Stichting Leven en Financiën (LEF)
Gratis gastlessen met als doel mbo-studenten financieel zelfredzaam te maken.

Module 3 - keuze onderwerp 'Beleggen, sparen en crypto'

Beleggen, sparen en crypto
Hoe krijg je meer geld?
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1-4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Instructies

Het keuzeonderwerp Beleggen, sparen en crypto kan aan het einde van module 3 of aan het einde van de andere keuzeonderwerpen worden opgestart.

Onderdelen in deze les

Beleggen, sparen en crypto
Hoe krijg je meer geld?

Slide 1 - Tekstslide

Vorm: Video en discussie over crypto’s, gokken, sparen en beleggen.

Duur: 30 minuten

Leerdoelen:
  • De studenten kunnen de risico’s/voordelen van beleggen/crypto, gokken en sparen benoemen.
  • De studenten hebben beter begrip en weten de mogelijke gevaren van wat een finfluencer doet.

Anonieme vraag:
Waar stop jij je geld in dat je
over hebt?
Crypto's
Beleggen
Sparen
Ik heb geen geld over

Slide 2 - Poll

  1. Vertel dat dit onderdeel gaat over wat je met je geld doet dat je niet aan je vaste lasten besteed.
  2. Stel de vraag: Waar stop jij je geld vooral in?
  3. Vraag een aantal studenten of ze er iets over willen vertellen.
  4. Maak een bruggetje naar het vervolg van dit onderdeel: hierin leren ze over crypto, beleggen en sparen.
Wat denk jij? Hoeveel procent
van de jongeren belegt?
0100

Slide 3 - Poll

  1. Stel de vraag: Wat denk jij? Hoeveel procent van de jongeren (15-30 jaar)  belegt? 
  2. Geef een toelichting: Het juiste antwoord is ongeveer 40%.

Extra uitleg:
Beleggen onder jongeren is erg populair. Onderzoek laat zien dat 31 procent van de Nederlanders van 18 tot en met 30 jaar beleggingen heeft in de meer traditionele beleggingsvormen, zoals aandelen, obligaties, fondsen en/of indextrackers. 
Ruim een kwart, 27%, van alle jongeren heeft cryptovaluta. Dat blijkt uit een enquête onder 1.568 Nederlanders van 18 tot en met 30 jaar, dat is uitgevoerd door RaboResearch en het Nibud.
Waarin kun je beleggen?

  • Aandelen
  • Obligaties
  • Vastgoed, zilver, goud, valuta's
  • Sparen 
  • Crypto's

Slide 4 - Tekstslide

  1. Vertel dat je in verschillende categorieën kunt beleggen. 
  2. Vertel dat je het beste kunt beleggen met geld dat je voor langere tijd kunt missen.
  3. Geef aan dat je hierna op de onderdelen ingaat. Het onderdeel 'vastgoed, zilver, goud, valuta's' wordt niet behandeld omdat de jongeren in het algemeen hierin niet beleggen.

Wat zijn de voordelen van beleggen?

Slide 5 - Woordweb

  1. Stel de vraag wat voordelen kunnen zijn van beleggen?
  2. Vraag een aantal studenten om hun antwoord toe te lichten.
  3. Leg uit dat beleggen nuttig kan zijn voor mensen die dit op de goede manier doen en het geld voor een lange periode niet nodig hebben.
Extra uitleg:
Met beleggen kun je op langere termijn meer rendement maken omdat het meestal meer oplevert dan je geld op een spaarrekening zetten. Hierdoor word je geld meer waard.

Ook treedt het zogenaamde rendement-op-rendement effect op. Dat wil zeggen dat het rendement dat je met je beleggingen behaald, later kan worden herbelegd (opnieuw worden belegd).

Door dit sneeuwbaleffect kan het vermogen exponentieel toenemen. Je hebt misschien weleens gehoord van ‘geld maakt geld’. Dat is precies wat men bedoelt bij het rendement-op-rendement effect.

Het kan verder een spaarpotje voor later zijn (pensioen) of bijvoorbeeld een extra potje als je een huis wilt kopen.
Wat zijn de nadelen van beleggen?

