Stichting Leven en Financiën (LEF)
Gratis gastlessen met als doel mbo-studenten financieel zelfredzaam te maken.

Module 2 - keuze onderwerp 'Op jezelf wonen'

Op jezelf wonen
Wat moet je regelen?
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1-4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 20 min

Instructies

  • Start de les door op de button Start les te klikken
  • De link Printen biedt mogelijkheid om de slides en notities van de les te printen

Onderdelen in deze les

Op jezelf wonen
Wat moet je regelen?

Slide 1 - Tekstslide

Vorm: Opdracht in tweetallen en checklist.
 
Duur: 20 minuten

Leerdoelen:
• De studenten kunnen uitleggen wat ze moeten regelen als ze op zichzelf gaan wonen.
Woon jij al op jezelf?
Ja
Nee
Dit jaar nog

Slide 2 - Poll

  1. Vraag de studenten of zij al op zichzelf wonen.
  2. Vraag aan een aantal van hen hoe zij het vinden.
0

Slide 3 - Video

  1. Klik op de startknop.
  2. Het filmpje eindigt vanzelf na 1:03 :seconden.
Wat is voor jou een reden om op
jezelf te gaan wonen?

Slide 4 - Woordweb

  1. Vraag de studenten waarom zij op kamers zouden willen wonen.
Wat lijkt je het moeilijkst aan op
jezelf gaan wonen?

Slide 5 - Woordweb

  1. Vraag de studenten wat zij denken dat moeilijk is aan het op zichzelf wonen en ga op de antwoorden in.
  2. Hierna gaan de studenten een opdracht maken waarna diverse aspecten van het op jezelf wonen worden aangestipt.
Opdracht
1. Hoe kom je aan een huis? 
2. Waar moet je op letten als je een huis bekijkt?
3. Hoe kom je aan je uitzet? 
4. Wat moet je regelen als je in een nieuwe stad gaat wonen?
5. Wat zijn je maandelijkse vaste kosten als je op jezelf woont?

Zoek in tweetallen de antwoorden op de volgende vragen:
timer
7:30

Slide 6 - Tekstslide

  • Laat de studenten in tweetallen de vragen beantwoorden.
  • Start de timer: ze hebben per vraag een minuut de tijd.
  • Bespreek
  1. Schrijf je in bij een woningcoöperatie.
  2. Hoe hoog is huur, onderhoud, ligt het goed t.o.v. openbaar vervoer.
  3. Nieuw, marktplaats, kringloop.
  4. Schrijf je in bij de gemeente waar je woont.
  5. Kale huur, gas, water, electriciteit, gemeentelijke belastingen en servicekosten. 
Op alle aspecten gaan we in de volgende sheet in. Je hoeft hier dus niet uitgebreid bij stil te staan. Je kunt ook aangeven dat je hierna er op ingaat.


Wat moet je regelen?
1. Huurcontract
2. Begroting maken
3. Toeslagen checken
4. Verzekeringen afsluiten

Slide 7 - Tekstslide

  1. Vertel dat ze het huurcontract goed moeten nalezen. Wat mag wel en niet in de woning/kamer.
  2. Vertel dat een begroting maken verstandig is. Hierna komen we hier op terug.
  3. Toeslagen checken kan bij de belastingdienst. Welke toeslagen dit zijn, zien we hierna.
  4. Verzekering afsluiten komt ook nog aan de orde.
Kosten huurwoning
1. Huur
2. Servicekosten
3. Gas, water en licht
4. TV en internet
5. Gemeentelijke belastingen
6. Uitzet

Slide 8 - Tekstslide

Bespreek de kosten:

1. Huur. Dit is de grootste kostenpost. Het huurbedrag per stad kan veel verschillen. Zo is Amsterdam bijv. veel duurder dan andere steden.
2. Servicekosten (dit zijn kosten voor onderhoud, schoonmaak in hal, onderhoud liften). Deze betaal je vaak in gebouwen waar meerdere appartementen zijn. De huurbaas moet kunnen aantonen dat de kosten reëel zijn.
3. Als je alleen een kamer huurt, zitten de kosten van gas, water en elektriciteit vaak in je huurprijs. Als je een zelfstandige woning huurt, moet je zelf energie, water etc regelen. Een douchebeurt kost bijv. ca 80 cent per keer en een wasmachine gebruiken kost voor een jaar ongeveer 150 euro. Gemiddeld ben je € 145 kwijt per maand.
4. TV en internet moet je vaak zelf regelen. Kijk goed wat je echt nodig hebt en vergelijk de prijzen.
5. Gemeentelijke belastingen zijn belastingen die je 1 keer per jaar moet betalen aan de gemeente. De kosten bedragen ongeveer voor:  afvalstoffenheffing: €10-€15 per maand, rioolheffing: €6-€18 per maand, waterschapsbelasting: €8-€16 per maand.
6. Als je op kamers gaat heb je van alles nodig. Pannen, bestek, glazen, stoelen, bank, tafel etc. Geef aan dat ze naar kringloopwinkels kunnen gaan of via marktplaats zaken goedkoper kunnen krijgen.
Begroten is overzicht
Wat krijg je per maand binnen en wat gaat eruit: 
- salaris/studiefinanciering
- toeslagen
- vaste lasten
- boodschappen
- kleren
- uitgaan

