Twents Carmel College

H6 | secretariële ondersteuning

H6 Secretariële ondersteuning
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
Economie & OndernemenMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

H6 Secretariële ondersteuning

Slide 1 - Tekstslide

Wat ga je leren?
  • Kopiëren en scannen
  • Wat lamineren is
  • Drukwerk en mailing
  • Data beheren

Slide 2 - Tekstslide

Kopiëren en scannen
Gekopieerde documenten --> papieren archief

Gescande documenten --> elektronisch archief

Slide 3 - Tekstslide

Kopiëren en scannen
Kopiëren = het maken van een duplicaat

Wat kun je allemaal met een kopieerapparaat?
  • Enkelzijdig bedrukken
  • Dubbelzijdig bedrukken
  • Nieten
  • Sorteren
  • Stansgaten maken
  • Kopie vergroten/ verkleinen
  • Papier bijvullen
  • Eenvoudig storingen verhelpen

Slide 4 - Tekstslide

Met kopiëren zorg je voor duplicaten van een gedrukt origineel. Collega’s geven hun kopieeropdracht aan je door op een speciale bon. Je kunt gedrukte originelen, naast kopiëren, ook scannen. Dit betekent dat je ze digitaal maakt. Zo kun je de documenten bewerken, per e-mail versturen of in het elektronische archief bewaren.

Slide 5 - Tekstslide

Lamineren
Lijsten en overzichten die je vaak 
gebruikt kun je het beste lamineren
Lamineren betekent het aanbrengen 
van een doorzichtige plastic folie door middel 
van warme lijm.

Slide 6 - Tekstslide

Drukwerk en mailing
Mailing is een brief die naar veel verschillende mensen verstuurd wordt. Drukwerk is een woord voor papier dat bedrukt is, bijvoorbeeld een verslag van een vergadering of brieven om te versturen.

Slide 7 - Tekstslide

Op het secretariaat moet je ook data beheren:
= Dit houdt in dat je allerlei gegevens op de computer bijhoudt. Hierbij moet je denken aan:

  • personeelsgegevens
  • verlofregistratie
  • ziekteregistratie
  • urenregistratie
  • relatiebestand (relatiebeheer)
  • inventaris (Alle grote voorwerpen en goederen in het bedrijf)

Slide 8 - Tekstslide

Persoonsgegevens
  • naam en voorletters
  • adres
  • telefoonnummer
  • geboortedatum
  • geslacht
  • burgerlijke staat (gehuwd, ongehuwd)
  • ziektekostenverzekeraar
  • kopie van het identiteitsbewijs (bijvoorbeeld paspoort)
  • nationaliteit
  • datum dat de medewerker bij het bedrijf begonnen is
  • naam partner

Slide 9 - Tekstslide

Persoonsgegevens
  • gegevens over kinderen
  • rekeningnummer (IBAN)
  • burgerservicenummer (BSN)
  • gevolgde opleiding(en)
  • loopbaangegevens: vorige werkgever(s) en functie(s), huidige functie
  • sollicitatiebrief (+ cv) en/of sollicitatieformulier
  • aanstellingsbrief
  • arbeidsovereenkomst
  • medische verklaring of verklaring van goed gedrag, indien van toepassing
  • persoonlijke gegevens van ouders of wettelijke verzorgers, als de medewerker minderjarig is.

Slide 10 - Tekstslide

Verlofregistratie
In de verlofregistratie worden de:
  • vakantiedagen, 
  • adv-dagen (arbeidsduurverkorting) 
  • Overige verlofdagen van de werknemers bijhouden
De volgende gegevens worden geregistreerd:

  • totale aantal vrije dagen
  • begin- en einddatum verlofperiodes
  • soort verlof (vakantiedagen, adv-dagen of buitengewoon verlof, zoals dat bij huwelijk, geboorte en begrafenis).

Slide 11 - Tekstslide

Ziekteverzuim
Via de ziekteregistratie wordt het ziekteverzuim
van de personeelsleden bijgehouden. 
Dit zijn de dagen dat iemand ziek is en 
niet kan komen werken. Daarbij gaat het 
met name om de begin- en einddatum van 
het ziekteverzuim.

Slide 12 - Tekstslide

Urenregistratie
Sommige bedrijven houden een urenregistratie bij. Dit betekent dat per uur wordt geregistreerd wie er gewerkt heeft en wat diegene gedaan heeft. Hiervoor kun je urenregistratieformulieren gebruiken. Dit gebeurt bijvoorbeeld als de medewerkers per uur betaald krijgen. Jij of de medewerker zelf houdt precies bij welke uren hij heeft gewerkt.

Slide 13 - Tekstslide

Relatiebestand
In een relatiebestand houd je alle gegevens bij van mensen met wie het bedrijf te maken heeft: je relaties. Dit zijn bijvoorbeeld klanten en leveranciers. Je gebruikt het relatiebestand om met klanten te communiceren of bestellingen te plaatsen bij een leverancier.

Je kunt hierbij denken aan:
  • NAW-gegevens (NAW = naam, adres en woonplaats)
  • telefoon- en faxnummers
  • e-mailadressen
  • diverse aantekeningen/opmerkingen.

Slide 14 - Tekstslide

Inventarisatielijst

Slide 15 - Tekstslide