Slide 6 - Woordweb

  1. Stel de vraag wat de nadelen van beleggen zijn.
  2. Vraag een aantal studenten om hun antwoord toe te lichten.
Extra uitleg:
Leg uit dat je het risico neemt dat je geld straks niets meer waard is omdat een bedrijf bijvoorbeeld failliet kan gaan. Je bent dan al je geld kwijt. Het kost tijd en moeite wil je het goed doen. Het duurt lang.

Beleg dus alleen met geld dat je voor lange tijd niet nodig hebt. Je wilt gewoon nog uit kunnen gaan en eten en drinken kunnen kopen.

Later gaan we nog in op de verschillende beleggingscategorieën.
Waarom is het verstandig om je
risico te spreiden als je belegt?
Omdat je een grotere kans hebt dat geld meer waard wordt
Omdat het risico kleiner is dat je geld verliest

Slide 7 - Poll

Het juiste antwoord is B: Omdat het risico kleiner is dat je geld verliest.

Extra uitleg:
Als je gespreid belegt zorgt dat voor minder grote pieken en dalen in de totale waarde van de beleggingen.

Een voorbeeld:
Stel dat de obligaties minder waard worden doordat de rente verandert. Als obligaties minder waard worden, worden aandelen vaak aantrekkelijker voor beleggers. Daardoor stijgen aandelenkoersen. 

Het verlies dat wordt gemaakt op de obligaties, kan dus (deels) gecompenseerd worden door de winst op aandelen. De spreiding over verschillende belegging categorieën heeft er voor gezorgd dat het verlies minder groot is. 
Aandelen
  • Eigenaar van een stukje van een bedrijf
  • Winst die je krijgt, heet dividend
  • Veel mensen beleggen in ETF's. Wie weet wat dit is?

Slide 8 - Tekstslide

Aandeel
  1. Vertel dat je mede-eigenaar bent. Dit betekent dat je meedeelt in de winst van het bedrijf. Als het bedrijf een deel van de winst aan jou wil uitkeren, doen ze dat in de vorm van dividend. Daarnaast kan de koers - en dus de waarde - van je aandeel stijgen, waardoor je winst maakt op je belegging als je je aandeel verkoopt. Vertel ook dat een bedrijf failliet kan gaan en dat je dan al je geld kwijt kan raken.
  2. Gemiddeld rendement op aandelen ligt historisch gezien op tussen de 5% en 8%.
  3. Vraag aan de studenten wie weet wat beleggen in ETF's is.
  4. Start het filmpje over ETF's. 
Obligatie
  • Een soort lening
  • Bedrijven en overheid kunnen geld uitlenen
  • De "winst" heet rente

Slide 9 - Tekstslide


Obligatie
Is een stukje lening aan:
• Overheid
• Gemeente of provincie
• Bedrijven

Kan in euro's maar bijvoorbeeld ook in dollars. In een andere munt is het wel risicovoller omdat je dan ook nog koersrisico loopt dat de munt minder waard wordt. Leningen aan bedrijven zijn in het algemeen risicovoller dan aan een land.

Rendement:
• Direct: rente
• Indirect: koerswinst of verlies
 obligaties van verschillende bedrijven

Risico’s
• Debiteurenrisico (bedrijf/overheid gaat failliet)
• Valutarisico (waarde van de munt daalt)

Sparen
  • Je zet geld apart op een spaarrekening
  • Op de spaarrekening krijg je rente

Slide 10 - Tekstslide

Je kunt sparen op een spaarrekening waar je je geld direct vanaf kunt halen. Je geeft geld aan de bank en hiervoor krijg je een vergoeding. Dit heet rente. De bank kan dit geld gebruiken om bijvoorbeeld leningen aan mensen te geven.
Geef aan dat je soms maar heel weinig rente krijgt. Voor 2022 kreeg je gemiddeld maar 0,6% nu gemiddeld 2,4%. Soms krijg je in het buitenland veel meer rente maar dit brengt ook extra risico's met zich mee (valuta, slechte of onbetrouwbare overheid).
Waar denk je aan als je het woord crypto hoort?