Hou spaargeld aan voor onverwachte kosten

Slide 9 - Tekstslide

Geef aan dat de gemiddelde kosten van op jezelf wonen  per maand € 1.134 zijn.
Toeslagen
1. Huurtoeslag
2. Zorgtoeslag

Slide 10 - Tekstslide

1. Op de website van de belastingdienst kun je een proefberekening maken of je in aanmerking komt voor de huurtoeslag. Criteria zijn dat de huur in 2024 niet hoger mag zijn dan € 879,66. Daarnaast moet je een zelfstandige woonruimte hebben met in ieder geval een eigen toegangsdeur die op slot kan, keuken en wc. En vanaf 1 maart 2024 moet de woning ook een eigen douche of badkamer hebben.
2. Word je dit jaar 18? Omdat je dan je eigen zorgverzekering moet hebben, kun je waarschijnlijk zorgtoeslag krijgen. Regelen de ouders de zorgverzekering of blijft je meeverzekerd op de polis van de ouders? Dan heb je ook recht op zorgtoeslag. Ook als je ouders de premie betalen.

Zorgtoeslag krijg je vanaf de maand nadat je 18 bent geworden. Dat is dezelfde maand waarin je voor het eerst de premie voor je zorgverzekering moet gaan betalen.

Je moet de zorgtoeslag zelf aanvragen. Je moet dan wel een zorgverzekering hebben. Dit kunnen ze al doen voordat ze 18 jaar worden. Daarna kunnen ze een zorgtoeslag aanvragen.

Als ze snel geld willen krijgen dan kunnen ze hun zorgtoeslag aanvragen vóór de 1e van de maand waarin ze 18 worden. De toeslag wordt dan rond de 20e van de maand waarin ze 18 worden uitgekeerd. Vragen ze de toeslag later aan? Dan krijgen ze de toeslag ook later. De bedragen van de gemiste maanden krijgen ze dan in 1 keer uitbetaald.
Verzekeringen
1. Inboedelverzekering
2. Zorgverzekering
3. WA-verzekering
4. Uitvaartverzekering

Slide 11 - Tekstslide

1. Deze verzekering vergoedt al je spullen bij schade door bijvoorbeeld brand, diefstal, neerslag, storm en lekkage. Je wil uiteraard wel dat je spullen in je woning goed verzekerd zijn.
2. Vanaf je 18e ben je zelf verantwoordelijk voor het regelen van je zorgverzekering. Je kunt een eigen verzekering nemen maar ook nog op de polis van je ouders blijven. Vertel dat ze ieder jaar weer kunt overstappen naar een andere zorgverzekering.
3. Deze verzekering biedt dekking als je per ongeluk schade veroorzaakt bij een ander. Een ongeluk zit namelijk in een klein hoekje. Ben je een uitwonende student? Check dan eerst even of je meeverzekerd bent onder de Aansprakelijkheidsverzekering van je ouders. Het is natuurlijk zonde om dubbel verzekerd te zijn!
4. Als je komt te overlijden moeten je nabestaanden voor de kosten opdraaien. Dit kan heel duur zijn. Je kunt hiervoor een verzekering afsluiten. Des te jonger des te goedkoper.

Per maand ben je ongeveer € 20 kwijt aan inboedel en WA. De zorgverzekering is minimaal € 135 per maand.
Tips
1. Schrijf je op tijd in bij een woningcoöperatie of kamerverhuur bureau
2. Vertel mensen dat je een kamer zoekt
3. Begin alvast met begroten dan ben je er al aan gewend
4. Begin alvast met sparen

Slide 12 - Tekstslide

Bespreek de tips

Slide 13 - Tekstslide

Kies een volgend keuze-onderwerp of sluit de les af door te kiezen voor door naar:
  • Vooruit en Terugblik als de klas nog een LEF les gaat volgen;
  • Terugblik als dit de laatste LEF les is voor deze klas.