komen dan een aantal zorgverzekeraars voorbij met het bedrag dat je per maand gaat betalen. Dit noemen we een premie. De hoogte verschilt per verzekeringsmaatschappij Je hebt een basisverzekering waar bijvoorbeeld een bezoek aan de huisarts van wordt betaald. Wil je ook dat je tandarts of de fysiotherapie kosten worden betaald dan moet je een aanvullende verzekering sluiten. Een extra pakket waardoor je verzekering per maand duurder wordt. Sommige maatschappijen bieden studentenverzekeringen aan. Deze hebben een uitgebreidere dekking waar bijvoorbeeld fysiotherapie in zit.
Als je 18 jaar of ouder bent en
op jezelf gaat wonen, krijg je huurtoeslag.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Stelling: Als je 18 jaar of ouder bent en op jezelf gaat wonen, krijg je huurtoeslag.
Deze stelling is niet waar.  

Extra uitleg:
Als je op kamers woont meestal niet, tenzij je kamer een zelfstandige woonruimte is (eigen toegangsduur die je van binnen en buiten op slot kan doen. En je moet een eigen keuken, w.c en douche of badkamer hebben);

Afhankelijk van huurbedrag, inkomen en vermogen.
Zie: https://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/nl/huurtoeslag/content/student-op-kamers-huurtoeslag
Als je werkt,
betaal je vanaf je 18e pas inkomstenbelasting.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Stelling: Als je werkt, betaal je vanaf je 18e pas inkomstenbelasting.
Deze stelling is niet waar.  

Extra uitleg:
Als je werkt moet je ook voor je 18e belasting over je loon betalen. Als student mag je ongeveer € 13.000,- bijverdienen in 2024 zonder belasting te hoeven betalen.

Vanaf 1 januari 2024 mogen studenten die een bijbaantje hebben onbeperkt bijverdienen. Er is geen bijverdiengrens meer voor de studiefinanciering.

Zie ook: 
https://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/nl/jongeren/jongeren

Als je een bijbaan hebt, kun je
vaak ieder jaar geld terugvragen
bij de Belastingdienst.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Stelling: Als je een bijbaan hebt, kun je vaak ieder jaar geld terugvragen bij de Belastingdienst.
Dit is zeker waar! 

  1. Vraag aan de studenten of zij al een keer geld hebben teruggevraagd bij de Belastingdienst.
  2. Geef een toelichting:
    • Helemaal geen inkomsten, dan ook geen loonheffing ingehouden en ook geen teruggaaf.
    • Als ze een ‘volle’ baan hebben en dus al veel verdienen, is teruggaaf ook niet zeker.
    • Als ze een ‘side hustle’ hebben, dus een (mini-)onderneming, krijgen ze niet terug, maar moeten ze juist bijbetalen.
Je kunt beter gaan sparen dan beleggen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Stelling: Je kunt beter gaan sparen dan beleggen.
Beide antwoorden zijn goed.
  1. Geef een toelichting:
    Spaar met geld dat je snel nodig hebt (< ca. 10 jaar).
    Beleg VEILIG met geld dat je niet snel nodig hebt (> ca. 10 jaar).
  2. Leg het rente-op-rente effect uit. Vergelijk iemand die op zijn 25e begint met iemand die op leeftijd docent (45?) begint. Dit kan een eye-opener zijn!
  3. Korte aanvulling op beleggen: Er zijn veel soorten beleggen, sommige met veel risico (daytraden, bitcoin) en sommige met weinig risico (op de beurs, ETF). Beleggen is altijd voor > 10 jaar!
  4.  Optie: begin een discussie over  rendement, risico (restschuld), met welk geld (heb je voldoende over), appeltje voor de dorst/ beleggen met stufi of andere lening (beleggen met geleend geld)
zie ook: https://www.wijzeringeldzaken.nl/geldzaken-op-orde/sparen-of-beleggen-wat-zijn-je-opties/
https://www.nibud.nl/onderwerpen/sparen/


Mijn ouders zijn altijd
aansprakelijk voor als ik iemand schade toebreng.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Stelling: Mijn ouders zijn altijd aansprakelijk voor als ik iemand schade toebreng.
Deze stelling is niet waar.  

Zie Rijksoverheid (klik om te openen).

Schuld door schade minderjarig kind
Richt een kind schade aan, dan hangt het van zijn of haar leeftijd af wie aansprakelijk is. Er gelden de volgende wettelijke regels:
  • Is het kind jonger dan 14 jaar, dan ligt de aansprakelijkheid bij de ouder. Dit geldt als de ouder het ouderlijk gezag of de voogdij heeft over het kind. De ouder kan meestal de schade op zijn/haar aansprakelijkheidsverzekering verhalen.
  • Is het kind 14 of 15 jaar, dan is het zelf aansprakelijk. De ouder is ook aansprakelijk als hij/zij redelijkerwijs in staat was het kind tegen te houden bij het veroorzaken van de schade, maar dit niet heeft gedaan.
  • Is het kind 16 jaar of ouder, dan is het zelf aansprakelijk.
Financiële voornemens
Wat is jouw spaardoel?

Slide 12 - Tekstslide

Vorm: Filmpje van mbo-studenten en  individueel spaardoel bepalen

Duur: 10 minuten

Leerdoelen:
  • De studenten worden zich bewust van het belang van sparen.
  • De studenten kunnen concreet maken welk spaardoel ze wanneer bereikt willen hebben.
Spaar jij?