Slide 11 - Woordweb

  1. Vraag de studenten wat ze al weten over crypto.
  2. Ga eventueel op de antwoorden in.
Extra uitleg:
In de volgende slide wordt hier nader op ingegaan. Een crypto is een digitale munt. Je bewaart het in een digitale portemonnee. De meest bekende crypto is de bitcoin maar inmiddels zijn er duizenden anderen. De crypto is niet afhankelijk van banken. Het is geen fysiek geld.

Crypto
  • Een digitale munt (bekendste is Bitcoin)
  • De aan-of verkoop hiervan gaat niet via een bank of     overheid
  • De transactie wordt opgeslagen in een block (digitale portemonnee). Als een block vol is wordt er een nieuw blok aangemaakt. Dit is de blockchain. 

Slide 12 - Tekstslide

Extra uitleg:
Een crypto is een digitale munt. Je bewaart het in een digitale portemonnee. De meest bekende crypto is de bitcoin maar inmiddels zijn er duizenden anderen. De crypto is niet afhankelijk van banken. Het is geen fysiek geld. 
In een blockchain wordt informatie samengevoegd in een keten. Zie het als een soort goederentrein die op 1 rails rijdt maar dan op het internet.
De eerste transactie met 10.000 Bitcoin werd in 2010 gemaakt.
Wat werd er toen gekocht?
A
Ferrari
B
Twee pizza’s
C
Huis
D
Dure schoenen

Slide 13 - Quizvraag

Het juiste antwoord is B: twee pizza's.

Geef een uitleg over de digitale wallet:
Iedere digitale portemonnee (wallets) heeft een eigen adres dat bestaat uit een reeks cijfers en getallen. Zo’n adres kan je vergelijken met een bankrekeningnummer. De wallets zijn uitgebreid beveiligd en er zijn verschillende soorten. Zo kan je een wallet hebben op een website waar je inlogt met een gebruikersnaam en wachtwoord. Een andere vorm is een speciale wallet app op je telefoon. Hiermee kan je bijvoorbeeld betalen in winkels. Ook kan je crypto’s op een USB-stick downloaden zodat deze niet gehackt kan worden. Vanuit zo’n wallet kan je online crypto’s naar anderen sturen en ze ontvangen. In Nederland kan je er nog in weinig winkels mee betalen, maar in El Salvador vrijwel overal.


Crypto
Zoek een voor-en nadeel op van crypto. 
timer
1:00

Slide 14 - Tekstslide

  1. Laat de studenten 1 voor- en nadeel opzoeken van beleggen in crypto.
  2. Vraag wat ze hebben gevonden.




Voordelen
  • Betalen met crypto gaat heel snel 
  • Anoniem         
  • Veilig   
  • Overal ter wereld verhandelbaar  
                      



Nadelen
  • Je kunt niet in winkels betalen
  • De waarde schommelt sterk 
  • Kost heel veel energie
  • Digitale bankrovers
  • Valt niet onder deposito- garantiestelsel
  • Geen toezicht van overheid
Crypto

Slide 15 - Tekstslide

  1. Laat de opsomming van 4 voordelen een voor een verschijnen.
  2. Laat de opsomming van 6 nadelen een voor een verschijnen.
Extra toelichting:
Voordelen
  • Betalen gaat heel snel maar je kunt in steeds minder online winkels ermee kopen.
  • Anoniem is een voordeel voor diegene die de crypto munt gebruikt. Het kent ook een nadeel. Criminelen kunnen het gebruiken om geld wit te wassen of belasting te ontduiken.
  • Het is veilig omdat je niet, zoals bij een bank, je persoonlijke gegevens hoeft af te geven. Hierdoor kunnen dit soort gegevens ook niet misbruikt worden. 
Nadelen
  • Je kunt er niet mee in winkels betalen en ook steeds minder online.
  • De waarde kan per dag enorm schommelen. In het algemeen veel meer dan bij aandelen.
  • Het opslaan in de blockchain is enorm energie-intensief. Veel crypto’s zijn dus slecht voor het milieu.
  • Er zijn veel digitale bankrovers. Hackers proberen je online portemonnee leeg te roven. Soms verdwijnt een partij die Bitcoins aanbiedt en dan ben je ineens je crypto’s kwijt.
  • Voor spaargeld bij de bank is er het depositogarantiestelsel. Dit regelt dat als een bank failliet gaat, je van je spaargeld toch tot € 100.000 per rekening terugkrijgt. Dit heb je voor crypto niet. 
  • Het toezicht op crypto’s is nog niet goed geregeld. Wel willen steeds meer mensen dat er regels komen voor crypto’s. Inmiddels overlegt Nederland met de Europese landen over een voorstel om consumenten in Europa beter te beschermen. 