Slide 13 - Tekstslide

  1. Laat het filmpje zien. Dit filmpje is speciaal voor LEF gemaakt door Emma Mouthaan (Finfluencer). Ze vraagt aan studenten of zij sparen.
Waar spaar jij voor
of waar wil je voor gaan sparen
(voeg een foto en/of tekst toe)?

Slide 14 - Open vraag

  1. Vraag de studenten een foto toe te voegen van waarvoor zij (willen) sparen. 
  2. Kunnen ze niet zo snel een foto vinden? Dan mogen ze het ook in tekst neerzetten.
Werk enkele antwoorden van studenten uit op een flipover of whiteboard, vraag ze:
Wat kost jouw spaardoel?
Wanneer wil je het hebben/doen?
Laat de student vervolgens uitrekenen hoeveel per maand gespaard moet worden om het doel te bereiken.
Leg de brug naar de maandbegroting.

Maandbegroting
(Hoe) houd jij je inkomsten en uitgaven bij?

Slide 15 - Tekstslide

Vorm: Maandbegroting invullen 

Duur: 15 minuten

Leerdoelen:
  • De studenten krijgen inzicht in hun inkomsten en uitgaven.
  • De studenten kunnen uitleggen wat het voordeel is van inzicht hebben in je financiën.
  • De studenten kunnen benoemen welke mogelijkheden er zijn om de financiën digitaal bij te houden.

Wat komt erin en wat gaat eruit?
17 en thuiswonend
18 en thuiswonend
20 en uitwonend

Slide 16 - Tekstslide

  1. Klik op het voorbeeld dat het meest van toepassing is in de klas en bespreek het kort.
  2. Op de volgende pagina staat een voorbeeld van de maandbegroting van LEF. 
  3. Laat de studenten de maandbegroting invullen en toets dit aan de geopende begroting.

Slide 17 - Tekstslide

  • Deel de uitgeprinte versie van de maandbegroting uit en vul deze samen met de klas in.
  • Wil je de ingevulde versie er als voorbeeld nog even bijpakken? Ga dan naar de vorige slide.
  • In de derde kolom kan de student aankruisen op welke uitgaven hij/zij zou kunnen gaan besparen.
Voornemens Checken
Hoe haalbaar is jouw spaardoel?

Slide 18 - Tekstslide

Vorm: Klassikaal bespreken van voornemen aan de hand van staan/zitten

Duur: 5 minuten

Leerdoelen:
  • De studenten krijgen inzicht in hun hoe realistisch hun spaardoel is.
Hoeveel geld houd jij
per maand over?

Slide 19 - Woordweb

  1. Vraag de studenten hoeveel zij per maand overhouden. Vraag of dit is wat ze hadden verwacht en of het mee of tegenvalt.
  2. Let op: je kunt deze vraag anoniem stellen. Als je niet twee keer op de woordwolkjes klikt, blijft de afzender anoniem!
  3. Klik op de wolkjes om de antwoorden te bekijken.
Hoe haalbaar is jouw spaardoel?
Niet haalbaar: Blijf zitten

Haalbaar: Ga staan

Slide 20 - Tekstslide

Dit gaat over het spaardoel waar de studenten een foto van hebben toegevoegd in het onderdeel 'Financiële voornemens'.

  1.  Stel de vraag: hoe haalbaar is jouw spaardoel?
  2. Vraag een aantal studenten die zijn blijven zitten hoeveel ze te kort komen en de staande studenten wanneer ze hun doel hebben bereikt.
Hulp bij financiën
Wat of wie kan je helpen?

Slide 21 - Tekstslide

Vorm: Vragen over hulp zoeken. Belangrijkste boodschap: Onderneem actie!
 
Duur: 5 minuten

Leerdoelen:
  • De studenten krijgen inzicht in instanties die hulp kunnen bieden bij schulden
  • De studenten worden zich bewust dat vragen om hulp niet vreemd is en dat je niet alleen staat op het moment dat je schulden hebt.
Waar kun je informatie
vinden over hoe je grip krijgt
op je inkomsten en uitgaven?

Slide 22 - Tekstslide

  1. Stel de vraag: Waar kun je informatie vinden over hoe je grip krijgt op je inkomsten en uitgaven?
  2. Bespreek kort de antwoorden.
  3. Vul zelf aan als er te weinig uit de groep komt: Nibud, Humanitas Get-a-Grip (gripopjemoney,nl), Geldfit, je bank (die kunnen tegenwoordig ook helpen).
Bij wie klop je aan als je
geldproblemen hebt?

Slide 23 - Woordweb

  1. Stel de vraag: Bij wie klop je aan als je geldproblemen hebt?
  2. Bespreek kort de antwoorden (houd de antwoorden anoniem door maar één keer op het antwoord te klikken).
  3. Vul zelf aan als er te weinig uit de groep komt: school, ouders, vrienden.
  4. Denk ook aan organisaties als Humanitas, Nibud en de gemeente.
Terugblik / Vooruitblik

Slide 24 - Tekstslide

Was dit de laatste LEF les of denk je in de volgende les niet aan keuzeonderwerpen toe te komen? Kies dan voor Terugblik.

Volgen er nog meer lessen met keuzeonderwerpen? Kies dan voor Vooruitblik & Terugblik.