Casus: Wat zou jij doen?
Daan volgt al een tijd een finfluencer op tiktok. Die geeft aan dat de aandelenbeurs laag staat en dat je nu moet instappen. Daan wil binnenkort met zijn rijbewijs beginnen. Hij heeft al een tijd geen geld maar gaat toch met een deel van zijn salaris dat hij bij AH verdient aandelen kopen. Hij hoopt snel winst te maken om daarmee zijn rijbewijs te betalen.

Slide 16 - Tekstslide

Lees samen de casus door en bespreek met de studenten was zij hiervan vinden en of het slim is.
Casus: Wat zou jij doen?
Op een verjaardag hoort Laura dat een vriendin van haar al 150 euro winst heeft gemaakt met aandelen. Ze doet dit via een app. Laura heeft 100 euro spaargeld. Ze twijfelt maar onderweg naar huis download ze toch ook die app en koopt voor 100 euro aandelen. Nadat het een paar dagen goed gaat, ziet ze tot haar schrik dat de aandelen sterk gaan dalen.

Slide 17 - Tekstslide

Lees de casus samen door en klik naar de volgende slide.
Wat zou jij doen?
  • Wat vind je van de keuze van Laura om met haar spaargeld aandelen te kopen?

  • Stel je zou Laura zijn. Hoe zou jij je voelen als de aandelen sterk dalen?

  • Heb je een advies voor Laura?

Slide 18 - Tekstslide

  1. Bespreek de verschillende vragen met de studenten.
Finfluencer

Slide 19 - Tekstslide

In dit onderdeel gaan we in op het fenomeen finfluencer.

Slide 20 - Video

Laat het filmpje zien.
Hoe herken ik een (on)betrouwbare?
  • Leeft de finfluencer naar zijn eigen advies? 
  • Is financiële lessen delen iets wat diegene naast andere dingen   doet.
  • Is de finfluencer alleen maar iets aan het verkopen (bijv. een   abonnement of website) of wil hij je echt iets bijbrengen. 
  • Via plaatjes van winsten speelt de finfluencer in op snel geld   verdienen.

Slide 21 - Tekstslide

Dit zijn een aantal tips voor studenten waardoor ze beter kunnen beoordelen of de finfluencer hen echt iets wil leren of het alleen voor eigen gewin doet.

Tips
- Beleg alleen met geld dat je kunt missen voor langere termijn. 
- Hou altijd spaargeld over voor onverwachtse uitgaven.
- Spreid je risico.
- Beleg in producten die je begrijpt.
- Maak gebuik van online hulpmiddelen als je iets niet weet.
- Begin eventueel eerst met een demo-account om te oefenen.
- Lees je in.
- Let op bij adviezen van finfluencers.

Slide 22 - Tekstslide

Dit zijn een aantal tips voor studenten waar ze aan moeten denken als ze gaan beleggen.

Geef aan dat jongeren pas vanaf hun 18e mogen beleggen.

Verwijs bijvoorbeeld ook naar site van AFM of Nibud als studenten meer informatie wensen.


Vragen?

Slide 23 - Tekstslide

Vraag aan de studenten of ze nog vragen hebben over hetgeen in deze les is besproken.

Slide 24 - Tekstslide

  1. Klik op het keuze onderwerp dat tijdens de vorige les veel stemmen kreeg.
  2. Hebben jullie inmiddels 2 of 3 onderwerpen gehad en heb je nog ongeveer 10 minuten de tijd tot het einde van de les? Klik dan op 'Door naar Gouden tips en afsluiting'.